Onderwerp: Bezoek-historie

Afzien van verdere terugvordering (SB1417)
Geldigheid:28-11-2024 t/m Status: Geldig vandaag

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Inleiding

De SVB is onder voorwaarden bevoegd om af te zien van verdere terugvordering van het ouderdomspensioen, de overbruggingsuitkering, de nabestaanden- of wezenuitkering, de kinderbijslag, de remigratievoorzieningen en de AIO-aanvulling. Deze beleidsregel gaat over de manier waarop de SVB die bevoegdheid invult.

Participatiewet

De Participatiewet bevat alleen een bepaling over het afzien van verdere terugvordering als de betrokkene de inlichtingenplicht heeft overtreden. De Participatiewet kent geen bepaling over het afzien van verdere terugvordering als de inlichtingenplicht niet is overtreden.

 

Beleid

Als de terugvordering van de AIO-aanvulling niet is ontstaan door een schending van de inlichtingenplicht, past de SVB het beleid uit deze beleidsregel over het afzien van verdere terugvordering op dezelfde wijze toe.

Voldoen aan betalingsverplichtingen

De SVB kan afzien van verdere terugvordering als de betrokkene gedurende een bepaalde periode aan zijn betalingsverplichtingen heeft voldaan. De voorwaarden voor het kunnen afzien van verdere terugvordering zijn afhankelijk van de vraag of de terugvordering is ontstaan door een schending van de inlichtingenplicht.

Geen schending van de inlichtingenplicht

Als de terugvordering niet is ontstaan door een schending kan de inlichtingenplicht, kan de SVB afzien van verdere terugvordering als de betrokkene vijf jaar aan zijn betalingsverplichtingen heeft voldaan.

 

Beleid
De SVB ziet af van verdere terugvordering als de vordering na vijf jaar nog niet volledig is betaald en de betrokkene aan zijn betalingsverplichtingen heeft voldaan door zestig maandelijkse termijnbedragen af te lossen of te laten verrekenen. De maandelijkse termijnbedragen komt de SVB met de betrokkene overeen of legt de SVB eenzijdig op. De aflossingen of verrekeningen hoeven niet aaneengesloten te zijn.

 

Als het inkomen van de betrokkene niet hoger was de beslagvrije voet, kan de SVB na drie jaar afzien van verdere terugvordering.

 

Beleid

De SVB ziet af van verdere terugvordering als de vordering na drie jaar nog niet volledig is betaald en de betrokkene aan zijn betalingsverplichtingen heeft voldaan door 36 maandelijkse termijnen ter hoogte van de volledige aflossingscapaciteit af te lossen of te laten verrekenen. De SVB stelt de hoogte van de volledige aflossingscapaciteit vast. De aflossingen of verrekeningen hoeven niet aaneengesloten te zijn. De SVB ziet niet af van verdere terugvordering als de betrokkene door een structurele wijziging in zijn inkomenssituatie een hoger inkomen heeft gehad dan de beslagvrije voet en de betrokkene deze wijziging niet heeft gemeld.

Schending van de inlichtingenplicht

Als de terugvordering is ontstaan door een schending van de inlichtingenplicht, kan de SVB afzien van verdere terugvordering als de betrokkene tien jaar aan zijn betalingsverplichtingen heeft voldaan.

 

Beleid

De SVB ziet af van verdere terugvordering als de vordering na tien jaar nog niet volledig is betaald en de betrokkene aan zijn betalingsverplichtingen heeft voldaan door 120 maandelijkse termijnbedragen af te lossen of te laten verrekenen. De maandelijkse termijnbedragen komt de SVB met de betrokkene overeen of legt de SVB eenzijdig op. De aflossingen of verrekeningen hoeven niet aaneengesloten te zijn.

 

Als de SVB voor de schending van de inlichtingenplicht een boete heeft opgelegd, komt de SVB met de betrokkene tot een betalingsregeling voor het totale bedrag van de terugvordering en de boete. Het is niet toegestaan om af te zien van invordering van de boete. Een boete moet binnen maximaal 24 maanden betaald kunnen worden door de betrokkene. De SVB ziet daarom af van verdere terugvordering als de betrokkene op de totale vordering 144 maandelijkse termijnbedragen heeft afgelost of laten verrekenen. Met deze 24 extra maandelijkse termijnbedragen waarborgt de SVB dat de betrokkene de boete volledig heeft betaald en daarnaast honderdtwintig maandelijkse termijnbedragen op de terugvordering heeft afgelost of laten verrekenen.   

Niet kunnen voldoen aan betalingsverplichtingen

De SVB kan afzien van verdere terugvordering als de betrokkene vijf jaar geen betalingen heeft gedaan en het niet aannemelijk is dat hij die op enig moment zal gaan doen. Als de terugvordering is ontstaan door schending van de inlichtingenplicht, geldt een termijn van tien jaar.

 

Beleid
De SVB ziet na vijf jaar (geen schending inlichtingenplicht) of tien jaar (schending inlichtingenplicht) af van verdere terugvordering als:

  • de betrokkene in deze periode heeft meegewerkt aan draagkrachtonderzoeken;
  • daaruit blijkt dat zowel in het inkomen als in het vermogen aflossingscapaciteit ontbreekt; en
  • dit niet is veroorzaakt door onttrekking van dit inkomen of vermogen of ander toedoen door of namens de betrokkene.

Afkoop van de restvordering

De SVB kan afzien van verdere terugvordering als de betrokkene ten minste de helft van de nog openstaande terugvordering in één keer aflost.

 

Beleid
De SVB ziet af van verdere terugvordering als de betrokkene een bedrag van ten minste de helft van de nog openstaande terugvordering aflost en de SVB van oordeel is dat:

  • ze het overgebleven deel van de vordering niet zonder disproportionele inspanning zal kunnen incasseren;
  • verhaalsmogelijkheden op korte termijn zullen verdwijnen; of
  • de afkoopsom minimaal gelijk is aan het bedrag dat de betrokkene had moeten aflossen voordat de SVB had kunnen afzien van verdere terugvordering op grond van de paragraaf ‘Voldoen aan betalingsverplichtingen’ uit deze beleidsregel. Als de betrokkene al had afgelost op de terugvordering, telt de SVB deze aflossingen bij de afkoopsom op.
Naar boven