Ga direct naarInhoudofMenu
Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.
Onderstaande relaties zijn gevonden bij “document”. Bij klikken wordt een externe website met een relatieoverzicht geopend op overheid.nl.
Artikel 8, tweede lid, onder a, en derde lid AOW bepalen dat vanaf 1 januari 2015 geen recht op toeslag kan ontstaan als gevolg van een wijziging van het inkomen van de partner van de AOW-gerechtigde, tenzij het recht op toeslag is geëindigd als gevolg van een incidentele stijging van het inkomen. Uit de wetsgeschiedenis blijkt dat met een incidentele stijging van het inkomen wordt gedoeld op een stijging van het inkomen die niet permanent is, zoals bij de afkoop van pensioen, het incidenteel meer werken, de ontvangst van een overwerkvergoeding, de ontvangst van een eindejaarsuitkering, de ontvangst van een dertiende of veertiende maand, de ontvangst van een gratificatie in de vorm van een geldbedrag, de ontvangst van een nabetaling en de afname van een fiscale oudedagsreserve.
Op basis van deze wetsgeschiedenis hanteert de SVB het volgende beleid. Er is in ieder geval sprake van een incidentele stijging van het inkomen indien als gevolg van een wijziging van het inkomen gedurende maximaal drie maanden achtereen geen recht op toeslag bestaat. Naar aanleiding van een verzoek van de AOW-gerechtigde of een ander signaal neemt de SVB tevens aan dat sprake is van een incidentele stijging van het inkomen in geval van:
In geval van winst uit onderneming of resultaat uit overige werkzaamheden is in beginsel geen sprake van een incidentele stijging van het inkomen (CRvB 6 december 2019). In de volgende situaties neemt de SVB toch aan dat sprake is van een incidentele stijging van het inkomen:
artikel 8, tweede en derde lid AOW
Wijzigingsbesluit Beleidsregels SVB februari 2023
Huidige versie: 4