Beleidsregel
Belanghebbende bij een beschikking betreffende het
AOW-pensioen, de Anw-uitkering, de kinderbijslag, de overbruggingsuitkering, de
Remigratie-uitkering, de tegemoetkoming op grond van de MKOB of de Regeling
niet-KOB-gerechtigden, de tegemoetkoming op grond van de TOG, het voorschot op grond van de
TAS 2014 of de tegemoetkoming op grond van de TNS is in ieder geval degene tot wie de
beschikking is gericht. De volgende personen en instellingen beschouwt de SVB mede als
belanghebbende(n):
- De partner van de aanvrager van
kinderbijslag of tegemoetkoming op grond van de TOG: Indien de partner van de aanvrager deel
uitmaakt van het huishouden van de aanvrager en beiden in beginsel recht op kinderbijslag of
tegemoetkoming op grond van de TOG hebben, beschouwt de SVB de partner van de aanvrager
eveneens als belanghebbende ten aanzien van de beschikking die wordt afgegeven aan de
aanvrager.
- De nabestaanden van een persoon die een aanvraag op grond
van de TAS 2014 of TNS heeft ingediend. Artikel 15 TAS 2014 respectievelijk artikel 3,
vijfde lid TNS regelen dat de behandeling van een aanvraag ten behoeve van de nabestaanden
wordt voortgezet indien de persoon die de aanvraag heeft ingediend overlijdt voordat op de
aanvraag is beslist.
- De werknemer voor wie de werkgever een verklaring
toepasselijke wetgeving (A1/E 101-verklaring) heeft aangevraagd. De SVB stelt niet de eis
dat de werknemer deze aanvraag mede ondertekent, omdat het technisch (nog) niet mogelijk is
dat de werknemer de aanvraag van een elektronische handtekening te voorziet. Om te
verzekeren dat de werknemer geen bezwaar heeft tegen het verlenen van een verklaring
toepasselijke wetgeving, stelt de SVB de werknemer in kennis van de ontvangst van de
aanvraag. Daarnaast ontvangt de werknemer een afschrift van de beslissing.
Als de SVB zonder machtiging van een gerechtigde het
pensioen of de uitkering overmaakt naar een ander dan de gerechtigde op grond van artikel
19, tweede lid, artikel 20, artikel 25 AOW, de artikelen 49 en 57 Anw, artikel 25 AKW,
artikel 19, tweede lid OBR dan wel artikel 26, eerste lid van het Verdrag met Marokko,
artikel 36 van het Verdrag met Tunesië of artikel 33, tweede lid van het Verdrag met
Turkije, dan merkt de SVB het orgaan of de persoon aan wie het pensioen of de uitkering
wordt betaald naast de rechthebbende aan als belanghebbende bij het betaaladres. De SVB
beschouwt het orgaan of de persoon niet als belanghebbende bij het recht op pensioen of
uitkering.
Personen en instellingen die de SVB nadrukkelijk niet als
belanghebbenden in de zin van de Awb beschouwt, zijn:
- Partners van pensioengerechtigden die op grond van artikel 1, tweede lid, onder b
AOW als ongehuwd moeten worden beschouwd omdat zij duurzaam gescheiden leven. De betrokken
partner kan met betrekking tot zijn eigen rechten zelf een beschikking aanvragen.
- Partners van AOW- of Anw-gerechtigden die een andere socialezekerheidsuitkering
genieten en die door de werking van een onweerlegbaar rechtsvermoeden tevens voor die andere
socialezekerheidsuitkering als partner worden aangemerkt. Deze partners worden geacht
slechts belanghebbende te zijn bij de beschikking van het bestuursorgaan dat de andere
socialezekerheidsuitkering verstrekt (zie CRvB 7 november 2006).
- Ex-partners van degenen aan wie kinderbijslag wordt uitbetaald. Deze ex-partners
kunnen zelf om uitbetaling van de kinderbijslag vragen en zij ontvangen daarover dan een
beschikking.
- Personen (of instellingen) die aanspraak maken op een
overlijdensuitkering. Deze personen (of instellingen) kunnen zelf een aanvraag
indienen.
Grondslag
De tekst van de beleidsregels Awb en de beleidsregels Overige onderwerpen is afgesloten naar de stand van de wetgeving en de jurisprudentie op 1 november 2014. De tekst van de overige delen van de beleidsregels (het deel AOW, Anw, AKW, OBR, Remigratiewet, MKOB, Regeling niet-KOB-gerechtigden, TOG, TAS en TNS en het deel Internationaal) is niet aangepast.
artikel 1:2 Awb
Besluit beleidsregels SVB 2014