Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/2941/GB, 15 oktober 2013, beroep
Uitspraakdatum:15-10-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 13/2941/GB

Betreft: [klager] datum: 15 oktober 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M. van Stratum, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 28 augustus 2013 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar het huis van bewaring (h.v.b.) van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Nieuwegein ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 14 mei 2013 gedetineerd. Hij verbleef als preventief gehechte in het h.v.b. van de locatie Zoetermeer. Op 21 augustus 2013 is hij overgeplaatst naar het h.v.b. van de p.i. Nieuwegein.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Overeenkomstig de uitspraken van de beroepscommissie met de nummers 13/0346/GB en 10/2130GB is het enkele feit dat klager een personeelslid kent niet zonder meer redengevend om een overplaatsing
te kunnen rechtvaardigen. Het betreffende personeelslid is op een andere afdeling werkzaam. Daarnaast is het besluit niet nader gemotiveerd. Door de beslissing om klager over te plaatsen wordt klager onevenredig in zijn persoonlijk leven getroffen.
Klager kan in Nieuwegein niet of nauwelijks bezoek ontvangen.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. In de inrichting van de locatie Zoetermeer is een medewerkster werkzaam die klager, diens familie en vrienden van buiten kent. Hierdoor voelde zij zich ongemakkelijk
bij
de uitoefening van haar werkzaamheden in de inrichting. De afstand Den Haag- Nieuwegein is een acceptabele reisafstand voor bezoek.

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. Het feit dat een personeelslid een gedetineerde kent, is niet uit te sluiten en betreft een situatie die vaker voor kan komen. Gedetineerden worden immers zoveel mogelijk in hun eigen regio geplaatst. Slechts onder bepaalde omstandigheden zou
dit kunnen leiden tot overplaatsing. Deze omstandigheden dienen dan wel zoveel mogelijk kenbaar te worden gemaakt en van voldoende gewicht en relevantie te zijn. De enkele mededeling dat een medewerkster klager, diens familie en vrienden kent en
hierdoor niet goed kan functioneren in haar werkzaamheden is, zonder nadere motivering of toelichting, onvoldoende grond om klager over te plaatsen. Er is sprake van een motiveringsgebrek. Het beroep zal gegrond worden verklaard. Derhalve dient de
bestreden beslissing te worden vernietigd. De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. De beroepscommissie acht geen termen
aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. Zij
kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van M.E.H. Nijp, secretaris, op 15 oktober 2013

secretaris voorzitter

Naar boven