Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/1420/GM, 7 oktober 2003, beroep
Uitspraakdatum:07-10-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 03/1420/GM

betreft: [klager] datum: 7 oktober 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennis genomen van een op 25 juni 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingsarts verbonden aan de penitentiaire inrichting (p.i.) Amsterdam, locatie Het Schouw/Demersluis te Amsterdam,

alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag d.d. 17 juni 2003 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het ministerie van Justitie.

Ter zitting van de beroepscommissie van 4 augustus 2003, gehouden in de p.i. Amsterdam, is klager gehoord, telefonisch bijgestaan door een tolk in de Engelse taal.
De inrichtingsarts verbonden aan voornoemde locatie is zonder bericht van verhindering niet ter zitting verschenen, noch heeft hij een schriftelijke reactie op het beroep gegeven.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de medisch adviseur d.d. 7 mei 2003, betreft
a. het niet kunnen verkrijgen van homeopathische middelen
b. de weigering klager vanwege zijn diabetes een pedicurebehandeling te geven
c. het niet geboden krijgen van extra fitness-gelegenheid.

2. De standpunten van klager en de inrichtingsarts
Klager heeft het volgende aangevoerd. Vanuit zijn cultuur gelooft hij sterk in de werking van homeopathische geneesmiddelen. Hij is ervan overtuigd dat de neveneffecten van de traditionele medicatie meer schade aan zijn lichaamtoebrengen dan de diabetes en de hoge bloeddruk waaraan hij lijdt. Diabetes is weliswaar niet te genezen, maar zeker onder controle te houden, ook met alternatieve therapieën. Hij is van beroep hygiënist en hij gebruikt bij voorkeurnatuurlijke producten. Evenals vóór zijn detentie gebruikte hij in h.v.b. Havenstraat homeopathische middelen, waarvoor hij betaalde. Ook in de locatie Demersluis wil hij ervoor betalen, doch dat schijnt problemen op te leveren.Zodra hij weet dat die middelen voor hem kunnen worden besteld, zal hij daarvoor geld op zijn rekening laten zetten. Dit laatste vond hij niet nodig, zolang hij nog geen toestemming had.
Het is niet waar dat hij alle medicatie weigert die de arts hem heeft voorgeschreven. Hij neemt wel de ochtend-, maar niet de avondmedicatie (metformine, strekte 500), omdat hij er niet aan verslaafd wil raken. Al meer dan 16 jaarhoudt hij zijn bloedsuikerspiegel onder controle met behulp van een dieet, het gebruik van speciale kruiden alsmede veel lichaamsbeweging (joggen, yoga, fitness). Dit alles probeert hij zoveel mogelijk in detentie voort te zetten.Ook nu jogt hij dagelijks een uur. Gebruikmaking van de home-trainer op de afdeling kan hij niet vanwege problemen met zijn knie. Hierover legde klager ter zitting een brief van een specialist over. In p.i. Havenstraat kreeg hijvanwege zijn zwaarlijvigheid en de gevolgen van een stroke, twee keer per week extra fitness. In die inrichting werd bovendien zijn bloedsuikerspiegel wekelijks gecontroleerd. Hoewel hij in Demersluis, waar hij inmiddels zevenmaanden verblijft, hierom ook elke week vraagt, is zo’n controle nog maar twee keer verricht. De eerste keer was hij nuchter (uitslag 14.6), de tweede keer niet (uitslag ± 9). Zijn verzoek om een zelf-check-set is afgewezen; ditmoet hij zelf bekostigen. Daarvoor verdient hij echter veel te weinig, n.l. € 12,- per week. Ook vindt hij het nodig een pedicurebehandeling te krijgen, niet op eigen kosten. Eerder viel dit voor diabetici wel binnen hetverzekeringspakket.
Klager meldde voorts nog klachten te hebben over het niet kunnen verkrijgen van lotions en deodorant zonder parfum en van tandpasta zonder chemische toevoegingen. Van de wel beschikbare artikelen krijgt hij vlekken en puisten op enonder zijn armen, respectievelijk bloedend tandvlees.
Tenslotte bracht klager naar voren dat de diverse fysieke klachten die hij heeft, almaar worden verergerd door het roken van anderen, met name ook op plaatsen waar dat wettelijk niet is toegestaan. In p.i. Havenstraat heeft hij eenbeklag daarover gewonnen. Desondanks wordt die principiële uitspraak van de beroepscommissie in deze inrichting niet uitgevoerd. Om zichzelf tegen de rook te beschermen én omdat hij er recht op heeft in een rookvrije omgeving televen, heeft hij om een draagbaar zuurstofmasker gevraagd, doch dit (nog) niet gekregen.

De inrichtingsarts heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de medisch adviseur, niet nader toegelicht. Dit standpunt luidt als volgt. Bij de kennismaking met klager claimde hij dat hem extra fitness was toegezegd. Hiervanblijkt echter niets in de overdracht. Dit is bovendien afhankelijk van de sportfaciliteiten ter plekke. Op klagers paviljoen staat een hometrainer die hij tijdens de recreatie kan gebruiken.
De diabetes mellitus waaraan klager lijdt wil hij op eigen wijze behandelen. Hij meent geen medicatie nodig te hebben als hij maar veel kan sporten. De voorgeschreven medicatie (metformine) heeft hij teruggegeven, evenals het sinds5 april 2003 voorgeschreven antihypertensivum.
De door klager verlangde voedingssupplementen en theesoorten zijn niet verkrijgbaar via de buitenwinkel. Wel is het mogelijk dat op kosten van de gedetineerde homeopathische middelen worden besteld bij de apotheek, al heeft datzowel een administratief als een precedentscheppend aspect. Klager blijkt evenwel geen geld op zijn rekening te hebben.
Ook voor een behandeling door een pedicure geldt dat dit op eigen kosten kan worden aangevraagd.

3. De beoordeling
a. De beroepscommissie overweegt omtrent het door klager gewenste gebruik van homeopathische middelen dat voor dit gebruik geen voorschrift van een arts nodig is. Aannemelijk is geworden dat klager de arts ook niet heeft verzocht omhem op grond van een medische indicatie homeopathische middelen voor te schrijven – een dergelijke medische noodzaak is niet aanwezig – doch dat het hem er slechts om gaat dat die middelen voor hem, op zijn kosten, worden besteld.Nu uit de door de arts verstrekte informatie blijkt dat de door klager verlangde middelen via de medische dienst bij de apotheek (kunnen) worden besteld zodra klager beschikt over voldoende middelen op zijn rekening, stelt deberoepscommissie vast dat dit klachtonderdeel geen betrekking heeft op medisch handelen van de arts.
b. Klager heeft gesteld dat hem ten onrechte een pedicurebehandeling wordt geweigerd, hoewel dit medisch geïndiceerd zou zijn vanwege de diabetes waaraan hij lijdt. De beroepscommissie overweegt hieromtrent dat ten aanzien vanklager kennelijk (nog) geen voetonderzoek heeft plaatsgevonden, aan de hand waarvan kan worden vastgesteld of er een medische noodzaak bestaat voor een pedicurebehandeling. Alleen als er een dergelijke noodzaak bestaat behoeft debetrokken gedetineerde niet zelf de behandeling te betalen. Zolang het bedoelde onderzoek niet is verricht kan evenwel geen oordeel worden gegeven omtrent het al dan niet medisch geïndiceerd zijn van zo’n behandeling. Deberoepscommissie merkt in dit verband nog wel op dat het aanbeveling verdient ten aanzien van een patiënt met diabetes mellitus regelmatig voetonderzoek te verrichten. Ditzelfde geldt voor een (regelmatige) controle van debloedsuikerspiegel in de vorm van lichamelijk en laboratoriumonderzoek. Hetgeen klager daaromtrent ter zitting heeft gesteld, namelijk dat een dergelijke controle slechts in zeer beperkte mate plaatsvindt, kan de beroepscommissiebij gebreke van voldoende informatie niet beoordelen. Op grond van de door klager verstrekte gegevens lijkt er in elk geval geen noodzaak te bestaan om hem thans middelen te verschaffen voor zelfcontrole.
c. Terzake van klagers klacht omtrent het niet aangeboden krijgen van extra fitness overweegt zij als volgt. Klager kan meedoen aan de normale sportactiviteiten binnen de inrichting, inclusief gebruikmaking van een hometrainer op deafdeling; daarnaast biedt de regimaire bewegingsvrijheid hem kennelijk de gelegenheid om dagelijks een uur te joggen. Onder deze omstandigheden kan de weigering van de arts om te bepalen dat klager extra fitness moet krijgen, nietals onzorgvuldig worden aangemerkt. Zij merkt daarbij evenwel op dat het aanbeveling verdient, gelet op klagers fysieke omstandigheden, hem in de gelegenheid te stellen met een fysiotherapeut te overleggen welkesport/fitnessactiviteiten voor hem al dan niet geschikt zijn en een op hem toegesneden oefenprogramma op te stellen.

De beroepscommissie merkt tenslotte nog op dat waar klager in beroep nog enkele andere klachten heeft geformuleerd, deze thans niet aan haar ter beoordeling staan, nu terzake (nog) geen bemiddeling heeft plaatsgevonden.
De beroepscommissie komt op grond van het vooroverwogene tot het oordeel dat voorzover de klachten betrekking hebben op medisch handelen van de inrichtingsarts, dit handelen niet kan worden aangemerkt als in strijd met de in artikel28 Pm neergelegde norm. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. Chr. M. Aarts, voorzitter, drs. M.F. van Brederode-Zwart en dr. M. Kooyman, leden, in tegenwoordigheid van mr. F.H.L. Cusell-te Gussinklo, secretaris, op 7 oktober2003

secretaris voorzitter

Naar boven