Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/1485/GA, 17 augustus 2015, beroep
Uitspraakdatum:17-08-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 15/1485/GA

betreft: [klager] datum: 17 augustus 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. R.T. Schrama, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 28 april 2015 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Dordrecht,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van de p.i. Dordrecht in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft het feit dat klager als arbeidsongeschikte tijdens de arbeidsuren wordt ingesloten.

De beklagrechter heeft klager kennelijk niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is in beroep aangevoerd dat er wel sprake is van een beslissing door of namens de directeur. Hierbij wordt verwezen naar RSJ 14 november 2012,
nr. 12/3526/SGA. Voordat het klaagschrift is ingediend, heeft klager een brief gestuurd naar de directeur met het verzoek gehoor te geven aan voornoemde uitspraak.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Het beklag is gericht tegen het insluiten van klager gedurende de arbeidsuren vanwege zijn arbeidsongeschiktheid. Daarmee is sprake van een beslissing door of namens de directeur waartegen beklag open staat op grond van artikel 60, eerste lid, van de
Pbw. De beroepscommissie zal klager derhalve alsnog ontvangen in het beklag.

De beroepscommissie stelt vast dat klager in de p.i. Dordrecht verblijft alwaar een regime van beperkte gemeenschap geldt. Uit artikel 21 van de Pbw volgt dat in een regime van beperkte gemeenschap gedetineerden in de gelegenheid worden gesteld
gemeenschappelijk aan activiteiten deel te nemen. Overigens houden zij zich in de voor hen persoonlijk dan wel voor de gemeenschappelijke onderbrenging van gedetineerden bestemde verblijfsruimte op. Deze regel impliceert dat gedetineerden die niet aan
de activiteit arbeid deelnemen mogen worden ingesloten. Volgens vaste jurisprudentie van de beroepscommissie (vgl. RSJ 26 februari 2015, nr. 14/4278/GA en 14/4203/GA) geldt deze regel niet voor gedetineerden die door structurele omstandigheden in hun
persoon gelegen, zoals bijvoorbeeld langdurige of permanente arbeidsongeschiktheid, niet aan de arbeid kunnen deelnemen.

Naar klager heeft gesteld, was sprake van een breuk in zijn hand en was de onmogelijkheid om aan het arbeidsproces deel te nemen slechts tijdelijk. Nu geen sprake is van langdurige of permanente arbeidsongeschiktheid, geldt voornoemde uitzondering
niet.
De directeur heeft daarom op juiste gronden kunnen besluiten klager tijdens de arbeidsuren in te sluiten. Het beklag zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagrechter, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag, maar verklaart dit beklag ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.M. van der Nat, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en mr. A. van Holten, leden, in tegenwoordigheid van
mr. S. Blankenspoor, secretaris, op 17 augustus 2015

secretaris voorzitter

Naar boven