Beleidsregel 
Voor de toepassing van artikel 35 Anw wordt verstaan
        onder: 
- uitkeringsgerechtigde: degene aan wie een uitkering op
        grond van de Algemene nabestaandenwet is toegekend;
- nabestaande: degene
        aan wie een nabestaandenuitkering of een halfwezenuitkering is toegekend of die voor een
        zodanige uitkering in aanmerking wenst te komen;
- kind: het kind van de
        nabestaande in de zin van artikel 5 Anw, voor zover dit kind ongehuwd is, jonger is dan
        achttien jaar en niet tot het huishouden van een ander dan de nabestaande
        behoort;
- halfwees: degene die in artikel 1, aanhef en onder e, van de
        Anw als halfwees wordt aangemerkt;
- wees: degene aan wie een
        wezenuitkering is toegekend, die een zodanige uitkering heeft aangevraagd dan wel voor wie
        een zodanige uitkering is aangevraagd.
A. 
De in artikel 35 Anw bedoelde mededelingsplicht heeft in ieder geval betrekking op
        de volgende verplichtingen: 
- het naar waarheid en volledig
        invullen van door de Bank toegezonden formulieren welke betrekking hebben op de uitkering;
        
- het als bewijsmateriaal overleggen van uitsluitend onvervalste
        documenten, dan wel afschriften daarvan, waarin, voor zover aan de belanghebbende bekend,
        geen onwaarheden worden vermeld;
- het naar waarheid beantwoorden van
        vragen van de Bank.
B. 
Daarnaast heeft de
        in artikel 35 Anw bedoelde mededelingsplicht in ieder geval betrekking op het onverwijld
        melden van de volgende feiten of omstandigheden aangaande de uitkeringsgerechtigde of degene
        die voor een uitkering in aanmerking wenst te komen:  
- het niet
        langer bezitten van de nationaliteit van één der lidstaten van de Europese Unie of de
        Europese Economische Ruimte, indien de overledene onderworpen is geweest aan de wetgeving
        van ten minste één van deze lidstaten, en de overledene op het moment van overlijden niet de
        nationaliteit van één van deze lidstaten bezat; 
- verhuizing, met
        uitzondering van verhuizing van het gehele gezin binnen Nederland of binnen de landsgrenzen
        van een ander land; 
- het rechtens zijn ontnomen van zijn
        vrijheid.
C. 
Daarnaast heeft de in artikel
        35 Anw bedoelde mededelingsplicht in ieder geval betrekking op het onverwijld melden van de
        volgende feiten en omstandigheden aangaande degene die een nabestaandenuitkering ontvangt of
        hiervoor in aanmerking wenst te komen:  
- het sluiten van een
        huwelijk of een samenlevingscontract, dan wel het aangaan van een geregistreerd
        partnerschap;
- een gezamenlijke huishouding gaan voeren met een partner;
        
- het gaan verwerven van inkomen uit arbeid, tenzij aan betrokkene
        uitsluitend een inkomensonafhankelijke uitkering is toegekend; 
- het gaan
        ontvangen van een uitkering, tenzij aan betrokkene uitsluitend een inkomensonafhankelijke
        uitkering is toegekend;
- een niet-conjuncturele wijziging van het inkomen
        uit arbeid, of van de uitkering, tenzij de Bank een afwijkende termijn heeft gesteld voor
        melding van wijziging van het inkomen, tenzij aan betrokkene uitsluitend een
        inkomensonafhankelijke uitkering is toegekend; 
- een wijziging in de aard
        van het inkomen, tenzij aan betrokkene uitsluitend een inkomensonafhankelijke uitkering is
        toegekend;
- het niet langer arbeidsongeschikt zijn in de zin van artikel
        11 Anw; 
- indien de belanghebbende deel uitmaakt van een
        meerpersoonshuishouden: het vertrek van een persoon uit, dan wel het gaan deelnemen van een
        persoon aan dit huishouden. 
In de hiervoor uitgezonderde
        gevallen moet de betrokkene aan wie uitsluitend een inkomensonafhankelijke uitkering is
        toegekend nog wel de volgende feiten en omstandigheden
        melden: 
- het gaan ontvangen van een uitkering op grond van de
        Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen of een uitkering op grond van de Wet
        werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten;
- het gaan ontvangen van
        een uitkering aan nagelaten betrekkingen ingevolge de sociale wetgeving van één of meer
        Mogendheden;
- een niet-conjuncturele wijziging van de hiervoor bedoelde
        uitkeringen, tenzij de Bank een afwijkende termijn heeft gesteld voor melding van wijziging
        van het inkomen.
D. 
Daarnaast heeft de in
        artikel 35 Anw bedoelde mededelingsplicht in ieder geval betrekking op het onverwijld melden
        van de volgende feiten en omstandigheden aangaande het kind van de nabestaande in de zin van
        artikel 5 Anw, dat jonger is dan 18 jaar:  
- het niet langer
        behoren tot het huishouden van de nabestaande;
- het gaan behoren tot het
        huishouden van een ander;
- het sluiten van een huwelijk of een
        samenlevingscontract, dan wel het aangaan van een geregistreerd
        partnerschap;
- het gaan voeren van een gezamenlijke huishouding met een
        partner;
- verhuizing naar een ander land;
- het
        rechtens zijn ontnomen van zijn vrijheid;
- het bestaan van aanspraak op
        gezinsbijslag of wezenuitkering krachtens de wetgeving van een andere lidstaat van de
        Europese Unie of de Europese Economische Ruimte; 
- indien het kind geen
        eigen of aangehuwd kind van de nabestaande is: het bijdragen in het onderhoud van het kind
        door anderen of verandering in de hoogte van deze onderhoudsbijdrage;
        
- indien het kind geen eigen of aangehuwd kind van de nabestaande is:
        inkomen van het kind; 
- verlies door de nabestaande van het ouderlijk
        gezag, dan wel het niet langer uitoefenen van de ouderlijke zorg over het kind;
        
- adoptie of erkenning van het kind door de (huwelijks)partner van de
        nabestaande; 
- overlijden buiten Nederland of in Nederland, indien de
        overledene niet is ingeschreven in de gemeentelijke
        basisadministratie.
E. 
Daarnaast heeft de
        in artikel 35 Anw bedoelde mededelingsplicht in ieder geval betrekking op het onverwijld
        melden van de volgende feiten en omstandigheden aangaande de halfwees:
         
- het gaan behoren tot het huishouden van een
        ander;
- het sluiten van een huwelijk door de
        halfwees;
- de adoptie van de halfwees;
- ingeval de
        rechthebbende op de halfwezenuitkering niet de ouder is van de halfwees: het gaan bijdragen
        door een derde in het onderhoud van de halfwees, tenzij de bijdrage geschiedt door de nog
        levende ouder of een andere natuurlijke persoon die van rechtswege verplicht is bij te
        dragen in het onderhoud van het kind;
- ingeval de rechthebbende op de
        halfwezenuitkering niet de ouder is van de halfwees: het niet langer behoren tot het
        huishouden van de rechthebbende.
F. 
Daarnaast heeft de in artikel 35 Anw bedoelde mededelingsplicht in ieder geval
        betrekking op het onverwijld melden van de volgende feiten en omstandigheden aangaande de
        wees voor wie een uitkering krachtens de Anw is aangevraagd of aan wie een zodanige
        uitkering is toegekend:  
- erkenning of adoptie van de
        wees;
- het bestaan van aanspraak op wezenuitkering of gezinsbijslag voor
        het kind krachtens de wetgeving van een andere lidstaat van de Europese Unie of de Europese
        Economische Ruimte.
G. 
Daarnaast heeft de
        in artikel 35 Anw bedoelde mededelingsplicht in ieder geval betrekking op het onverwijld
        melden van de volgende feiten en omstandigheden aangaande de wees die de leeftijd van
        zestien jaar heeft bereikt: 
- voor kinderen die voor 2 oktober
        2009 16 jaar zijn geworden: het niet langer arbeidsongeschikt zijn in de zin van artikel 11
        Anw;
- voor kinderen die voor 2 oktober 2009 16 jaar zijn geworden: het
        niet langer volgen van lessen of stages in verband met het volgen van onderwijs of een
        beroepsopleiding gedurende ten minste 213 klokuren per kwartaal;
- voor
        kinderen die na 1 oktober 2009 16 jaar zijn geworden: het wederom in staat zijn een
        opleiding te volgen door een wees van 16 of 17 jaar, die een startkwalificatie heeft behaald
        of in het buitenland woont, nadat hij daartoe op lichamelijke of psychische gronden een tijd
        niet in staat is geweest; 
-  voor kinderen die na 1 oktober 2009 16 jaar
        zijn geworden: starten, wijzigen of stoppen van een opleiding van de wees die in het
        buitenland woont, 18 jaar of ouder is of 16 of 17 jaar is en beschikt over een
        startkwalificatie;
-  voor kinderen die na 1 oktober 2009 16 jaar zijn
        geworden: ziekte langer dan zes maanden van de wees die in het buitenland woont, 18 jaar of
        ouder is of 16 of 17 jaar is en beschikt over een
        startkwalificatie;
- indien de wees de leeftijd van achttien jaar heeft
        bereikt: het sluiten van een huwelijk of een samenlevingscontract, dan wel het aangaan van
        een geregistreerd partnerschap door een wees als bedoeld in artikel 26, eerste lid, onder c,
        Anw;
- indien de wees de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt: het een
        gezamenlijke huishouding gaan voeren met een partner door een wees als bedoeld in artikel
        26, eerste lid, onder c, Anw;
- het feit dat de voor werkzaamheden
        beschikbare tijd van een wees als bedoeld in artikel 26, eerste lid, onder c, Anw, niet
        langer grotendeels in beslag wordt genomen door de verzorging van zijn huishouden;
        
- het feit dat tot het huishouden van een wees als bedoeld in artikel 26,
        eerste lid, onder c, Anw niet langer een andere wees behoort. 
H. 
In afwijking van de onderdelen B, C en D heeft de nabestaande
        aan wie een uitkering is toegekend maar die in verband met het bepaalde in artikel 18 Anw
        geen uitkering ontvangt, de verplichting uitsluitend de volgende feiten of omstandigheden
        onverwijld te melden: 
- het sluiten van een huwelijk of een
        samenlevingscontract; 
- een gezamenlijke huishouding gaan voeren met een
        partner; 
- het niet langer arbeidsongeschikt zijn in de zin van artikel
        11 Anw; 
- het feit dat het kind tot het huishouden van een ander gaat
        behoren; 
- het sluiten van een huwelijk of een samenlevingscontract door
        het kind van de nabestaande; 
- het feit dat het kind van de nabestaande
        een gezamenlijke huishouding gaat voeren met een partner; 
- verlies door
        de nabestaande van het ouderlijk gezag, dan wel het niet langer uitoefenen van de ouderlijke
        zorg over het kind.