Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/0665/GA, 10 juni 2016, beroep
Uitspraakdatum:10-06-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 16/665/GA

betreft: (klager) datum: 10 juni 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de penitentiaire inrichting (p.i.) Krimpen aan den IJssel,

gericht tegen een uitspraak van 19 februari 2016 van de beklagcommissie bij voormelde p.i., gegeven op een klacht van (...), verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 23 mei 2016, gehouden in de p.i. Amsterdam Over-Amstel, is gehoord de heer (...), plaatsvervangend vestigingsdirecteur bij de p.i. Krimpen aan den IJssel.
Hoewel klager, die zich inmiddels in vrijheid bevindt, op behoorlijke wijze was opgeroepen, is hij niet ter zitting verschenen.
Klagers raadsvrouw, mr. K.G.L. Bovens is met bericht van verhindering niet ter zitting verschenen. Op de dag van de zitting heeft zij een schriftelijke toelichting op het beroep gemaild met het verzoek dit mee te wegen in de beoordeling van het beroep.
De secretaris heeft de toelichting ter zitting voorgelezen. Van het verhandelde ter zitting is een verslag opgemaakt dat naar klagers raadsvrouw is gestuurd met een termijn van zeven dagen om daarop te reageren. De raadsvrouw heeft van deze gelegenheid
gebruikgemaakt.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een disciplinaire straf van uitsluiting van deelname aan de arbeid voor de duur van 14 dagen, vanwege onacceptabel gedrag van klager en het geen gehoor geven aan een opdracht van het personeel.

De beklagcommissie heeft het beklag deels gegrond verklaard en klager een tegemoetkoming van €10,= toegekend op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Er is sprake van een zekere opbouw van ongepast gedrag. Klager had al eerder rapporten gekregen en is herhaaldelijk aangesproken op zijn gedrag op de werkzaal. Gelet daarop is een straf van 14 dagen uitsluiting van de arbeid, feitelijk 10 dagen in
verband met het weekend waarin er geen arbeid is, rechtvaardig. Er is sprake van een ordeverstoring en dat kan tot onrust leiden in een groep gedetineerden op de arbeid. Een discussie is later best mogelijk, maar klager moet op dat moment eerst de
opdracht van de werkmeester opvolgen. De straf is overigens nog mild in die zin dat volgens het sanctiebeleid als straf 2 tot 4 dagen op cel kan worden opgelegd. Dat is echter een richtlijn. De directeur heeft ervoor gekozen uitsluiting van deelname
aan
de arbeid op te leggen in verband met een arbeidsgerelateerd incident. Klager heeft zijn tv op cel behouden, draaide verder mee met het dagprogramma en ging alleen tijdens de arbeid achter de deur. We hebben het hier over een onwillige gedetineerde,
die
niet deed wat de werkmeester vroeg en de discussie aanging.

Namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt schriftelijk toegelicht.
Allereerst wordt verwezen naar de klacht van 26 november 2015 met het verzoek het gestelde als herhaald en ingelast te beschouwen. Van het weigeren van een opdracht van het personeel is geen sprake. Blijkens het rapport van 23 november 2015 gaat het om
een verstoring van de orde, meer concreet om het feit dat klager riep dat de werkmeester niet naar hem moest schreeuwen, maar hem moest roepen en (kennelijk) de discussie met de werkmeester wilde aangaan. Van een escalatie was geen sprake. De
verstoring
van de orde was minimaal. Het voorgaande heeft de directeur tijdens de zitting van de beklagcommissie bevestigd. Het was “de bekende druppel” op grond waarvan de disciplinaire straf is opgelegd. De grondslag voor de disciplinaire straf wordt enkel
gevormd door het rapport van 23 november 2015. Dit rapport rechtvaardigt geen disciplinaire straf van 14 dagen (exclusief het weekend feitelijk 10 dagen) uitsluiting van deelname aan de arbeid. Het gaat immers enkel om het willen aangaan van een
discussie. De indruk van de rapporteur is hierbij niet relevant. Het gaat erom wat de werkmeester heeft waargenomen (gezien/gehoord), niet wat zijn indruk/conclusie daarbij was. Van het uitspelen van personeel (zoals weergegeven in het rapport) was dan
ook geen sprake. Verzocht wordt de beslissing van de beklagcommissie in stand te laten.

3. De beoordeling
Op grond van artikel 51, eerste lid en onder c, van de Pbw kan de directeur wegens het begaan van feiten als bedoeld in artikel 50, eerste lid, van de Pbw (feiten die onverenigbaar zijn met de orde of de veiligheid in de inrichting dan wel met de
ongestoorde tenuitvoerlegging van de vrijheidsbeneming) een disciplinaire straf opleggen van uitsluiting van deelname aan een of meer bepaalde activiteiten voor ten hoogste twee weken.

De beroepscommissie is van oordeel dat het bepalen van de hoogte van een disciplinaire straf tot de discretionaire bevoegdheid van de directeur behoort. Die straf dient de beklagcommissie slechts marginaal te toetsen. Alleen daar waar sprake is van
kennelijk onredelijk strenge bestraffing, dient de beklagcommissie in te grijpen. Gelet op hetgeen uit de stukken en ter zitting naar voren is gekomen heeft de directeur in redelijkheid kunnen beslissen tot de opgelegde disciplinaire straf. Het beroep
zal gegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.M. van der Nat, voorzitter, mr. A.T. Bol en drs. J. Plaisier, leden, in tegenwoordigheid van mr. S. Jousma, secretaris, op 10 juni 2016

secretaris voorzitter

Naar boven