Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/0346/GB, 4 april 2013, beroep
Uitspraakdatum:04-04-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 13/346/GB

Betreft: [klager] datum: 4 april 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. K. ter Mors, namens

[...], verder te noemen klaagster,

gericht tegen een op 24 januari 2013 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klaagster gericht tegen de beslissing haar over te plaatsen naar het huis van bewaring (h.v.b.) van de locatie Nieuwersluis ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klaagster is sedert 14 november 2012 gedetineerd. Zij verbleef als preventief gehechte in het h.v.b. van de locatie Zwolle Zuid 2. Op 3 december 2012 is zij overgeplaatst naar het h.v.b. van de locatie Nieuwersluis.

3. De standpunten
3.1. Namens klaagster is het beroep als volgt toegelicht. Het is voor klaagster onduidelijk hoe het mogelijk is dat op het bezwaarschrift, dat zij op 2 december 2012 naar de selectiefunctionaris heeft gezonden, een ontvangstdatum van 10 december
2012
kan staan. De selectiefunctionaris heeft de beslissingstermijn van zes weken niet in acht genomen. Klaagster is overgeplaatst omdat zij een personeelslid zou kennen. Zij kent het personeelslid van de locatie Zwolle Zuid 2 niet persoonlijk en weet zijn
naam niet eens. Dit personeelslid werkt op een andere afdeling en zij heeft hem eenmaal tijdens een kerkdienst gezien. Klaagster kent de vriendin van dit personeelslid wel, maar niet goed. De vriendin woont in dezelfde straat als klaagsters moeder.
Klaagster woonde voor de voorlopige hechtenis niet bij haar moeder en kwam er ook nauwelijks. Van enige bekendheid tussen het personeelslid en klaagster kan niet gesproken worden.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. De directie van de locatie Zwolle Zuid 2 heeft het voorstel ingediend om klaagster over te plaatsen naar een andere inrichting in verband met het feit dat klaagster een
goede bekende is van een personeelslid. Klaagster ging naar een kerkdienst waarbij een personeelslid haar herkende. Zij kennen elkaar privé en dit heeft het personeelslid bij de directie bekend gemaakt. In verband met het garanderen van een ongestoorde
detentie heeft de selectiefunctionaris tot overplaatsing besloten.

4. De beoordeling
4.1. Klaagster behoort, gelet op haar status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. De selectiefunctionaris geeft in zijn reactie op het beroepschrift aan dat er sprake is van bekendheid met het personeel. Het feit dat een personeelslid een gedetineerde kent, is niet uit te sluiten en betreft een situatie die vaker voor kan
komen. Gedetineerden worden immers zoveel mogelijk in hun eigen regio geplaatst. Slechts onder bepaalde omstandigheden zou dit kunnen leiden tot overplaatsing. Deze omstandigheden dienen dan wel zoveel mogelijk kenbaar te worden gemaakt en van
voldoende
gewicht en relevantie te zijn. De enkele mededeling dat klager (de vriendin van) een personeelslid kent en dit voor het personeelslid lastig is, is (zonder nadere toelichting of motivering, die ontbreekt) onvoldoende grond om klager over te plaatsen.
Er
is sprake van een motiveringsgebrek aan de zijde van de selectiefunctionaris. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris moet bij afweging van alle in aanmerking komende belangen als onredelijk en onbillijk
worden aangemerkt. Derhalve dient de bestreden beslissing te worden vernietigd. De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. De
beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. Zij
kent klaagster geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van C.M.E. Taverne, secretaris, op 4 april 2013

secretaris voorzitter

Naar boven