Beleidsregel
Artikel 12, eerste lid, Verordening (EG) nr. 883/2004
veronderstelt een band tussen de werknemer en de werkgever die hem detacheert. Uit het
arrest van het Hof van Justitie EU in de zaak Manpower volgt dat de aanwezigheid van een
dergelijke band afhankelijk is van de intensiteit van de arbeidsrechtelijke relatie tussen
de werkgever en de werknemer. In Besluit nr. A2 van de Administratieve Commissie, waarin
nadere interpretatieregels zijn opgenomen voor de toepassing van onder meer artikel 12,
eerste lid, is deze jurisprudentie nader uitgewerkt. Blijkens dit besluit dient sprake te
zijn van een 'rechtstreekse relatie' tussen de werknemer en de werkgever. Om het bestaan van
een dergelijke relatie vast te stellen, dient een reeks van elementen in aanmerking te
worden genomen, met name de verantwoordelijkheid inzake aanwerving, arbeidsovereenkomst,
ontslag, vaststelling van de aard van de werkzaamheden en beloning.
Door de SVB wordt een rechtstreekse relatie in ieder geval aangenomen indien gedurende de
periode van uitzending aan alle volgende voorwaarden wordt voldaan:
- de arbeidsovereenkomst met de uitzendende werkgever blijft
bestaan.
- het salaris wordt direct of indirect betaald door de
uitzendende werkgever.
- ten behoeve van de werknemer worden premies voor
de volksverzekeringen en de werknemersverzekeringen afgedragen.
Indien aan de hand van deze criteria niet tot een duidelijk oordeel kan
worden gekomen, beoordeelt de SVB het bestaan van de rechtstreekse relatie tussen werknemer
en uitzendende werkgever op basis van een meer algemeen beeld van de intensiteit van de
arbeidsrechtelijke relatie tussen de werknemer en de werkgever. De SVB weegt hiertoe alle
relevante feiten en omstandigheden, waaronder met name de vraag of de detacherende werkgever
in beginsel zeggenschap heeft over de volgende zaken:
- de aard van het werk;
- de arbeidsvoorwaarden;
- de vakantiedagen en het salaris;
- het recht de werknemer te
ontslaan;
- het garant staan voor de nakoming van de contractuele
verplichtingen.
Daarnaast wordt in de
beoordeling betrokken:
- het van toepassing blijven
van de pensioenregeling van de detacherende werkgever op de betrokkene;
- het bestaan van een zogenaamde terugkeergarantie, dat wil zeggen een toezegging
van de werkgever dat de werknemer na afloop van de uitzending zijn werkzaamheden weer kan
hervatten.
Toepassing van deze voorwaarden
brengt veelal met zich dat zogenaamde concerndetacheringen, waarbij sprake is van uitzending
naar een in een andere lidstaat gevestigde dochteronderneming, onder het bereik van artikel
12, eerste lid, Verordening (EG) nr. 883/2004 vallen. Ook uitzending van werknemers door
uitzendbureaus kan in beginsel onder het bereik van de detacheringsbepalingen worden
gebracht.
Grondslag
De tekst van de beleidsregels Awb en de beleidsregels Overige onderwerpen is afgesloten naar de stand van de wetgeving en de jurisprudentie op 1 november 2014. De tekst van de overige delen van de beleidsregels (het deel AOW, Anw, AKW, OBR, Remigratiewet, MKOB, Regeling niet-KOB-gerechtigden, TOG, TAS en TNS en het deel Internationaal) is niet aangepast.
artikel 12, lid 1 Vo.883/2004, artikel 14, lid 1 Vo. 987/2009en punt 1 Besluit nr. A2
van de Administratieve Commissie
Besluit beleidsregels SVB 2014