Onderwerp: Bezoek-historie

Regeling erkende organisaties Schepenwet
Publicatiedatum:09-02-2003Geldigheid:09-02-2003 t/m 25-03-2006Versie:vergelijk Status: Was geldig

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Regeling met betrekking tot de erkenning en aanwijzing van rechtspersonen, bevoegd tot het verrichten van onderzoeken als bedoeld in hoofdstuk III van het Schepenbesluit 1965
De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Verkeer en Vervoer van de Nederlandse Antillen en de Minister van Vervoer en Communicatie van Aruba;

Gelet op het op 1 november 1974 te Londen totstandgekomen Verdrag voor de beveiliging van mensenlevens op zee (Trb. 1976, 157), op richtlijn nr. 94/57/EG van de Raad van de Europese Unie van 22 november 1994 inzake gemeenschappelijke voorschriften en normen voor de met inspectie en controle van schepen belaste organisaties en voor de desbetreffende werkzaamheden van maritieme instanties (PbEG L 319) en op artikel 6, derde en vierde lid, van de Schepenwet;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. richtlijn:

richtlijn nr. 94/57/EG van de Raad van de Europese Unie van 22 november 1994 inzake gemeenschappelijke voorschriften en normen voor de met inspectie en controle van schepen belaste organisaties en voor de desbetreffende werkzaamheden van maritieme instanties (PbEG L 319);

b. klassenbureau:

rechtspersoon, bevoegd tot het verrichten van onderzoeken als bedoeld in hoofdstuk III van het Schepenbesluit 1965.

relaties0relaties0

Artikel 2

  • 1. Als klassenbureau kunnen worden aangewezen de erkende organisaties, bedoeld in artikel 4 van de richtlijn.relaties0
  • 2. Organisaties waaraan ingevolge artikel 4, tweede lid, van de richtlijn beperkte erkenning voor drie jaren is verleend, worden slechts aangewezen, indien die erkenning op verzoek van de Minister van Verkeer en Waterstaat is verleend.relaties0
  • 3. Erkenning als bedoeld in artikel 4 van de richtlijn geldt als erkenning als bedoeld in artikel 6, vierde lid, van de Schepenwet. relaties0
relaties0

Artikel 3

Een als klassenbureau aan te wijzen organisatie houdt kantoor in een land van het Koninkrijk en heeft met Nederland, de Nederlandse Antillen en Aruba een overeenkomst als bedoeld in artikel 6 van de richtlijn gesloten. De overeenkomst voldoet aan de in het tweede lid van dat artikel gestelde eisen.

relaties0relaties0

Artikel 4

  • 1. Een aanwijzing als klassenbureau wordt verleend voor onbepaalde tijd of, indien aan de organisatie een beperkte erkenning voor drie jaren als bedoeld in artikel 4, tweede lid, van de richtlijn is verleend, voor de duur van die beperkte erkenning.relaties0
  • 2. Een aanwijzing vervalt, indien de in artikel 4 van de richtlijn bedoelde erkenning van de aangewezen organisatie door de Commissie van de Europese Gemeenschappen wordt ingetrokken. relaties0
relaties0

Artikel 5

  • 1. Een aanwijzing als klassenbureau kan met inachtneming van artikel 10 van de richtlijn worden geschorst, indien door een handeling of nalatigheid van de aangewezen organisatie ernstig gevaar voor de veiligheid of het milieu is of kan ontstaan.relaties0
  • 2. Een aanwijzing kan voorts worden ingetrokken, indien niet meer wordt voldaan aan artikel 3. relaties0
relaties0

Artikel 6

Een wijziging van de richtlijn gaat voor de toepassing van deze regeling gelden met ingang van de dag waarop aan de betrokken wijzigingsrichtlijn uitvoering moet zijn gegeven.

relaties0relaties0

Artikel 7

De Regeling erkenning en aanwijzing van klassebureaus wordt ingetrokken.

relaties0relaties0

Artikel 8

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

relaties0relaties0

Artikel 9

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling klassenbureaus Schepenwet.

relaties0relaties0

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant, in de Curaçaosche Courant en in het Afkondigingsblad van Aruba worden geplaatst.

De
Minister
van Verkeer en Waterstaat,
Roelf H. de
Boer
Naar boven