Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/3526/SGA, 14 november 2012, schorsing
Uitspraakdatum:14-11-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 12/3526/SGA

Betreft: [klager] datum: 14 november 2012

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw), heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift van

[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de penitentiaire inrichting (p.i.) Krimpen aan den IJssel.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid, van de Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van voormelde inrichting, inhoudende dat verzoeker tijdens de uren dat hij niet deelneemt aan de
arbeid wordt ingesloten in zijn verblijfsruimte.

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van het klaagschrift van 20 september 2012 alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de directeur van 14 november 2012.

1. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en
beslist.
Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing waartegen beklag is ingediend in strijd is met een wettelijk voorschrift dan wel zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de
(verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing. Naar het oordeel van de voorzitter is dat het geval. Uit hetgeen door verzoeker naar voren is gebracht en uit het verzoek en de bijlage waarin de inrichtingsarts op 23 oktober 2012 heeft verklaard dat
verzoeker geschikt is bevonden voor het uitvoeren van lichte werkzaamheden voor de duur van vijf uren per week, wordt voldoende aannemelijk dat verzoeker voor de overige (arbeids)tijd ongeschikt moet worden geacht. Volgens vaste rechtspraak van de
beroepscommissie mogen gedetineerden in een regime van algehele gemeenschap, die buiten hun schuld niet kunnen deelnemen aan het arbeidsproces (en niet ziek zijn), niet tijdens de voor de arbeid bestemde tijd worden ingesloten maar moeten in staat
worden gesteld zich vrijelijk over de afdeling te bewegen. De directeur heeft weliswaar verwezen naar een – volgens hem in de huisregels staande – passage, maar die passage is niet opgenomen in de huisregels van de inrichting terwijl die passage
daarnaast, indien deze wel zou zijn opgenomen, onverbindend zou moeten worden geacht, gelet op hetgeen hiervoor is overwogen. Gelet op het vorenstaande zal het verzoek worden toegewezen.

2. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de beslissing van de directeur, voor zover verzoeker tijdens de voor de arbeid bestemde tijd wordt ingesloten op de momenten dat hij daaraan niet kan of hoeft deel te nemen, met onmiddellijke ingang tot
het
moment dat de beklagcommissie op het verzoek zal hebben beslist.

Aldus gedaan door mr. J.D. den Hartog, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 14 november 2012.

secretaris voorzitter

Naar boven