Onderwerp: Bezoek-historie

De gevolgen van de vrijwillige verzekering voor huwelijkse tijdvakken op grond van bilaterale verdragen (SB2183)
Geldigheid:24-03-2022 t/m Versie:vergelijk Status: Geldig vandaag

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Beleidsregel

Op grond van de verdragen met Kaapverdië, Kroatië, Marokko, Noord-Macedonië, Slovenië en Tunesië kon de in het andere verdragsland wonende huwelijkspartner zich na wijziging of inwerkingtreding van het verdrag aanmelden voor de vrijwillige verzekering. De mogelijkheid van vrijwillige verzekering verving de opbouw van huwelijkse tijdvakken in deze verdragen (zie SB2181 over huwelijkse tijdvakken op grond van bilaterale verdragen). Met betrekking tot de verdragsbepalingen over vrijwillige verzekering voert de SVB het volgende beleid.

Als de vrijwillig verzekerde huwelijkspartner van de in Nederland verzekerde werknemer overlijdt of als het huwelijk wordt ontbonden, dan eindigt de vrijwillige verzekering. Als de verzekerde werknemer opnieuw trouwt, dan stelt de SVB de nieuwe huwelijkspartner in de gelegenheid om zich vrijwillig te verzekeren.

In geval van een polygaam huwelijk is er geen sprake van een nieuwe huwelijkspartner in de zin van het hiervoor beschreven beleid. Voor polygame huwelijken schrijft artikel 3, onderdeel a van het Slotprotocol bij het verdrag met Marokko voor dat het recht op vrijwillige verzekering slechts toekomt aan de eerste huwelijkspartner. De SVB voert het beleid dat zij na overlijden of echtscheiding van de eerste huwelijkspartner, de huwelijkspartner die vervolgens het langst met de verzekerde is getrouwd in de gelegenheid stelt om zich vrijwillig te verzekeren.

Toepassing van het beleid kan er niet toe leiden dat verschillende (ex-)huwelijkspartners aanspraak krijgen op overlappende huwelijkse tijdvakken. Volgens de SVB zou dat indruisen tegen de bedoeling van de verdragsluitende partijen. Die zijn ervan uitgegaan dat de voorwaarde van vrijwillige verzekering voor de toewijzing van huwelijkse tijdvakken met zich meebrengt dat slechts één huwelijkspartner hiervoor in aanmerking komt. De SVB rekent huwelijkse tijdvakken daarom toe aan de huwelijkspartner die op de datum van inwerkingtreding van het gewijzigde verdrag bevoegd is zich vrijwillig te verzekeren. Op deze tijdvakken kan door andere huwelijkspartners geen aanspraak worden gemaakt. Andere huwelijkspartners kunnen wel aanspraak maken op huwelijkse tijdvakken die niet samenvallen met de tijdvakken van de eerstbedoelde huwelijkspartner. Ontstaan aldus concurrerende aanspraken, dan prevaleert het recht van de huwelijkspartner die het eerst met de verzekerde gehuwd was. De CRvB acht dit beleid niet onjuist of onredelijk (zie CRvB 8 januari 2014).

Voorgaand beleid geldt ook voor de toepassing van het verdrag met Tunesië, waar polygame huwelijken in het verleden eveneens mogelijk waren. 

Grondslag

Artikel 3, onderdeel a Slotprotocol betreffende de nadere bepalingen voor de toepassing van de wettelijke regelingen van de Verdragsluitende Partijen

Wijzigingsbesluit Beleidsregels SVB maart 2022

Naar boven