Beleidsregel
In artikel 11, vierde lid Verordening (EG) nr. 883/2004
is voor werkzaamheden aan boord van een zeeschip als hoofdregel bepaald dat deze moeten
worden beschouwd als werkzaamheden die worden verricht in de lidstaat waarvan het schip de
vlag voert. Dit betekent dat de persoon die werkzaam is aan boord van een zeeschip dat onder
de vlag van een lidstaat vaart, ressorteert onder de wetgeving van die lidstaat. Als een
werknemer echter wordt betaald door een onderneming of een persoon die is gevestigd in de
lidstaat waar de werknemer woont, dan is de wetgeving van het woonland van
toepassing.
De SVB beschouwt als werkzaamheden die normaliter aan boord
van een zeeschip worden verricht alleen werkzaamheden van economisch belang die normaliter
op zee worden verricht. Voor overige werkzaamheden aan boord van een zeeschip wordt het
vermoeden gehanteerd dat deze werkzaamheden niet in overwegende mate aan boord van een
zeeschip worden verricht maar ook elders. Dit geldt bijvoorbeeld voor personen die met
regelmaat werkzaamheden verrichten op verschillende zeeschepen in de binnenwateren van een
lidstaat maar tevens werkzaam zijn op andere plekken, zoals het geval is bij loodsen en
stuwadoors.
Naar aanleiding van de uitspraak van de CRvB van 17 april
2002 merkt de SVB een Nederlands schip aan als een zeeschip indien daarvoor een zeebrief is
afgegeven op grond van de Zeebrievenwet dan wel indien het is opgenomen als
zeevissersvaartuig in het visserijregister als bedoeld in artikel 4 van het Besluit
registratie vissersvaartuigen 1998. Voor zeeschepen die varen onder de vlag van een lidstaat
wordt de kwalificatie onder de wetgeving van die lidstaat overgenomen.
Regels voor zeeschepen die varen onder de vlag van derde staten komen in de
verordening niet voor. De SVB gaat er op grond van het arrest van het Hof van Justitie EU in
de zaak Aldewereld echter van uit dat de Nederlandse wetgeving dient te worden toegepast,
indien de werkgever van een zeevarende in Nederland is gevestigd, de zeevarende in de EU, de
EER of Zwitserland woont en beschikt over een EU-nationaliteit en het schip vaart onder de
vlag van een derde staat. Vaart het schip onder de vlag van een land waarmee Nederland een
verdrag inzake sociale zekerheid heeft gesloten en verklaart dit verdrag de wetgeving van de
vlagstaat van toepassing, dan wordt de Nederlandse wetgeving niet van toepassing
geacht.
Grondslag
De tekst van de beleidsregels internationaal is afgesloten naar de stand van de wetgeving en jurisprudentie op 1 mei 2012. De tekst van de overige delen van de beleidsregels (het deel AOW, Anw, AKW, Remigratiewet, MKOB, TOG, TAS en TNS, en de delen Awb en Overige onderwerpen) is niet aangepast.
artikel 11, lid 4 en artikel 12 Vo. 883/2004
Besluit beleidsregels internationaal SVB 2012