Beleidsregel
Als de door de SVB vastgestelde controlevoorschriften niet of niet
behoorlijk worden nageleefd of als degene op wie een mededelingsverplichting rust, na een
verzoek om informatie van de SVB, de gevraagde informatie niet binnen de gestelde termijn
verstrekt, is de SVB verplicht de uitkering tijdelijk of blijvend, geheel of gedeeltelijk te
weigeren. De SVB dient een dergelijke maatregel ook toe te passen als de betrokkene de
identificatieverplichting van artikel 55, tweede lid, van de Wet SUWI niet is nagekomen, of
als hij weigert zich aan een in de Anw voorzien geneeskundig onderzoek te onderwerpen.
Indien de mededelingsverplichting niet binnen de in het verzoek gestelde
termijn wordt nagekomen, kan de SVB op grond van en onder de voorwaarden genoemd in artikel
17b, derde lid AOW, artikel 38, derde lid Anw en artikel 17, derde lid 3 AKW volstaan met
het geven van een schriftelijke waarschuwing. De SVB volstaat niet met het geven van een
waarschuwing, indien zij al een schorsingsbeslissing heeft genomen.
In
het Maatregelenbesluit socialezekerheidswetten worden nadere regels gegeven voor het bepalen
van de hoogte en de duur van een maatregel. De SVB geeft aan dit besluit de volgende
invulling.
Een schending van de in de AOW, de Anw en de AKW opgenomen
verplichtingen doet zich uitsluitend voor op het moment waarop de termijn verloopt
waarbinnen aan de verplichting moet zijn voldaan of op het tijdstip waarop de belanghebbende
zijn medewerking weigert. Door het eenmalige karakter van deze schending is er geen sprake
van een zogenoemde duurovertreding. Gelet hierop legt de SVB alleen maatregelen op voor de
minimale duur genoemd in artikel 2, eerste lid, onder a of artikel 2, eerste lid, onder b
van het Maatregelenbesluit socialezekerheidswetten.
De hoogte van de
maatregel moet worden afgestemd op de ernst van de overtreding en de mate van
verwijtbaarheid. De mate waarin de gedraging aan de belanghebbende kan worden verweten wordt
beoordeeld aan de hand van de stelregels in Deel I, Het bepalen van de mate van
verwijtbaarheid, SB1244.
Ter bepaling van de hoogte van de maatregel
hanteert de SVB daarom het volgende beleid. Bij het niet tijdig of niet behoorlijk nakomen
van een verplichting van de eerste categorie, bedraagt de hoogte van de maatregel 5% van het
uitkeringsbedrag bedoeld in artikel 2 van het Maatregelenbesluit socialezekerheidswetten met
het in dat besluit voorgeschreven minimum van € 25,-. Indien verminderde verwijtbaarheid
daartoe aanleiding geeft, bedraagt het percentage 2%, met het minimum van € 25,-.
Bij het niet tijdig of behoorlijk nakomen van een verplichting van de tweede
categorie bedraagt de hoogte van de maatregel 10% van het uitkeringsbedrag bedoeld in
artikel 2 van het Maatregelenbesluit socialezekerheidswetten, met het minimum van € 25,-.
Indien verminderde verwijtbaarheid daartoe aanleiding geeft, wordt een maatregel opgelegd
van 5%, met het minimum van € 25,-.
Indien aan de belanghebbende een
maatregel is opgelegd en binnen twee jaar na de bekendmaking daarvan opnieuw een
soortgelijke verplichting niet of niet behoorlijk wordt nagekomen wordt het percentage van
de op te leggen maatregel met 50% verhoogd, nadat rekening is gehouden met de mate van
verwijtbaarheid. De SVB onderscheidt drie soorten
verplichtingen:
- het tijdig voldoen aan een verzoek om
informatie van de SVB;
- de verplichtingen van de tweede categorie, zoals
bedoeld in artikel 4 van het Maatregelenbesluit
socialezekerheidswetten;
- het naleven van de controlevoorschriften, voor
zover deze verplichting niet valt onder de voorgaande twee soorten
verplichtingen.
De maatregel wordt geëffectueerd door het
bedrag in mindering te brengen op de eerstvolgende termijn of termijnen van het pensioen, de
uitkering of de kinderbijslag. Indien er gedurende vijf jaar geen recht op (uitbetaling van)
het pensioen, de uitkering of de kinderbijslag bestaat, vervalt de maatregel. De reden
hiervoor is dat de SVB het dossier na vijf jaar afsluit als geen recht meer bestaat op het
pensioen, de uitkering of de kinderbijslag. Het dossier zou niet kunnen worden afgesloten
als de maatregel blijft openstaan om geëffectueerd te worden.
De SVB
hanteert als beleid dat een belanghebbende tijdig een verplichting is nagekomen als de
informatie die moet worden verstrekt uiterlijk op de laatste dag van de termijn door de SVB
is ontvangen (ontvangsttheorie).