Onderwerp: Bezoek-historie

Huwelijkse tijdvakken op grond van het Unierecht (SB2154)
Geldigheid:24-03-2022 t/m Versie:vergelijk Status: Geldig vandaag

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Beleidsregel

Bijlage XI, Nederland, onder 2 Verordening (EG) nr. 883/2004 kent een voorziening voor de gehuwde partner van een AOW-verzekerde. Deze partner heeft recht op zogenaamde 'huwelijkse tijdvakken' over periodes tijdens het huwelijk waarin de AOW-gerechtigde in Nederland verplicht of vrijwillig verzekerd is geweest en de echtgenoot in een andere lidstaat dan Nederland woonde. De regeling van huwelijkse tijdvakken is met ingang van 2 augustus 1989 omgezet in een mogelijkheid tot vrijwillige verzekering voor de huwelijkspartner van een AOW-verzekerde.

Bijlage XI Verordening (EG) nr. 883/2004 gebruikt op diverse plaatsen de term 'echtgenoot'. De SVB gaat ervan uit dat deze term uitsluitend ziet op personen die formeel zijn gehuwd en op de met hen gelijkgestelde geregistreerde partners. De SVB stelt  personen die een gezamenlijke huishouding voeren niet gelijk met gehuwden. Dit beleid is bevestigd in de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 6 november 2013. Daarnaast stelt de SVB gehuwden die duurzaam gescheiden leven niet gelijk met ongehuwden. Dit beleid is voor het verdrag met Marokko door de Centrale Raad van Beroep bevestigd in de uitspraak van 17 juni 2021. In deze uitspraak verwijst de Centrale Raad van Beroep naar de uitspraak van 6 november 2013. De SVB neemt daarom aan dat de uitspraak van 17 juni 2021 ook geldt voor bijlage XI.

Het begrip 'wonen' zoals dat in bijlage XI wordt gehanteerd, interpreteert de SVB op dezelfde wijze als het woonbegrip zoals dat voorkomt in artikel 3 van de AOW. Zie hierover SB1022 over ingezetene/wonen.

Vanaf 1 januari 2013 wordt de leeftijd waarop recht ontstaat op AOW-pensioen jaarlijks met een of meer maanden verhoogd. Als gevolg daarvan is in artikel 13, eerste en tweede lid AOW '15-jarige leeftijd' vervangen door: aanvangsleeftijd en '65-jarige leeftijd' door: pensioengerechtigde leeftijd. Bij de toepassing van bijlage XI, Nederland, onder 2, Verordening (EG) nr. 883/2004 a en b honoreert de SVB daarom uitsluitend tijdvakken die zijn gelegen in de periode tussen de aanvangsleeftijd en de pensioengerechtigde leeftijd die op grond van artikel 7a AOW op de betrokkene van toepassing is.

Op grond van bijlage XI, Nederland, onder 2, sub f, Verordening (EG) nr. 883/2004 is een voorwaarde voor het recht op huwelijkse tijdvakken dat de huwelijkspartner zes jaren op het grondgebied van een of meer lidstaten heeft gewoond. De bijlage stelt de eis dat deze zes jaren moeten zijn vervuld vanaf de leeftijd van 59 jaar. Deze eis is niet aangepast aan de verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd.  Ook na 1 januari 2013 gaat de SVB daarom uit van de woonsituatie van betrokkene vanaf zijn 59e verjaardag.

Huwelijkse tijdvakken die de SVB op grond van bijlage XI Verordening (EG) nr. 883/2004 in aanmerking kan nemen, mogen op grond van bijlage XI, Nederland, onder 2, e Verordening (EG) nr. 883/2004 niet worden meegeteld voor de berekening van een AOW-pensioen als deze tijdvakken samenvallen met tijdvakken die in aanmerking kunnen worden genomen bij de berekening van pensioenrechten ingevolge de ouderdomspensioenregeling van een andere lidstaat dan Nederland, of met tijdvakken waarvoor de betrokkene een ouderdomspensioen ontvangt op grond van dergelijke wetgeving. De SVB past deze regel niet toe ingeval de tijdvakken die op grond van bijlage XI Verordening (EG) nr. 883/2004 in aanmerking kunnen worden genomen, samenvallen met tijdvakken van vrijwillige of vrijwillig voortgezette verzekering vervuld krachtens de wetgeving van een andere lidstaat. 

Grondslag

bijlage XI, Nederland, onder 2, a tot en met i Vo. 883/2004

Wijzigingsbesluit Beleidsregels SVB maart 2022

Wet- en regelgeving

Naar boven