Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/1087/TA, 9 september 2015, beroep
Uitspraakdatum:09-09-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 15/1087/TA

betreft: [klager] datum: 9 september 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. A.J. van der Velden, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 18 maart 2015 van de alleensprekende beklagrechter bij FPC de Rooyse Wissel te Venray, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 7 augustus 2015, gehouden in de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. A.J. van der Velden, en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting [...].
Als toehoorder was voorts aanwezig [...], stagiaire bij FPC de Rooyse Wissel.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft:
a. de oplegging op 3 oktober 2014 van een post- en belmaatregel,
b. het voortduren van de op 26 september 2014 opgelegde afzondering.

De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag onder a. en b. op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Het kan kloppen dat klager op 16 oktober 2014 het klaagschrift heeft ingediend.
Ten aanzien van a:
Klager heeft een verzoek ingediend om contact te kunnen leggen met de media. Het opleggen van een postmaatregel in reactie daarop is disproportioneel.
Ten aanzien van b:
Klager wordt heel snel en heel vaak door de inrichting in afzondering geplaatst.
Klager gaat vervolgens wel in gesprek met het personeel, maar hij blijft bij zijn standpunt. Dit kan niet de duur van een dergelijke ingrijpende maatregel rechtvaardigen.

Namens het hoofd van de inrichting is de volgende toelichting gegeven.
Ten aanzien van a:
Klager weigert uitleg en openheid te geven over de inhoud van zijn contacten met vertegenwoordigers van de media. Op 3 oktober 2014 is in verband met de handhaving van de orde en veiligheid de maatregel toezicht op telefoongesprekken en de inhoud van
poststukken opgelegd. In de schriftelijke mededeling zijn de voorwaarden genoemd waaraan klager moet voldoen voordat de maatregel wordt beëindigd. Klager houdt echter ieder gesprek af en voldoet aan geen enkele voorwaarde.
Ten aanzien van b:
Het door klager aan de RSJ gerichte schorsingsverzoek, dat tevens als klaagschrift is aangemerkt, is op 4 november 2014 ingekomen. Klager is op 3 november 2014 vanuit de inrichting overgeplaatst naar FPC Veldzicht en daarmee is de maatregel beëindigd.
Klager dient om die reden niet-ontvankelijk te worden verklaard.
Klager gaat niet in gesprek met medewerkers van het multidisciplinair behandelteam, is minimaal in contact met sociotherapie en maakt grensoverschrijdende en insinuerende opmerkingen over de integriteit van het personeel. Hij voldoet niet aan de
voorwaarden die zijn gesteld om de afzondering te doen beëindigen. Het beroep dient dan ook ongegrond te worden verklaard.

3. De beoordeling
Ten aanzien van a:
Het tegen de beslissing van het hoofd van de inrichting 3 oktober 2014 ingediende klaagschrift is gedateerd op 16 oktober 2014 en bij de RSJ binnengekomen op 4 november 2014. Dit betekent dat het klaagschrift niet is ingediend binnen de daarvoor
gestelde wettelijke termijn, zodat de beklagrechter klager terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. Het beroep zal derhalve in zoverre ongegrond worden verklaard.

Ten aanzien van b:
Klager heeft op 16 oktober 2014 een schorsingsverzoek tegen de verlenging van zijn afzondering bij de voorzitter van de beroepscommissie ingediend. De beklagcommissie heeft dit schorsingsverzoek aangemerkt als klaagschrift. Op 16 oktober 2014 duurde de
afzondering dus nog voort, zodat klager ontvankelijk is in zijn beklag. De omstandigheid dat de afzondering op 3 november 2014 is opgeheven toen klager werd overgeplaatst naar FPC Veldzicht, leidt niet tot een ander oordeel.
Gelet op het door de inrichting geschetste gedrag van klager en nu aannemelijk is geworden dat klager niet voldoet aan de voorwaarden die zijn gesteld voor beëindiging van de afzondering, is de duur van de afzondering niet onredelijk of onbillijk te
noemen.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ten aanzien van het beklag onder a. ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter.
De beroepscommissie verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag onder b. en vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagrechter. Zij verklaart dit beklag ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A.M. van Woensel, voorzitter, drs. M.R. Daniel en drs. C.W. van der Meer leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 9 september 2015.

secretaris voorzitter

Naar boven