Onderwerp: Bezoek-historie

BadS 315/1997 Voorschriften voor de wachtdienst
Geldigheid:07-06-1997 t/m 31-12-2004Status: Was geldig

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.


Het Hoofd van de Scheepvaartinspectie,
Gelet op artikel 174, eerste lid, van het Schepenbesluit 1965;
Maakt bekend:

Artikel 1
1. In deze bekendmaking wordt verstaan onder:
STCW-Code: de ’Seafarers’ Training, Certification and Watchkeeping Code’, bedoeld in artikel I/1, eerste lid, onder 21, van de bijlage bij het op 7 juli 1978 te Londen tot stand gekomen Internationaal verdrag betreffende de normen van zeevarenden inzake opleiding, diplomering en wachtdienst, 1978, met bijlage (Trb. 1981, 144).
2. In de STCW-Code wordt verstaan onder:
a. officer in charge: de officier, belast met het houden van de wachtdienst;
b. Chapter II, III en VII: hoofdstukken II, III en VII van de STCW-Code;
c. chief engineer officer: hoofdwerktuigkundige;
d. International Regulations for Preventing Collisions at Sea, 1972: de Internationale bepalingen ter voorkoming van aanvaringen op zee, zoals van toepassing verklaard bij het besluit van 7 november 1989 (Stb. 502);
e. International Convention for the Safety of Life at Sea (SOLAS 1974): het Schepenbesluit 1965, voorzover daarin uitvoering is gegeven aan de bepalingen van SOLAS 1974 waarnaar in de STCW-Code wordt verwezen;
f. Radio Regulations: het Radioreglement (Trb. 1981, 78), behorende bij het op 6 november 1982 te Nairobi tot stand gekomen Internationale Verdrag betreffende de Telecommunicatie (Trb. 1983, 164);
g. artikel 10 van de Conventie: artikel 10 van het op 7 juli 1978 te Londen tot stand gekomen Internationaal verdrag betreffende de normen van zeevarenden inzake opleiding, diplomering en wachtdienst, 1978, met bijlage (Trb. 1981, 144).

Artikel 2
1. Aan boord van een schip dat op zee gebruikt wordt, dan wel van zee komt of naar zee gaat, geschiedt het houden van de wachtdienst met inachtneming van deel A van de STCW-Code, met dien verstande dat daarvan de voorschriften A-VIII/1 en A-VIII/2, onderdelen 8 en 84, niet van toepassing zijn.
2. Van een wijziging van deel A van de STCW-Code wordt mededeling gedaan in de Staatscourant, in de Curaçaosche Courant en in de Landscourant van Aruba, met vermelding van het tijdstip waarop deze wijziging voor de toepassing van deze bekendmaking in werking treedt.

Artikel 3
De Bekendmakingen aan de Scheepvaart nr. 117/1976 (Stcrt. 76), nr. 131/1977 (Stcrt. 118), nr. 170/1981(Stcrt. 247) en 171/1981 (Stcrt. 247) worden ingetrokken.

Artikel 4
Deze bekendmaking treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze bekendmaking zal met de toelichting in de Staatscourant, in de Curaçaosche Courant en in de Landscourant van Aruba worden geplaatst.

Rotterdam, 12 mei 1997.
Het Hoofd van de Scheepvaartinspectie,
H. G. H. ten Hoopen.

Toelichting
Tijdens haar van 26 juni tot 7 juli 1995 te Londen gehouden zitting heeft de Conferentie van partijen bij het op 7 juli 1978 te Londen tot stand gekomen Internationaal verdrag betreffende de normen voor zeevarenden inzake opleiding, diplomering en wachtdienst, 1978, met bijlage (Trb. 1981, 144), (hierna aangeduid als STCW-verdrag), twee resoluties aangenomen. Resolutie 1 wijzigt op onderdelen de bijlage bij het STCW-verdrag en resolutie 2 bevat een Code inzake opleiding, diplomering en wachtdienst voor zeevarenden (hierna aangeduid als STCW-Code). Zo bepaalt het in resolutie 1 gewijzigde voorschrift VIII/2 dat het houden van de wachtdienst moet geschieden met inachtneming van de daartoe in de STCW-Code gestelde eisen, beginselen en richtlijnen. De tekst van beide resoluties is gepubliceerd in het Tractatenblad (Trb. 1996, 249).
Door de rechtsvoorganger van de Internationale Maritieme Organisatie zijn reeds eerder bepalingen inzake het houden van de wachtdienst vastgesteld. De Algemene Vergadering van de toenmalige Intergouvernementele Maritieme Consultatieve Organisatie (hierna aangeduid als IMCO) heeft op 20 november 1973 resolutie A.285(VIII) en op 12 november 1975 resolutie A.337(IX) aangenomen: beide resoluties bevatten aanbevelingen inzake het wachtlopen op de brug en aan dek. Aan deze aanbevelingen is binnen het Koninkrijk der Nederlanden wat betreft de brugwacht uitvoering gegeven in Bekendmaking aan de Scheepvaart nr. 117/1976 (Stcrt. 76) en voor de dekwacht in Bekendmaking aan de Scheepvaart nr. 131/1977 (Stcrt. 118).
Daarnaast zijn door de IMCO, bij gelegenheid van de totstandkoming van het STCW-verdrag in 1978, onder meer in resolutie 2 richtlijnen voor de wacht in de machinekamer en in de resoluties 5 en 6 aanbevelingen voor onder meer het houden van de radio-luisterdienst vastgesteld. Ook aan deze aanbevelingen is binnen het Koninkrijk uitvoering gegeven: voor de machinekamerwacht in Bekendmaking aan de Scheepvaart nr. 170/1981 (Stcrt. 247) en voor de radiowacht in Bekendmaking aan de Scheepvaart nr. 171/1981 (Stcrt. 247).
De in genoemde bekendmakingen opgenomen aanbevelingen zijn te vrijblijvend en voldoen niet meer aan de huidige aan de wachtdienst te stellen eisen. Dit heeft ertoe geleid dat tijdens genoemde conferentie in 1995 in de STCW-Code bepalingen inzake het houden van de wachtdienst zijn opgenomen. Belangrijkste wijziging ten opzichte van de oude bepalingen is het verbindend karakter van de voorschriften. Voorts zijn de voorschriften gemoderniseerd en aangepast aan de huidige inzichten en de stand van de techniek. De internationale voorschriften zijn op 1 februari 1997 in werking getreden, als gevolg waarvan genoemde bekendmakingen moeten worden ingetrokken.
De onderhavige bekendmaking strekt tot uitvoering van deze internationale voorschriften. Met betrekking tot varende schepen is in de artikelen 113 en 114 van het Schepenbesluit 1965 en in artikel 14 van bijlage V bij dat besluit reeds de verplichting opgenomen tot het houden van een wachtdienst op respectievelijk de brug, in de machinekamer en bij de radio-installatie. Daarbij is echter niet bepaald dat op schepen die zich in havens bevinden wachtdienst moet worden gehouden en is niet voorgeschreven op welke wijze de wachtdienst op de onderscheiden plaatsen moeten plaatsvinden. Artikel 2, eerste lid, voorziet hierin.

In de bekendmaking wordt verwezen naar deel A van de STCW-Code, waarvan de Engelstalige tekst is opgenomen in het Tractatenblad. Hiervoor is gekozen omdat uit een oogpunt van nationaal beleid geen behoefte bestaat de internationale voorschriften aan te passen: de internationale voorschriften, met uitzondering van de bepalingen die tot de overheid zijn gericht, kunnen met inachtneming van artikel 1, tweede lid, zonder meer van toepassing worden verklaard.
In verband met flexibele en snelle implementatie van toekomstige wijzigingen van deel A van de STCW-Code, heeft de verwijzing een dynamisch karakter. In artikel 2, tweede lid, is dan ook bepaald, dat van een wijziging van deel A van de STCW-Code mededeling wordt gedaan in de Staatscourant, in de Curaçaosche Courant en in de Landscourant van Aruba, met vermelding van het tijdstip waarop deze wijziging voor de toepassing van deze bekendmaking in werking treedt. Op deze wijze is verzekerd dat de doelgroep adequaat wordt geïnformeerd over de in deze bekendmaking doorwerkende wijzigingen van deel A van de STCW-Code.
Verwijzing naar Engelstalige voorschriften sluit voorts goed aan bij het mondiale karakter van de doelgroep die de Engelse taal als voertaal gebruikt.
Naar boven