Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/1517/TP, 20 oktober 2003, beroep
Uitspraakdatum:20-10-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 03/1517/TP

betreft: [klager] datum: 20 oktober 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennis genomen van een op 3 juli 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr.R. Schoonbrood, namens

[...], verder te noemen klager,

tegen een beslissing van de Minister van Justitie, verder te noemen de Minister,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

De beroepscommissie heeft de Minister in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman mr. R. Schoonbrood om het beroep schriftelijk toe te lichten.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Minister heeft de termijn waarbinnen klager in een inrichting voor verpleging van ter beschikking gestelden (tbs-inrichting) had moeten zijn geplaatst met ingang van 9 juni 2003 verlengd tot 7 september 2003.

2. De feiten
Klager is bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak d.d. 10 september 2002 ontslagen van alle rechtsvervolging en ter beschikking gesteld met bevel dat hij van overheidswege zal worden verpleegd.
De terbeschikkingstelling (tbs) van klager is ingegaan op 11 december 2002. Sindsdien heeft klager in afwachting van zijn plaatsing in een tbs-inrichting als passant verbleven in verschillende huizen van bewaring, sinds 8 januari2003 in de locatie De Geerhorst (huis van bewaring (h.v.b.)) te Sittard.
De Minister heeft aangegeven dat klager nog niet is geselecteerd voor plaatsing in een tbs-inrichting.

3. De standpunten
Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager heeft tijdens het horen over de verlenging van de passantentermijn gedacht dat hij te maken had met een medewerker van de inrichting en durfde derhalve geen kritiek op de verlenging van zijn passantentermijn te uiten. Klagerheeft naast de tbs geen gevangenisstraf gekregen. Hij is door de rechter volledig ontoerekeningsvatbaar verklaard. Als diagnose is gesteld dat klager lijdt aan chronische paranoïde schizofrenie, dat hij een anti-socialepersoonlijkheid zou hebben en zwakbegaafd zou zijn. Klager ondervindt dagelijks de negatieve gevolgen van het verblijf in een h.v.b. De conclusie in de overgelegde medische verklaring d.d. 4 september 2003 dat de psychische conditievan klager maakt dat hij geschikt is om langer in een h.v.b. te verblijven is te kort door de bocht. Klager wacht al 288 dagen zonder dat behandeling plaatsvindt en wordt op de bijzondere zorgafdeling in toom gehouden middelsmedicatie. Ondanks de negatieve gevolgen van die medicatie voor klager, wordt de dosering niet verlaagd. Klager heeft er belang bij dat per omgaande met zijn behandeling in een tbs-inrichting wordt begonnen. Hij gaat er van uit datandere passanten ten koste van hem voorrang wordt verleend. Door het structurele tekort aan tbs-plaatsen en de weigering van de Minister om voor een oplossing te zorgen, is de Minister aansprakelijk voor de schade die klager alsgevolg van uitstel van tbs-behandeling lijdt. Klager heeft derhalve recht op schadevergoeding voor elke dag dat de tbs-verpleging vanaf 9 juni 2003 niet heeft plaatsgevonden.
Door de trage afhandeling van het ingestelde beroep is de duur van de verlengde passantentermijn inmiddels verstreken. Indien de Minister een nieuwe beslissing tot verlenging van de passantentermijn heeft genomen, moet het niettoezenden van die beslissing aan klagers raadsman in strijd met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur worden geacht. Voorts moet het onderhavige beroep mede geacht worden te zijn gericht tegen die nieuwe beslissing.

Namens de Minister is inzake het beroep het volgende standpunt naar voren gebracht.
Het beroep zal formeel gegrond zijn, nu klager niet tijdig is gehoord en bericht over de bestreden beslissing.
Het beroep zal materieel ongegrond zijn. Klager kon wegens het tekort aan tbs-plaatsen nog niet in een tbs-inrichting worden geplaatst. Ten tijde van de bestreden beslissing verbleef klager zes maanden in een h.v.b. Er bestaat geenaanleiding ten aanzien van klager af te wijken van de volgorde van plaatsing in tbs-inrichtingen die primair wordt bepaald door de aanvangsdatum van de tbs. Niet is gebleken dat hij met voorrang boven andere tbs-passanten in eentbs-inrichting moet worden geplaatst. Klager verblijft op de bijzondere zorgafdeling van het h.v.b. De Minister had ten tijde van het nemen van de bestreden beslissing vanuit de inrichting van klagers verblijf geen signalenontvangen dat klagers situatie in het h.v.b. onhoudbaar zou zijn en/of dat van detentieongeschiktheid moest worden gesproken. Een medische verklaring is opgevraagd en zal na ontvangst worden nagezonden. .

4. De beoordeling
Aan de orde is thans uitsluitend de beslissing d.d. 20 juni 2003 tot verlenging van de passantentermijn van 9 juni 2003 tot 7 september 2003. Het beroepschrift d.d. 2 juli 2003 kan, in tegenstelling tot hetgeen klagers raadsman inde toelichting van 24 september 2003 op het beroep heeft aangevoerd, niet worden geacht tevens te zijn gericht tegen een toen nog niet genomen volgende beslissing tot verlenging van de passantentermijn. Zodra een nieuwe beslissingis genomen en, zoals de wet voorschrijft, aan de tbs-passant is uitgereikt, kan tegen die beslissing beroep worden ingesteld binnen zeven dagen na ontvangst van die beslissing. Indien de Minister niet tijdig opnieuw heeft beslisttot verlenging van de passantentermijn, kan beroep worden ingesteld tegen de fictieve weigering te beslissen en wel binnen een redelijke termijn na de dag waarop die beslissing geacht moet worden te zijn genomen.

Klager is op 20 juni 2003 gehoord over de verlenging van de passantentermijn, die op 9 juni 2003 was verstreken. Bij brief d.d. 20 juni 2003 is hij geïnformeerd over die verlenging.
Derhalve is niet voldaan aan de in de artikelen 53, tweede lid, en 54, tweede lid, Bvt neergelegde hoor- en informatieplicht. Mitsdien is het beroep gegrond en dient de beslissing van de Minister tot verlenging van depassantentermijn op formele gronden te worden vernietigd.

Klager dient, gelet op het vorenoverwogene, een tegemoetkoming te worden geboden.
De beroepscommissie zal deze tegemoetkoming vaststellen op € 50,=.
Voor een vergoeding van de kosten van rechtsbijstand ten laste van de Minister ontbreekt thans een wettelijke grondslag.

Zoals de beroepscommissie in haar uitspraak d.d. 9 februari 1998 (C 97/28) heeft overwogen leidt een beslissing van de Minister tot verlenging van de passantentermijn wegens capaciteitstekort niet zonder meer tot gegrondverklaringvan het beroep. Volgens bestendige jurisprudentie van de beroepscommissie kan het beroep leiden tot gegrondverklaring indien de duur van de passantentermijn onredelijk en onbillijk moet worden geacht en/of de psychische conditie vande tbs-passant zodanig is dat hij als ongeschikt voor verder verblijf in een h.v.b. moet worden aangemerkt.

Uit het onderzoek in de onderhavige zaak is voldoende komen vast te staan dat klager als gevolg van het capaciteitstekort niet is geplaatst in een tbs-inrichting. Ook is voldoende aannemelijk geworden dat de Minister bij zijnbeslissing op dit punt niet is afgeweken van zijn beleid om de volgorde van plaatsing van tbs-gestelden in een tbs-inrichting te laten bepalen door de volgorde van de data waarop de terbeschikkingstellingen van klager en de overigetbs-gestelden zijn ingegaan.

De totale duur van het verblijf van klager als passant in een h.v.b. was ten tijde van de bestreden beslissing (zes maanden) nog niet zodanig lang dat de bestreden beslissing tot verlenging van de passantentermijn, bij afweging vanalle in aanmerking komende belangen, onredelijk of onbillijk moet worden geacht.

Uit de medische verklaring d.d. 4 september 2003 van de Forensisch Psychiatrische Dienst Maastricht blijkt dat de psychische conditie van klager op dat moment niet van dien aard was dat een verder verblijf in een h.v.b. alsonverantwoord moest worden beschouwd. Aangegeven is dat klager zonder al te grote problemen op de bijzondere zorgafdeling verblijft en daar eigenlijk voldoende functioneert. Gezien klagers voorgeschiedenis en ziektebeeld wordt hetniet zinvol geacht met name de antipsychotische medicatie te verlagen.
De beroepscommissie gaat er op grond van bovenstaand medisch oordeel van uit dat er ten tijde van de bestreden beslissing geen aanleiding bestond om klager bij voorrang in een tbs-inrichting te plaatsen.

De enkele, niet onderbouwde stelling van klager dat andere tbs-passanten ten koste van hem voorrang wordt verleend, vindt geen steun in de in het dossier beschikbare stukken en is ook niet anderszins aannemelijk gemaakt.

De beroepscommissie is van oordeel, gelet op het hiervoor overwogene, dat de bestreden beslissing materieel niet in strijd is met de wet en dat de termijn waarbinnen klager in een tbs-inrichting had moeten zijn geplaatst diende teworden verlengd van 9 juni 2003 tot 7 september 2003. Nu de bestreden beslissing d.d. 20 juni 2003 op formele gronden dient te worden vernietigd zal de beroepscommissie met toepassing van het bepaalde in artikel 66, derde lid onderb, in verbinding met artikel 69, vijfde lid, Bvt bepalen dat haar uitspraak met betrekking tot de verlenging van de passantentermijn in de plaats treedt van de bestreden beslissing.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond op formele gronden en vernietigt de bestreden beslissing. Zij bepaalt dat haar uitspraak in de plaats treedt van deze beslissing en bepaalt derhalve dat de termijn waarbinnen klagerin een tbs-inrichting had moeten zijn geplaatst is verlengd van 9 juni 2003 tot 7 september 2003.
Zij wijst af het verzoek om een vergoeding van kosten van rechtsbijstand ten laste van de Minister.
Zij bepaalt de aan klager ten laste van de Minister toekomende tegemoetkoming op € 50,=.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, mr. S.L. Donker en drs. G.A.M. Mensing, leden, in tegenwoordigheid van mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 20 oktober 2003

secretaris voorzitter

Naar boven