Beleidsregel
Soms is er geen sprake van een wijziging van
omstandigheden, maar bestaat twijfel over de juistheid van een besluit. Uit artikel 4:6 Awb
en de jurisprudentie van de CRvB (CRvB 6 november 2003) volgt dat de SVB in dat geval
bevoegd is een verzoek om herziening van dat besluit zonder nader onderzoek af te wijzen,
tenzij van die bevoegdheid in redelijkheid geen gebruik kan worden gemaakt. De SVB hanteert
in dit kader bij de uitvoering van de AOW als beleid dat zij zich in redelijkheid gehouden
acht terug te komen van een rechtens onaantastbaar besluit indien dit besluit onmiskenbaar
onjuist moet worden geacht (Zie SB1076 over terugkomen van een rechtens onaantastbaar
besluit ten voordele van de belanghebbende). Dit uitgangspunt past de SVB ook toe in het
kader van de uitvoering van de Participatiewet.
Als de SVB terugkomt van
een eerder besluit stelt zij met toepassing van het volgende beleid vast of zij
terugwerkende kracht geeft aan het nieuwe besluit.
Een besluit kan
onjuist zijn als gevolg van:
- een fout van de
SVB;
- een wijziging in het beleid van de SVB;
- een
fout van de belanghebbende.
Van een onjuist
besluit als gevolg van een fout van de SVB is sprake als de SVB op basis van de gegevens die
ten tijde van de toekenning beschikbaar waren of die bij een normaal onderzoek van de SVB
beschikbaar zouden zijn geweest, de AIO-aanvulling correct had kunnen vaststellen aan de
hand van de toen geldende wetgeving en beleidsregels, en de belanghebbende alle relevante
informatie tijdig heeft verstrekt. De SVB verhoogt de AIO-aanvulling in dergelijke gevallen
ambtshalve of op verzoek. Het beleid inzake de mate van terugwerkende kracht bij een
toekenning op een eerste aanvraag in SB1307 over ingangsdatum bij aanvraag AIO-aanvulling is
daarbij van overeenkomstige toepassing. Tevens past de SVB dat beleid naar analogie toe als
de belanghebbende aantoonbaar heeft ingeteerd op zijn vrij te laten vermogen. De SVB
verhoogt de AIO-aanvulling met ingang van het moment waarop zij haar fout heeft
geconstateerd als niet blijkt dat de belanghebbende schulden is aangegaan of op zijn vrij te
laten vermogen heeft ingeteerd.
Als een rechtens onaantastbaar geworden
besluit bij nader inzien voor onjuist wordt gehouden als gevolg van een wijziging in het
beleid van de SVB ten gunste van de belanghebbende geldt het in de vorige alinea
geformuleerde beleid eveneens, met dien verstande dat de SVB de AIO-aanvulling niet herziet
over perioden gelegen voor de datum van inwerkingtreding van het gewijzigde beleid. Betreft
de wijziging van het beleid evenwel de invulling van een discretionaire bevoegdheid dan
verhoogt de SVB de AIO-aanvulling vanaf het moment dat de belanghebbende om herziening
verzoekt dan wel vanaf de datum die de SVB heeft bepaald voor de desbetreffende
beleidswijziging.
Is het onjuiste besluit het gevolg van een fout van de
belanghebbende dan past de SVB het beleid toe over tijdig en verschoonbaar te laat voldoen
aan de mededelingsverplichting in SB1309 over verhoging AIO-aanvulling wegens wijziging van
de omstandigheden.