Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/4353/GB, 5 maart 2012, beroep
Uitspraakdatum:05-03-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 11/4353/GB

Betreft: [klager] datum: 5 maart 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.J. Weldam, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 1 december 2011 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Klager is met behulp van een tolk Aramees, bijgestaan door zijn raadsman mr. J.J. Weldam, op 6 februari 2012 door een lid van de Raad gehoord.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de ISD-gevangenisunit van de penitentiaire inrichting (p.i.) Hoogeveen, ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 27 januari 2010 gedetineerd. Hij verbleef op de Forensisch Psychiatrische Afdeling (FPA) Cederborg te Zuidlaren. Op 3 oktober 2011 is hij overgeplaatst naar de ISD-gevangenisunit van de p.i. Hoogeveen, waar een regime van algehele
gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager is in het kader van de extramurale fase ISD geplaatst op de FPA Cederborg. Dit was in eerste instantie alleen voor diagnostiek, voor een periode van maximaal drie maanden. Hij
heeft uiteindelijk acht maanden op de FPA Cederborg te Zuidlaren verbleven en er is al die tijd niets voor hem gedaan. Hij heeft alleen gewerkt en af en toe gesprekken gehad. Op 3 oktober 2011 werd aan klager medegedeeld dat hij zou worden
teruggeplaatst omdat hij niet langer zou willen meewerken aan de behandeling. Deze beslissing is het gevolg van een maatregel van de directeur van de FPA Cederborg, in afwachting van een selectiebeslissing. De directeur had hier niet over mogen
beslissen, want de selectiebeslissing is pas op 27 oktober 2011 door de selectiefunctionaris opgemaakt. Er is niet de juiste procedure gevolgd. Bovendien betwist klager dat hij niet langer aan de behandeling zou willen meewerken. Nergens blijkt uit
waaruit dit “niet meewerken” zou bestaan. Ook blijkt niet dat hij eerst is gewaarschuwd alvorens hij werd teruggeplaatst. Er werd alleen beweerd dat hij niet het achterste van zijn tong liet zien. Klager vraagt zich af of hij niet acht maanden in de
verkeerde inrichting heeft gezeten. Er is immers niets voor hem gedaan. De einddatum van de ISD-maatregel is in zicht (juni 2012) en als hij vrijkomt is er niets geregeld. Dit is geen oplossing. Klager wil een vergoeding van 600 euro per maand voor de
acht maanden die hij voor niets op de FPA Cederborg te Zuidlaren heeft verbleven.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. In een rapportage van de p.i. Hoogeveen staat vermeld dat klager niet langer zijn medewerking wilde verlenen aan de behandeling. Medewerkers van de FPA Cederborg hebben
aangegeven dat klager niet langer kon verblijven in de FPA. Dit is voor de FPA Cederborg aanleiding geweest om de samenwerking met klager stop te zetten en klager op 3 oktober 2011, in afwachting van een definitieve beslissing van de
selectiefunctionaris, terug te plaatsen naar de ISD-gevangenisunit van de p.i. Hoogeveen. Het is gebruikelijk dat een gedetineerde die in het kader van een extramurale fase in een FPA wordt geplaatst, onder verantwoordelijkheid van de directeur van de
(zendende) inrichting blijft vallen. Bij berichten dat een gedetineerde dient te worden teruggeplaatst wordt nagenoeg direct gehandeld om te voorkomen dat de betreffende gedetineerde zich zal onttrekken aan detentie. Uiteraard wordt dit aan de
selectiefunctionaris voorgelegd die vervolgens een beslissing neemt over de terugplaatsing. De selectiefunctionaris is van mening dat zorgvuldig is gehandeld. Indien een veroordeelde tot een ISD-maatregel in de extramurale fase niet wenst mee te werken
aan een behandeling, dient hij uit de FPA te worden geplaatst.

4. De beoordeling
4.1. In beroep is onder meer aangevoerd dat de overplaatsing van klager buiten de selectiefunctionaris om heeft plaatsgevonden. Op grond van artikel 44m, eerste lid, van de Penitentiaire maatregel (Pm) kan de selectiefunctionaris, indien een
gedetineerde niet of niet meer in staat of bereid is deel te nemen aan het programma in de laatste fase buiten de inrichting dan wel te voldoen aan de daaraan verbonden voorwaarden, op de grondslag van een advies van de directeur de gedetineerde
terugplaatsen in de inrichting. Het voorgaande sluit echter niet uit dat in zeer bijzondere gevallen een plaatsing van een gedetineerde plaatsvindt zonder dat aan die plaatsing een beslissing van de selectiefunctionaris ten grondslag ligt. In een
dergelijk geval zal in de kort na de plaatsing te geven beslissing van de selectiefunctionaris die plaatsing bevestigd moeten worden waarbij gemotiveerd zal moeten worden waarom de bijzonderheden van het geval vereisten dat versneld tot plaatsing is
overgegaan.

4.2. Klager is op 3 oktober 2011 vanuit de FPA Cederborg te Zuidlaren overgeplaatst naar de ISD-gevangenisunit van de p.i. Hoogeveen. De selectiefunctionaris heeft op 27 oktober 2011 ten aanzien van deze overplaatsing een beslissing genomen. In die
beslissing is niet gemotiveerd waarom in dit geval versneld tot overplaatsing is overgegaan. Dit wordt evenmin gemotiveerd in de beslissing op bezwaar van 1 december 2011. De beroepscommissie is dan ook van oordeel dat de bestreden beslissing niet
voldoet aan de daaraan te stellen eisen nu niet wordt aangegeven waarom eerst ruim drie weken na klagers overplaatsing door de selectiefunctionaris een beslissing wordt genomen en de gegeven motivering geen inzicht geeft waarom hier sprake was van een
zeer bijzonder geval als onder 4.1. bedoeld. Dat de selectiefunctionaris dit in de reactie op het beroep wel heeft toegelicht, doet hier niet aan af. Het beroep zal daarom gegrond worden verklaard en de bestreden beslissing dient te worden vernietigd.
De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een
tegemoetkoming.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. Zij
kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 5 maart 2012

secretaris voorzitter

Naar boven