Beleidsregel
In het kader van de bezwaarschriftprocedure moet de SVB
op grond van artikel 7:2, eerste lid Awb een belanghebbende in de gelegenheid stellen om
zijn bezwaren in een hoorzitting toe te lichten. Artikel 7:3 Awb bepaalt dat van het horen
van een belanghebbende kan worden afgezien indien:
- het bezwaar kennelijk niet-ontvankelijk is of
- het bezwaar
kennelijk ongegrond is.
- de belanghebbende heeft verklaard geen gebruik
te willen maken van het recht te worden gehoord,
- de belanghebbende
niet binnen een door het bestuursorgaan gestelde redelijke termijn verklaart dat hij gebruik
wil maken van het recht te worden gehoord, of
- aan het bezwaar volledig
tegemoet wordt gekomen en andere belanghebbenden daardoor niet in hun belangen kunnen worden
geschaad.
Bij de toepassing van artikel 7:3 Awb
hanteert de SVB het volgende beleid.
De SVB neemt aan dat een bezwaar
kennelijk niet-ontvankelijk is als:
- uit het
bezwaarschrift of anderszins blijkt dat er zonder twijfel geen geldige reden is voor
overschrijding van de termijn voor het indienen van het bezwaarschrift (zie SB3202 over
termijnoverschrijding);
- een verzuim dat aan het bezwaarschrift kleeft
niet tijdig hersteld is en beleidsmatig is bepaald dat de SVB in dat geval tot
niet-ontvankelijk verklaring van het bezwaar overgaat (zie SB3201 over vereisten inhoud
bezwaarschrift);
- uit het bezwaarschrift blijkt dat er onvoldoende
(proces)belang bestaat bij het voeren van de bezwaarschriftprocedure. Hiervan is
bijvoorbeeld sprake als het bezwaar zich uitsluitend richt tegen de grondslag van de
toegekende uitkering (zie CRvB 1 maart 2013).
Uit
de wetsgeschiedenis blijkt dat sprake is van een kennelijk ongegrond bezwaar wanneer uit het
bezwaarschrift zelf reeds aanstonds blijkt dat de bezwaren van de indiener van het
bezwaarschrift ongegrond zijn en er redelijkerwijs geen twijfel mogelijk is over die
conclusie. De SVB leidt uit de jurisprudentie af dat bijvoorbeeld sprake kan zijn van een
kennelijk ongegrond bezwaar indien honorering van het bezwaar evident in strijd is met een
wettelijk voorschrift (CRvB 9 januari 2002). De SVB verklaart het bezwaar echter niet
kennelijk ongegrond als de belanghebbende een beroep doet op een hogere rechtsnorm die dit
wettelijk voorschrift opzij kan zetten, zoals een beroep op de algemene beginselen van
behoorlijk bestuur of internationale rechtsnormen.
Uit de jurisprudentie
volgt eveneens dat in de volgende gevallen geen sprake kan zijn van een kennelijk ongegrond
bezwaar:
- Tijdens bezwaar is of moet nader onderzoek
worden verricht naar de feiten of bijzondere omstandigheden. Het kan hierbij gaan om
bijzondere omstandigheden die nopen tot afwijking van het beleid van de SVB of tot het
gebruik maken van een bepaalde wettelijke bevoegdheid (CRvB 23 december 1996, CRvB 24
oktober 2001 en CRvB 22 februari 2008).
- De SVB legt een forse maatregel
of boete op (CRvB 6 maart 2007).
De SVB maakt
gebruik van de in artikel 7:3, onderdeel d Awb neergelegde bevoegdheid om van het horen van
de belanghebbende af te zien indien de belanghebbende niet binnen een door de SVB gestelde
redelijke termijn verklaart dat hij gebruik wil maken van het recht te worden gehoord. De
SVB hanteert daarbij in het algemeen een termijn van drie weken. Het is mogelijk dat een
belanghebbende afziet van het recht om gehoord te worden, mits de SVB voldoet aan een door
hem gestelde voorwaarde. In dat geval beoordeelt de SVB of deze voorwaarde is
vervuld.
In geval een belanghebbende verklaart dat hij geen gebruik wil
maken van het recht te worden gehoord of niet reageert op de uitnodiging van de SVB om te
worden gehoord, probeert de SVB de belanghebbende toch te horen wanneer zij dit in van
belang vindt voor van de rechtmatigheid van de beslissing op het bezwaar. Hiervan is
bijvoorbeeld sprake als naar aanleiding van het bezwaarschrift twijfels zijn ontstaan over
de juistheid van het primaire besluit.
Grondslag
De tekst van de beleidsregels Awb en de beleidsregels Overige onderwerpen is afgesloten naar de stand van de wetgeving en de jurisprudentie op 1 november 2014. De tekst van de overige delen van de beleidsregels (het deel AOW, Anw, AKW, OBR, Remigratiewet, MKOB, Regeling niet-KOB-gerechtigden, TOG, TAS en TNS en het deel Internationaal) is niet aangepast.
artikel 7:3 Awb
Besluit beleidsregels SVB 2014