Het Hoofd van de Scheepvaartinspectie,
Overwegende:
dat het nodig is voor de vervaardiging van
drijfankers voor gebruik in reddingvlotten en hulpverleningsboten nadere
voorschriften te geven;
dat de vorm en uitvoering van het
drijfanker essentieel zijn voor de stabiele ligging van deze vlotten en boten, met
name bij slechte weersomstandigheden.
Gelet op:
de artikelen 4, 30, 38 en 47.2.2.4 van bijlage XIA van het Schepenbesluit 1965*;
Maakt bekend:
Drijfankers
van reddingvlotten en hulpverleningsboten van gedeeltelijk vaste constructie en van
het opblaasbare type moeten voldoen aan het bepaalde in paragraaf 5.7 van de
zogenaamde 'Common Requirements for inflatable liferafts', welke deel uit maken van
het 'EFTA-scheme for the reciprocal recognition of tests and inspections carried out
on ships' equipment'.**
Trekt in:
de Bekendmaking aan de Scheepvaart nr. 30/1965 (drijfankers in
reddingboten).
Rijswijk, 12 september 1989
Het Hoofd van de Scheepvaartinspectie, (plv,)
Mr. R. van der Poel
* Laatstelijk gewijzigd bij Koninklijk besluit van 3 mei 1988 (Stb. 261).
** Een exemplaar van de betreffende 'Comman Requirements for
Liferafts' van het EFTA-schema is op aanvraag verkrijgbaar bij de
Scheepvaartinspectie te Rijswijk.
Versie informatie document
Publicatie op Netherlands Regulatory Framework (NeRF) – Maritime:
Huidige versie: 1
Datum beschikbaarheid huidige versie: 10-02-2005 (vanaf dit moment beschikbaar op Netherlands Regulatory Framework (NeRF) – Maritime)
Datum document: