Onderwerp: Bezoek-historie

Bijzonderheden voor de toepassing van de Anw (SB2156)
Geldigheid:25-08-2011 t/m 30-08-2012Versie:vergelijk Status: Was geldig

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Beleidsregel

Het opgenomen bijlage-onderdeel is van toepassing op de Anw. Als een persoon ten tijde van zijn overlijden niet verzekerd is ingevolge de Anw, kan het recht op een Nederlandse nabestaandenuitkering toch geopend worden als die persoon verzekerd was in een andere lidstaat ten tijde van zijn overlijden. In een dergelijke situatie wordt de uitkering pro rata berekend op de wijze zoals voorgeschreven in artikel 46, tweede lid van de verordening. De aanvrager van de uitkering moet dan voor het recht op een Nederlandse nabestaandenuitkering voldoen aan de voorwaarden gesteld in de Anw met betrekking tot het recht op uitkering. Voorts moet de overledene tijdvakken van verzekering hebben vervuld ingevolge de Anw of de AWW.

Bijlage VI, onderdeel R, onder 3 wordt door de SVB ook van toepassing geacht in de volgende situatie. Op grond van artikel 4 Anw kan ook de pseudo-nabestaande aanspraak maken op een nabestaandenuitkering mits hij een dergelijke aanspraak zou hebben gehad wanneer het overlijden van de gewezen echtgenoot plaats zou hebben gehad op de datum van ontbinding van het huwelijk. Indien een aanspraak in laatstbedoelde zin uitsluitend kan worden geconstrueerd met toepassing van artikel 45 Vo. 1408/71, wordt de pseudo-nabestaandenuitkering pro rata vastgesteld zoals voorgeschreven in artikel 46, tweede lid van de verordening, zelfs als de overledene op datum van overlijden verzekerd was op grond van de Anw.

Uit het arrest Blottner van het HvJ EG zoals uitgelegd door de CRvB in zijn uitspraak van 14 november 1990, blijkt dat een overledene geacht wordt te hebben voldaan aan de voorwaarde van verzekering krachtens de Anw of de AWW als hij voor 1 oktober 1959 tijdvakken heeft vervuld als bedoeld in bijlage VI, onderdeel R, onder 3, b.

Als de overledene niet verzekerd was in het buitenland dan kan het recht op een Nederlandse nabestaandenuitkering nog geopend worden vanaf het moment waarop de nabestaande een nabestaandenuitkering krachtens de wetgeving van een andere lidstaat gaat ontvangen.

In sommige lidstaten geldt dat het recht op uitkering pas ingaat in de maand volgende op de maand van overlijden. Door de SVB wordt in die gevallen niettemin een nabestaandenuitkering toegekend met ingang van de maand van overlijden.

Grondslag

De tekst van de beleidsregels is afgesloten naar de stand van de wetgeving op 1 juni 2011. De beleidsregels zijn nog niet aangepast aan de inwerkingtreding van de EG-Verordeningen 883/2004 en 987/2009 per 1 mei 2010.

artikel 45, lid 5 en bijlage VI, onderdeel R, onder 3 Vo. 1408/71

Besluit beleidsregels SVB 2011

Wet- en regelgeving

  • Vo. 1408/71
Naar boven