Het Hoofd van de Scheepvaartinspecties,
Overwegende:
dat de economische ontwikkeling aanleiding geeft om de tarieven te
herzien die in de Bekendmaking aan de Scheepvaart nr. 101/1974 van 28 november 1974
werden vastgesteld voor het keuren van het gezichts- en gehoororgaan;
Gelet op:
het bepaalde in de artikelen 6, tweede
lid, en 11, derde lid, van bijlage XXIII van het Schepenbesluit 1965;
Gezien:
het advies van de Medisch Adviseur bij
de Scheepvaartinspectie;
Stelt vast:
1. a. het tarief dat een deskundige in rekening mag brengen
voor de keuring van het gezichts- of gehoororgaan van een gediplomeerde bedraagt ten
hoogste f 51,-;
b. het tarief dat een deskundige in
rekening mag brengen voor de keuring van het gezichts- of gehoororgaan van een
niet-gediplomeerde bedraagt ten hoogste f 38,50;
2. het
tarief dat een scheidsrechter in rekening mag brengen voor een herkeuring van het
gezichts- of gehoororgaan bedraagt ten hoogste f 123,50;
3.
bovengenoemde tarieven mogen met ingang van 1 april 1979 in rekening worden
gebracht;
Trekt in:
De
Bekendmaking aan de Scheepvaart nr. 101/1974 van 28 november 1974.
`Gravenhage, 1 maart 1979
Het Hoofd van
de Scheepvaartinspectie voornoemd,
J.F. van Doorn
Versie informatie document
Publicatie op Netherlands Regulatory Framework (NeRF) – Maritime:
Huidige versie: 1
Datum beschikbaarheid huidige versie: 10-02-2005 (vanaf dit moment beschikbaar op Netherlands Regulatory Framework (NeRF) – Maritime)
Datum document: