Beleidsregel
Op grond van artikel 24, tweede, derde en zevende lid, AOW,
artikel 53, tweede, derde en zevende lid, Anw en artikel 24, tweede, derde en zevende lid,
AKW is de SVB in bepaalde situaties bevoegd om van terugvordering of verdere terugvordering
af te zien. Met betrekking tot de toepassing van het tweede en derde lid van elk van deze
artikelen heeft de SVB nadere regels gesteld in het Besluit invordering boeten en
onverschuldigd betaalde bedragen AOW, Anw en AKW. Tenzij zeer bijzondere omstandigheden
hiertoe aanleiding geven, wordt de bevoegdheid om van dit besluit af te wijken door de SVB
in ieder geval niet gehanteerd:
- indien de teveelbetaling het
gevolg is van een opzettelijk niet of niet behoorlijk nakomen van zijn
mededelingsverplichting door de belanghebbende;
- indien uit de SVB ter
beschikking staande gegevens blijkt dat invordering mogelijk is door verrekening met een
periodieke uitkering van de SVB of van een andere
instantie.
Als een schuldsaneringsregeling is uitgesproken op
grond van de Wet schuldsanering natuurlijke personen, dan werkt de schuldsaneringsregeling
ten aanzien van vorderingen op de schuldenaar die ten tijde van de uitspraak tot toepassing
van de schuldsaneringsregeling bestaan. De SVB gaat ervan uit dat, gelet op de artikelen
6:203 en 3:309 BW, een vordering uit onverschuldigde betaling van de SVB op de schuldenaar
ontstaat op het moment dat er te veel uitkering is betaald. Vorderingen uit onverschuldigde
betaling die zijn ontstaan vóór de uitspraak tot toepassing van de schuldsaneringsregeling
kan de SVB niet invorderen of niet langer invorderen. Deze vorderingen vallen onder de
schuldsaneringsregeling en worden aangemeld bij de bewindvoerder.
Op grond
van een uitspraak van de Hoge Raad kan een vordering uit onverschuldigd betaald AOW-pensioen
of Anw-uitkering, die is ontstaan voordat de schuldsaneringsregeling is uitgesproken, worden
verrekend met nog uit te betalen AOW-pensioen of Anw-uitkering. De SVB maakt van deze
verrekeningsmogelijkheid geen gebruik, maar zal de vordering aanmelden bij de bewindvoerder.