Onderwerp: Bezoek-historie

Artikel 16-overeenkomst voor rijnvarenden (SB2266)
Geldigheid:07-09-2016 t/m 23-03-2022Versie:vergelijk Status: Was geldig

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Beleidsregel

Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft op 11 februari 2011 op grond van artikel 16, eerste lid van Verordening (EG) nr. 883/2004 met de bevoegde autoriteiten van de Rijnoeverstaten België, Frankrijk, Luxemburg en Duitsland een overeenkomst gesloten voor werknemers en zelfstandigen die deel uitmaken van de bemanning van een schip dat beschikt over een certificaat als bedoeld in artikel 22 van de Herziene Rijnvaartakte. Op grond van deze overeenkomst is op deze personen dezelfde wetgeving van toepassing als de wetgeving die van toepassing zou zijn ingevolge het Verdrag betreffende de Sociale Zekerheid van Rijnvarenden. De overeenkomst maakt voor Rijnvarenden een uitzondering op de aanwijsregel bij werken in meerdere lidstaten van artikel 13 Verordening (EG) nr. 883/2004. In geval de betrokkene in loondienst werkt, wijst dit artikel de wetgeving aan van de lidstaat waar hij woont of de lidstaat waar de zetel of het domicilie van de onderneming of de werkgever zich bevindt. In geval de betrokkene anders dan in loondienst werkt, wijst artikel 13 Verordening (EG) nr. 883/2004 de wetgeving aan van de lidstaat waar het centrum van belangen van de werkzaamheden zich bevindt. De artikel 16-overeenkomst voor Rijnvarenden wijst de wetgeving aan van de lidstaat waar de zetel is gevestigd van de onderneming die het Rijnvaartschip waarop wordt gewerkt exploiteert.

De artikel 16-overeenkomst voor Rijnvarenden werkt terug tot 1 mei 2010. Zwitserland is in augustus 2012 toegetreden tot deze overeenkomst. Voor Zwitserland werkt de overeenkomst terug tot 1 april 2012. In de overeenkomst wordt de SVB aangewezen als bevoegd orgaan dat op basis van deze overeenkomst A1-verklaringen kan afgeven ten behoeve van individuele Rijnvarenden.

In geval een Rijnvarende woont in een EU-lidstaat niet zijnde een Rijnoeverstaat, dan wel zijn werkgever is gevestigd in een niet-Rijnoeverstaat, hanteert de SVB het volgende beleid. De SVB past de artikel 16-overeenkomst voor Rijnvarenden niet toe als de aanwijsregels van artikel 13 Verordening (EG) nr. 883/2004 de wetgeving van een niet-Rijnoeverstaat aanwijzen. De SVB past deze overeenkomst wel toe op gevallen waarin de aanwijsregels van artikel 13 Verordening (EG) nr. 883/2004 de wetgeving van een Rijnoeverstaat aanwijzen. In dat geval geldt de artikel 16-overeenkomst voor Rijnvarenden voor alle werkzaamheden die plaatsvinden op schepen die beschikken over een certificaat als bedoeld in artikel 22 van de Herziene Rijnvaartakte, ongeacht de plek waar een schip zich in Europa bevindt. De SVB baseert dit beleid mede op de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 27 januari 2014.

Grondslag

Overeenkomst krachtens artikel 16, eerste lid van Verordening (EG) 883/2004 betreffende  de vaststelling van de op rijnvarenden toepasselijke wetgeving 883/2004, Stcrt. nr. 3397 van  25 februari en 7 maart 2011

Besluit beleidsregels SVB 2016

Wet- en regelgeving

  • Overeenkomst krachtens artikel 16, eerste lid van Verordening (EG) 883/2004 betreffende de vaststelling van de op rijnvarenden toepasselijke wetgeving 883/2004, Stcrt. nr. 3397 van 25 februari en 7 maart 2011
Naar boven