De afmetingen van de overdrukbeveiligingskleppen dienen in overeenstemming met de volgende eisen te zijn.
Overdrukbeveiligingskleppen dienen een zodanige gecombineerde drukontlastingscapaciteit voor elke ladingtank te bezitten, dat zij de grootste van de volgende waarden kunnen verwerken met ten hoogste een stijging van 20% van de ladingtankdruk boven de MARVS:
a. de maximum capaciteit van de inrichting voor het inert maken van de ladingtank, indien de maximum bereikbare werkdruk van deze inrichting de MARVS van de ladingtanks overschrijdt: of
b. bij brandbelasting ontstane dampen, berekend met behulp van de volgende formule:
Q= FGA
0.82waarin:
Q = de minimum vereiste ontlastcapaciteit in kubieke meters (kubieke voeten) lucht per minuut bij een standaardtemperatuur van 0 °C en een standaarddruk van 1.03 kgf/cm2. Een tolerantie van niet meer dan -10% is toegestaan.
F = de brandbelastingsfactor voor verschillende typen tanks:
F = 1,0 voor op het dek geplaatste tanks zonder isplatie:
F = 0,5 voor boven het dek uitstekende tanks met door het Hoofd van de Scheepvaartinspectie goedgekeurde isolatie. (De goedkeuring is afhankelijk van de toepassing van een goedgekeurd brandwerend materiaal, het warmtegeleidingsvermogen van de
isolatie, alsmede de stabiliteit van de isolatie bij vuurbelasting):
F = 0,5 voor in ruimen geïnstalleerde niet-geïsoleerde losse tanks;
F = 0,2 voor geïsoleerde losse tanks in ruimen (of niet-geïsoleerde losse tanks in geïsoleerde ruimen);
F = 0,l voor geïsoleerde losse tanks in inert gemaakte ruimen (of niet-geïsoleerde losse tanks in inert gemaakte geïsoleerde ruimen):
F = 0,l voor membraan- en semi-membraantanks.
Voor losse tanks die gedeeltelijk boven het open dek uitsteken, dient de vuurbelastingsfactor te worden bepaalde aan de hand van de oppervlakte boven- en benedendeks.
G= de gasfactor:
(i) metrieke eenheden: G = 177/LC√(ZT/M)
(ii) Engelse eenheden: G = 633,000/LC√(ZT/M)
waarin:
L = de verdampingswarmte van de stof bij drukontlasting, in kcal/kg; (Btu per Engels pond)
C = de constante, gebaseerd op de in tabel 8.1 van dit Hoofdstuk vermelde verhouding (k) van de soortelijke warmtes bij constante druk en bij constant volume; C = .606 (315). Indien k niet bekend is;
Z = de compressiefactor van het gas bij drukontlasting; Z = 1,0 indien deze factor niet bekend is;
T = de temperatuur in graden K = (273 + graden C) (R = (460 + graden F)) bij de drukontlasting, d.w.z. 120 percent van de insteldruk van de overdrukbeveiligingsklep;
M = het moleculair gewicht van het product.
A = het uitwendig oppervlak van de tank in m2 voor verschillende typen tanks:
voor de romp van tanks welke de vorm van een omwentelingslichaam hebben
A = het uitwendig oppervlak; en
voor de romp van andere typen tanks
A = het uitwendig oppervlak minus het geprojecteerde oppervlak van de bodem;
voor tanks die deel uitmaken van een groep drukhouders:
(i) isolatie aan de scheepsconstructie:
A = het uitwendig oppervlak van het ruim minus het geprojecteerde oppervlak van de bodem;
(ii) isolatie aan de tankconstructie:
A = het uitwendig oppervlakvan de groep drukhouders zonder isolatie, minus het geprojecteerde oppervlak van de bodem als aangegeven in fig. 8.1
