Ga direct naarInhoudofMenu
Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.
Onderstaande relaties zijn gevonden bij “document”. Bij klikken wordt een externe website met een relatieoverzicht geopend op overheid.nl.
Refertes:
De Koninklijke Landmacht heeft maatregelen genomen om de risico’s bij het vervoer van personeel te verkleinen. Deze maatregelen zijn beleidsmatig op hoofdlijnen verwoord in referte a. Deze maatregelen gelden voor alle Defensie Onderdelen. De Regeling Personeelsvervoer Defensie geeft nadere invulling aan het opgestelde beleid. Daartoe zullen, naast noodzakelijke definiëringen van begrippen, onder meer de verschillende in dit kader te onderkennen personeelsvervoermiddelen worden beschreven en zal worden ingegaan op respectievelijke uitvoeringsconsequenties.
In deze regeling wordt verstaan onder:
Als uitgangspunt is, in referte a., gesteld dat ‘personeel uitsluitend mag worden vervoerd in voertuigen (van Defensie) die voor het vervoer van personeel zijn ingericht’, waarbij er is uitgegaan dat er ‘geen personeel meer los in de laadbak’ mag worden vervoerd. Dit geldt onder alle omstandigheden; t.w. zowel tijdens opleidings- en oefenomstandigheden, het voorbereiden op operaties als onder operationele en kazerne omstandigheden. Dit zowel in de vredessituatie als bij inzet tijdens één van de inzetopties.
Deze matrix geeft een opsomming van voertuigen die voor het vervoer van personeel over de weg zijn ingericht. Hiermee kan een commandant per situatie, rekening houdend met de regelgeving, het meest geschikte voertuig bepalen.
De commandant dient er op toe te zien dat aan alle aspecten, die bijdrage tot de veiligheid van het personeel tijdens een verplaatsing (w.o. de voorbereiding en opleiding van bestuurders, het gebruik van een juiste bandensoort en het, in voorkomend geval, gebruik van sneeuwkettingen) wordt voldaan.
Voetnoten:
1) Bij oefeningen op niet-militaire terreinen, bijv. de provincie Drenthe, komen zowel verharde als onverharde wegen voor. Om (oefen-)operationele (‘train as you fight’) en pragmatische redenen wordt dit terrein als oefenterrein aangemerkt. Bij het vaststellen van het ‘oefenterrein’ dienen commandanten zich de mogelijke implicaties te realiseren.
2) Dit geldt niet voor Cdau’s met 4x4 aandrijving, waarvoor toestemming is gegeven vanuit het CWB om mee in het terrein te rijden.
3) Dit geldt niet voor Autobussen met 4x4 aandrijving, waarvoor toestemming is om mee in het terrain te rijden.
Huidige versie: 1