Ga direct naarInhoudofMenu
Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.
Onderstaande relaties zijn gevonden bij “document”. Bij klikken wordt een externe website met een relatieoverzicht geopend op overheid.nl.
In deze beleidsregel staat onder welke voorwaarden de SVB een AIO-aanvulling in de vorm van een lening verstrekt. De beleidsregel gaat ook over het terugbetalen van de lening na beëindiging van de AIO-aanvulling.
De SVB verstrekt onder voorwaarden een AIO-aanvulling in de vorm van een lening aan de eigenaar van een woning (artikel 50 Participatiewet). Het beleid van de SVB gaat over de volgende voorwaarden:
De overwaarde is gelijk aan de vastgestelde WOZ-waarde minus de aan de woning verbonden schuld ( ECLI:NL:CRVB:2015:702 ). Als geen WOZ-waarde is vastgesteld, laat de SVB zich adviseren door een gecertificeerd taxateur. De SVB en de betrokkene wijzen in overleg een taxateur aan. De kosten van de taxatie komen voor rekening van de betrokkene. De SVB biedt aan om deze kosten voor te financieren en in de lening mee te nemen. Als (verdere) bezwaring van de woning mogelijk is, verlangt de SVB dit van de betrokkene. De SVB verlangt in beginsel geen verkoop van de woning als de vastgestelde overwaarde minder dan € 200.000,- bedraagt.
De overwaarde is gelijk aan de vastgestelde WOZ-waarde minus de aan de woning verbonden schuld ( ECLI:NL:CRVB:2015:702 ). Als geen WOZ-waarde is vastgesteld, laat de SVB zich adviseren door een gecertificeerd taxateur. De SVB en de betrokkene wijzen in overleg een taxateur aan. De kosten van de taxatie komen voor rekening van de betrokkene. De SVB biedt aan om deze kosten voor te financieren en in de lening mee te nemen.
Als (verdere) bezwaring van de woning mogelijk is, verlangt de SVB dit van de betrokkene. De SVB verlangt in beginsel geen verkoop van de woning als de vastgestelde overwaarde minder dan € 200.000,- bedraagt.
Daarnaast kan de SVB zekerheidsstelling vereisen voor de aflossing van de lening en de betaling van de rente (artikel 48 lid 3 Participatiewet).
Beleid De SVB vereist geen zekerheidsstelling als de overwaarde van de woning minus de vrijlating als bedoeld in artikel 34 lid 2 onder d Participatiewet lager is dan € 5.000,-. Vanaf dit bedrag vereist de SVB dat de betrokkene een recht van hypotheek of pand vestigt. De SVB vestigt een pandrecht door een onderhandse akte op te maken en te laten registreren bij de Belastingdienst. De kosten van het vestigen van een hypotheek of pandrecht komen voor rekening van de belanghebbende. De SVB biedt aan om deze kosten voor te financieren en in de lening mee te nemen.
Beleid
De SVB vereist geen zekerheidsstelling als de overwaarde van de woning minus de vrijlating als bedoeld in artikel 34 lid 2 onder d Participatiewet lager is dan € 5.000,-. Vanaf dit bedrag vereist de SVB dat de betrokkene een recht van hypotheek of pand vestigt. De SVB vestigt een pandrecht door een onderhandse akte op te maken en te laten registreren bij de Belastingdienst. De kosten van het vestigen van een hypotheek of pandrecht komen voor rekening van de belanghebbende. De SVB biedt aan om deze kosten voor te financieren en in de lening mee te nemen.
De SVB beoordeelt periodiek of de AIO-aanvulling op grond van artikel 50 Participatiewet in de vorm van een lening wordt verstrekt (ECLI:NL:CRVB:2011:BP1421).
Beleid Als de AIO-aanvulling in de vorm van een lening is verstrekt, dan vindt de herbeoordeling plaats nadat: het totale bedrag van de lening als AIO-aanvulling is verstrekt; en ten minste drie jaar is verstreken na aanvang van de leenbijstand. Als de SVB de AIO-aanvulling om niet verstrekt, dan vindt er elke drie jaar een herbeoordeling plaats. De SVB past het beleid over de zekerheidsstelling ook toe als een herbeoordeling leidt tot het verstrekken van de AIO-aanvulling in de vorm van een geldlening.
Als de AIO-aanvulling in de vorm van een lening is verstrekt, dan vindt de herbeoordeling plaats nadat:
Als de SVB de AIO-aanvulling om niet verstrekt, dan vindt er elke drie jaar een herbeoordeling plaats.
De SVB past het beleid over de zekerheidsstelling ook toe als een herbeoordeling leidt tot het verstrekken van de AIO-aanvulling in de vorm van een geldlening.
De SVB heeft beleid over het terugbetalen van de lening na beëindiging van de AIO-aanvulling.
Beleid De betrokkene moet zijn vermogen gebruiken om de lening zo snel mogelijk af te lossen. Als hij niet genoeg vermogen heeft om de lening volledig af te lossen, dan krijgt hij tien jaar de tijd om het restant van de lening uit zijn inkomen af te lossen. De SVB hanteert een langere termijn als dit voorkomt dat het inkomen van de betrokkene onder de toepasselijke bijstandsnorm komt. De SVB brengt in beginsel geen rente in rekening bij de betrokkene. Als de betrokkene naar het oordeel van de SVB de lening verwijtbaar niet aflost, dan moet hij de lening direct terugbetalen. Doet hij dat niet, dan moet hij over het restant wel wettelijke rente betalen.
De betrokkene moet zijn vermogen gebruiken om de lening zo snel mogelijk af te lossen. Als hij niet genoeg vermogen heeft om de lening volledig af te lossen, dan krijgt hij tien jaar de tijd om het restant van de lening uit zijn inkomen af te lossen. De SVB hanteert een langere termijn als dit voorkomt dat het inkomen van de betrokkene onder de toepasselijke bijstandsnorm komt.
De SVB brengt in beginsel geen rente in rekening bij de betrokkene. Als de betrokkene naar het oordeel van de SVB de lening verwijtbaar niet aflost, dan moet hij de lening direct terugbetalen. Doet hij dat niet, dan moet hij over het restant wel wettelijke rente betalen.
Huidige versie: 1