Ga direct naarInhoudofMenu
Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.
Onderstaande relaties zijn gevonden bij “document”. Bij klikken wordt een externe website met een relatieoverzicht geopend op overheid.nl.
Ingeval de belanghebbende zich wil laten vertegenwoordigen door een gemachtigde verlangt de SVB altijd een originele machtiging, tenzij de vertegenwoordiger één van de volgende rechtshulpverleners is: een advocaat, een notaris of een medewerker van een door de overheid gesubsidieerde instelling voor rechtshulp. Daarnaast ziet de SVB af van een machtiging indien redelijkerwijs niet kan worden betwijfeld dat de gemachtigde met toestemming van de belanghebbende optreedt, bijvoorbeeld indien rechtsbijstand wordt verleend door op rechtshulpverlening gerichte (onderdelen van) professionele en betrouwbare organisaties zoals rechtshulpverzekeraars of vakbonden. Evenmin verlangt de SVB een machtiging indien:
Als de belanghebbende zich laat vertegenwoordigen en de vertegenwoordiger een originele machtiging moet overleggen, dient overlegging te geschieden binnen twee weken vanaf het moment waarop de SVB hierom heeft verzocht. Indien binnen de termijn van twee weken geen machtiging wordt overgelegd, is sprake van verzuim als bedoeld in artikel 6:6 Awb en past de SVB het beleid toe dat is beschreven in Deel III, § 6.1.
Van de bevoegdheid op grond van artikel 2:2, eerste lid maakt de SVB alleen in uitzonderingsgevallen gebruik. Slechts indien sprake is van evidente en ernstige ondeskundigheid van de gemachtigde of als de gemachtigde een goede afhandeling van het beschikkingsproces belemmert, zal de SVB bijstand of vertegenwoordiging door die persoon weigeren.
Deze Beleidsregels zijn gebaseerd op de volgende wetsartikelen, zoals die luidden op 4 april 2007.
artikel 2:1 en artikel 2:2 Awb
Besluit beleidsregels SVB 2007
Huidige versie: 1