Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/0017/GA, 21 februari 2013, beroep
Uitspraakdatum:21-02-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 13/17/GA

betreft: [klager] datum: 21 februari 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. S. Epema, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 21 december 2012 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Krimpen aan den IJssel,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde inrichting in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de afwijzing van klagers verzoek om algemeen verlof.

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt in beroep als volgt - zakelijk weergegeven - toegelicht. Het verlofadres is volgens de politie gelegen in een zeer kinderrijke wijk. Het verlofadres ligt echter in een wijk met
voornamelijk 50-plus woningen. De in de nabijheid van het verlofadres gelegen basisschool is in het weekend gesloten. Het schoolplein is afgesloten als de basisschool gesloten is. Het dichtstbijzijnde wijkcentrum organiseert voornamelijk activiteiten
voor ouderen. Het andere wijkcentrum dat wel activiteiten voor jongeren organiseert is 10 tot 15 minuten lopen. In de wijk waarin het verlofadres is gelegen wonen niet meer kinderen dan in andere wijken. Bovendien is het mogelijk om bijzondere
voorwaarden aan het verlof te verbinden, zoals bijvoorbeeld een gebiedsverbod. In het negatieve advies van het Openbaar Ministerie (OM) wordt in zijn algemeenheid gerefereerd aan de strafwaardigheid van het gepleegde delict. Het is niet duidelijk op
welke weigeringsgrond de afwijzing is gebaseerd. Het slachtoffer woont niet in de buurt van het verlofadres. De einddatum van klagers detentie is oktober 2013. Het is van belang dat klager stap voor stap terugkeert in de maatschappij. De reclassering
heeft in het voor de strafzitting opgemaakte rapport aangegeven dat wordt verwacht dat klager zich aan alle afspraken zal houden.

De directeur heeft in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt in beroep als volgt - zakelijk weergegeven - toegelicht. Klager heeft op 27 oktober 2012 om algemeen verlof verzocht. Het betreft zijn eerste verlofaanvraag. Zowel het OM
als de politie hebben negatief geadviseerd. In het Multi Disciplinair Overleg (MDO) zijn alle adviezen bekeken en zorgvuldig afgewogen. Het verlofadres ligt in een kinderrijke wijk, zoals de politie ook aangeeft. Daarnaast bevindt zich in de buurt van
het verlofadres een wijkcentrum waar ook jongeren komen. Het feit dat de basisscholen in het weekend zijn gesloten, betekent niet dat de kinderen zich dan niet in de wijk bevinden. De beklagrechter bevestigt dat sprake is van vrees voor
slachtofferconfrontatie en gevaar voor ernstige verstoring van de openbare orde, zoals door het OM wordt gesteld. De directeur is van mening dat hij met de wetenschap van toen, een zorgvuldige beslissing heeft genomen.

3. De beoordeling
De beroepscommissie overweegt dat bij de beslissing op een verzoek om verlof een afweging dient te worden gemaakt tussen enerzijds het belang van de gedetineerde bij een goede en tijdige voorbereiding van zijn terugkeer in de maatschappij en anderzijds
het belang van de samenleving bij een ongestoorde tenuitvoerlegging van de opgelegde straf. De directeur heeft zijn beslissing gebaseerd op de negatieve adviezen van het OM en de politie. In het advies van het OM wordt met name verwezen naar de ernst
en
aard van het delict. Klager is veroordeeld voor het plegen van zedendelicten waarbij minderjarigen waren betrokken en bedreiging met een misdrijf tegen het leven gericht. Verder geeft het OM aan dat bij het verzoek informatie omtrent het recidiverisico
ontbreekt. Verlofverlening zal volgens het OM de rechtsorde verder schokken en gevoelens van onveiligheid bij het slachtoffer veroorzaken. De politie heeft negatief geadviseerd, omdat het verlofadres is gelegen in een zeer kinderrijke wijk. Recht
tegenover het verlofadres staat een basisschool en in de straat waar het verlofadres is gevestigd, staan nog drie andere basisscholen en bevindt zich een wijkcentrum waar veel jongeren komen. Naar het oordeel van de beroepscommissie zijn voormelde
adviezen echter onvoldoende zwaarwegend om aan verlofverlening in de weg te staan, nu de ernst en aard van het delict geen zelfstandige afwijzingsgrond kunnen vormen. Verder is niet gebleken dat het slachtoffer in de buurt van het verlofadres woont.
Dat
het verlofadres is gelegen in een kinderrijke wijk waar zich basisscholen en een wijkcentrum bevinden, kan naar het oordeel van de beroepscommissie evenmin aan verlofverlening in de weg staan. Niet gebleken is dat eventuele risico’s niet kunnen worden
ondervangen door het verbinden van één of meer bijzondere voorwaarden aan het verlof. Uit het voorgaande volgt dat de beslissing van de directeur, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, als onredelijk en onbillijk moet worden aangemerkt.
Het beroep zal dan ook gegrond worden verklaard, de uitspraak van de beklagrechter zal worden vernietigd en het beklag zal alsnog gegrond worden verklaard. De beslissing van de directeur zal worden vernietigd en hem zal worden opgedragen om met
inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken een nieuwe beslissing te nemen.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog gegrond. Zij vernietigt de beslissing waarover is geklaagd en draagt de directeur op om binnen twee weken een nieuwe
beslissing
te nemen met inachtneming van haar uitspraak.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. G.L.M. Urbanus, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 21 februari 2013

secretaris voorzitter

Naar boven