Onderwerp: Bezoek-historie

Vertegenwoordiging en machtiging (SB3194)
Geldigheid:12-07-2009 t/m 16-06-2010Versie:vergelijk Status: Was geldig

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Beleidsregel

Ingeval de belanghebbende zich wil laten vertegenwoordigen door een gemachtigde verlangt de SVB altijd een originele machtiging, tenzij de vertegenwoordiger één van de volgende rechtshulpverleners is: een advocaat, een notaris of een medewerker van een door de overheid gesubsidieerde instelling voor rechtshulp. Daarnaast ziet de SVB af van een machtiging indien redelijkerwijs niet kan worden betwijfeld dat de gemachtigde met toestemming van de belanghebbende optreedt, bijvoorbeeld indien rechtsbijstand wordt verleend door op rechtshulpverlening gerichte (onderdelen van) professionele en betrouwbare organisaties zoals rechtshulpverzekeraars of vakbonden. Evenmin verlangt de SVB een machtiging indien:

  • de gemachtigde de partner van de aanvrager om kinderbijslag is en deze partner deel uitmaakt van het huishouden van de aanvrager en beiden in beginsel recht op kinderbijslag hebben;
  • de gemachtigde de partner van de aanvrager om halfwezenuitkering is en beiden in beginsel als nabestaande in de zin van artikel 22, tweede lid Anw kunnen worden aangemerkt ter zake van de halfwees waaraan het recht op uitkering kan worden ontleend;
  • de werkgever de aanvraag voor de vrijwillige verzekering voor een werknemer indient en daarvoor de premie betaalt. In de contacten tussen de SVB en de werknemer, die uit de vrijwillige verzekering voortvloeien, kan de werkgever als gemachtigde van de werknemer optreden.

Als de belanghebbende zich laat vertegenwoordigen en de vertegenwoordiger een originele machtiging moet overleggen, dient overlegging te geschieden binnen twee weken vanaf het moment waarop de SVB hierom heeft verzocht. Indien binnen de termijn van twee weken geen machtiging wordt overgelegd, is sprake van verzuim als bedoeld in artikel 6:6 Awb en past de SVB het beleid toe dat is beschreven in Deel III, Vereisten inhoud bezwaarschrift, SB3201.

Van de bevoegdheid op grond van artikel 2:2, eerste lid maakt de SVB alleen in uitzonderingsgevallen gebruik. Slechts indien sprake is van evidente en ernstige ondeskundigheid van de gemachtigde of als de gemachtigde een goede afhandeling van het beschikkingsproces belemmert, zal de SVB bijstand of vertegenwoordiging door die persoon weigeren.

Grondslag

De tekst is afgesloten naar de stand van de wetgeving op 20 april 2009. De wijzigingen die samenhangen met de inwerkingtreding van de vierde tranche van de Algemene wet bestuursrecht zijn eveneens verwerkt.

artikel 2:1 en artikel 2:2 Awb

Besluit beleidsregels SVB 2009

Naar boven