Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/2043/TB, 14 februari 2011, beroep
Uitspraakdatum:14-02-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 10/2043/TB

betreft: [klager] datum: 14 februari 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.A.W. Knoester, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een beslissing van 7 juli 2010 van de toenmalige Minister van Justitie, verder te noemen verweerder, in deze uitspraak wordt onder verweerder tevens verstaan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Ter zitting van de beroepscommissie van 10 december 2010, gehouden in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught, zijn gehoord klager, bijgestaan door mr. S. Marjanovic, kantoorgenote van klagers raadsman, en namens verweerder, [...], werkzaam bij de
Dienst Justitiële Inrichtingen van het ministerie van Veiligheid en Justitie.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de bestreden beslissing
Verweerder heeft het verzoek van klager tot overplaatsing naar een reguliere behandelinrichting dan wel een observatieplaats niet zijnde het Pieter Baan Centrum (PBC), afgewezen.

2. De feiten
Klager is bij onherroepelijke uitspraak van 24 november 1992 ter beschikking gesteld (tbs) met bevel tot verpleging van overheidswege. Klager is op 30 november 1993 geplaatst in Veldzicht.
Klager is op 1 april 1999 geplaatst in de longstayvoorziening van het FPC Veldzicht.
Bij brief van 26 mei 2010 heeft klager verzocht om overplaatsing naar een reguliere behandelafdeling van Veldzicht of een andere tbs-inrichting, dan wel naar een observatieplaats, niet zijnde het PBC, zodat kan worden nagegaan in hoeverre klager kan
worden overgeplaatst naar een behandelinrichting. Wanneer ook dit niet mogelijk is, wil klager worden overgeplaatst naar een andere longstayafdeling.
Bij brief van 7 juli 2010 heeft verweerder dit verzoek afgewezen.

3. De standpunten
Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager bestrijdt dat hij overplaatsing naar de Pompekliniek zou hebben geweigerd. Het FPC Veldzicht werkt nergens aan mee. De deskundigen die de pro justitiarapportage hebben opgesteld zijn niet onafhankelijk, want zij hebben eerst de door FPC
Veldzicht
over klager opgestelde rapportages gelezen alvorens zelf onderzoek te doen.
Uit de pro justitia rapportage van [...], blijkt niet dat de inrichting inspanningen heeft verricht om behandelmogelijkheden te onderzoeken. Het gerechtshof te Arnhem heeft in twee uitspraken overwogen dat de mogelijkheden van overplaatsing en
behandeling bekeken dienen te worden. De raadsvrouw verwijst voorts naar een uitspraak van de beroepscommissie van 7 juni 2010, 10/340/TB, over het uitblijven van een herbeoordeling als bedoeld in het Beleidskader longstay forensische zorg (hierna:
Beleidskader). De opgemaakte pro justitia rapportage in het kader van de verlenging van klagers tbs kan niet een LAP-advies vervangen. De periodieke toetsing van de LAP is van groot belang voor de voortzetting van klagers tbs. Klager heeft veel
wantrouwen jegens de inrichting. Er is sprake van een impasse en klager dient een nieuwe kans te krijgen. De beslissing tot afwijzing van klagers verzoek is niet zorgvuldig genomen. De beslissing dient vernietigd te worden en aan klager dient een
compensatie te worden toegekend.

Namens verweerder is het volgende standpunt naar voren gebracht.
Het recidiverisico is nog steeds hoog en klager is op een longstayafdeling op zijn plaats. In het kader van de verlenging van klagers tbs zijn in oktober 2010 door [...], psychiater, en [...], psycholoog, pro justitia rapportages uitgebracht.
Klager wil graag overgeplaatst worden naar de Corridor te Zeeland en hij is daar op bezoek geweest. Klager wil echter niet dat bij zijn overplaatsing naar een andere inrichting zijn dossiers vanuit Veldzicht worden meegestuurd. Vanuit het FPC Veldzicht
is getracht te komen tot een nieuw behandeltraject hetgeen door klager zelf van de hand is gewezen. Aan klager kan verlof op humanitaire gronden worden toegestaan.
De eerste tien herbeoordelingen in het kader van genoemd Beleidskader zijn afgerond. De herbeoordeling bestaat uit een dubbelrapportage en een LAP-advies, zoals ook bij een longstayplaatsing het geval is. Het staat nog niet vast wanneer klager zal
worden herbeoordeeld.

4. De beoordeling
Klagers beroep houdt in dat a. een herbeoordeling als bedoeld in het Beleidskader te lang uitblijft en b. zijn verzoek tot overplaatsing naar een reguliere behandelinrichting dan wel een observatieplaats, niet zijnde het PBC, ten onrechte is
afgewezen.

Voor wat betreft a. wordt het volgende overwogen.
In het ministeriële Beleidskader van 19 januari 2009, dat op
1 juni 2009 in werking is getreden, is ter versterking van de rechtspositie van de patiënten longstay forensische zorg (hierna: lfz-patiënten) een periodieke, driejaarlijkse toets geïntroduceerd, waarbij door de LAP wordt beoordeeld of voortzetting van
de longstaystatus nog gerechtvaardigd is.

Niet in geding is dat klager op 1 juni 2009 langer dan drie jaar in een longstayvoorzie-ning verbleef en daarom in aanmerking komt voor een herbeoordeling als bedoeld in het genoemde Beleidskader. De beroepscommissie is van oordeel dat de in oktober
2010 uitgebrachte pro justitiarapportages van [...], psychiater, en [...], psycholoog, in het kader van de verlenging van klagers tbs niet als een zodanige herbeoordeling kan gelden.

In eerdere uitspraken heeft de beroepscommissie geoordeeld dat een overgangsperiode van een jaar, gerekend vanaf 1 juni 2009, acceptabel geacht moet worden voor de implementatie van voornoemd Beleidskader en dat dit met zich meebrengt dat
herbeoordelingen vanaf 1 juni 2010 waarbij de termijn van drie jaar wordt overschreden, in beginsel als onredelijk of onbillijk moeten worden aangemerkt.

Klager verblijft sinds 1 april 1999 in een longstayvoorziening. De herbeoordeling van zijn longstaystatus heeft nog niet plaatsgevonden en namens verweerder is medegedeeld dat nog niet vast staat wanneer deze zal plaatsvinden. Het voorgaande brengt mee
dat het beroep in zoverre gegrond zal worden verklaard.

De beroepscommissie is van oordeel dat in gevallen als deze een financiële tegemoetkoming dient te worden toegekend, waarvan de hoogte wordt vastgesteld op een bedrag van € 75,= per maand vanaf 1 juni 2010 tot de datum van herbeoordeling.

Voor wat betreft b. wordt het volgende overwogen.
Bij de overplaatsing van ter beschikking gestelden dient de Staatssecretaris, op grond van artikel 11, tweede lid, van de Bvt in zijn overwegingen te betrekken:
a) de eisen die de bescherming van de maatschappij tegen de gevaarlijkheid van de ter beschikking gestelde voor de veiligheid van anderen dan de ter beschikking gestelde of de algemene veiligheid van personen of goederen stelt, en
b) de eisen die de behandeling van de ter beschikking gestelde gezien de aard van de bij hem geconstateerde gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens stelt.

In eerdergenoemde pro justitia rapportage van oktober 2010 wordt door [...] overwogen dat de vele ondernomen behandelpogingen niet hebben geleid tot enige verandering in klagers problematiek en recidiverisico. Klager is vijandig jegens alles wat met
justitie en Veldzicht te maken heeft. Hij uit zich denigrerend en diskwalificerend over zijn begeleiders en behandelaren. Veldzicht heeft in juli 2009 een uitvoerige risicotaxatie verricht, waaruit blijkt dat het recidiverisico als onverminderd hoog
moet worden gezien. Nieuwe aanknopingspunten voor behandeling worden niet gevonden.

Ook overigens behelzen de stukken geen gegevens waaruit thans kan worden geconcludeerd dat een voortgezet verblijf van klager op de longstayafdeling, waarbij zijn behandelmogelijkheden worden onderzocht, niet langer in de rede ligt.
Het beroep ten aanzien van b. zal ongegrond worden verklaard.

Ten overvloede overweegt de beroepscommissie dat bij de herbeoordeling als bedoeld in het genoemde Beleidskader gekeken dient te worden naar de mogelijkheid klager over te plaatsen naar een andere tbs-inrichting, gezien de patstelling die is ontstaan
tussen klager en het FPC Veldzicht.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ten aanzien van a. gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij bepaalt met betrekking tot a. de aan klager ten laste van de Minister toekomende tegemoetkoming op € 75,= per maand vanaf 1 juni 2010 tot de datum waarop de herbeoordeling plaatsvindt.
De beroepscommissie verklaart het beroep ten aanzien van b. ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A.M. van Woensel, voorzitter,mr. drs. T.A.M. Louwe en mr. C.A.M. Schaap-Meulemeester, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 14 februari 2011

secretaris voorzitter

Naar boven