Onderwerp: Bezoek-historie

Geen schending van de mededelingsverplichting (SB1105)
Geldigheid:03-06-2007 t/m 14-06-2008Status: Was geldig

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Beleidsregel

In beginsel legt de SVB bij elke schending van de mededelingsverplichting een boete op of geeft zij een schriftelijke waarschuwing. In bepaalde gevallen waarin een belanghebbende een wijziging van omstandigheden niet binnen vier respectievelijk zes weken meldt, kan een schending van de mededelingsverplichting evenwel niet aan de orde worden geacht. De SVB legt in die gevallen geen boete op en geeft evenmin een schriftelijke waarschuwing. Het gaat hierbij om de volgende situaties:

  • Er zijn feiten en omstandigheden waarvan de SVB in het algemeen door een andere instantie op de hoogte wordt gesteld. In beginsel dienen de mededelingsplichtigen deze feiten en omstandigheden ook zelf aan de SVB door te geven. Ten aanzien van enkele categorieën van dergelijke feiten en omstandigheden (bv. geboorte van een tweede en volgend kind) heeft de SVB evenwel aan belanghebbenden te kennen gegeven dat deze niet spontaan aan de SVB behoeven te worden gemeld. Het niet spontaan melden van een dergelijk feit of een dergelijke omstandigheid leidt dan ook niet tot de oplegging van een boete of het geven van een schriftelijke waarschuwing.
  • De SVB gaat ervan uit dat de belanghebbende tijdig aan zijn mededelingsverplichting heeft voldaan, als hij binnen vier weken nadat een feit of een wijziging in de omstandigheden heeft plaatsgevonden, van de SVB een formulier heeft ontvangen waarin naar het te melden feit of de te melden omstandigheid wordt gevraagd, en hij dit formulier met vermelding van dit feit of deze omstandigheid binnen de door de SVB voor terugzending gestelde termijn aan de SVB heeft geretourneerd.
  • De SVB gaat ervan uit dat er geen sprake is van schending van de mededelingsverplichting als een belanghebbende niet spontaan binnen vier respectievelijk zes weken een wijziging van omstandigheden meldt die de uitkering niet daadwerkelijk kan beïnvloeden. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan een verhoging van inkomen uit arbeid terwijl dit inkomen ook na de verhoging beneden de vrijstellingsgrens blijft, of aan een wijziging in de onderhoudsbijdrage van een kinderbijslaggerechtigde zonder dat het aantal telkinderen hierdoor wordt beïnvloed. In dergelijke gevallen kan de belanghebbende er op grond van het voorlichtingsmateriaal van de SVB van uitgaan dat de wijziging niet van invloed is op het recht op of de hoogte van de uitkering. De spontane mededelingsverplichting bedoeld in artikel 49 AOW, artikel 35 Anw en artikel 15 AKW bestaat in die gevallen dan ook niet.
Naar boven