Onderwerp: Bezoek-historie

Tijdstip van betaling (SB1083)
Geldigheid:07-09-2016 t/m Versie:vergelijk Status: Geldig vandaag

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Beleidsregel

Op grond van artikel 4:87 Awb betaalt de SVB een uitkering binnen zes weken na het toekennen daarvan. Uit bijzondere wettelijke bepalingen kan een later tijdstip van betaling volgen.

De SVB maakt van de bevoegdheid gegeven in artikel 19, eerste lid AOW en artikel 46, eerste lid Anw ten aanzien van in Nederland wonende uitkeringsgerechtigden gebruik door het pensioen of de uitkering uit te betalen in de laatste week van de maand. Dit is in overeenstemming met de in Nederland bij het bedrijfsleven en de overheid gangbare praktijk.

De SVB betaalt de kinderbijslag aan in Nederland wonenden doorgaans in de eerste twee weken van het kwartaal dat volgt op het kwartaal waarover het recht op kinderbijslag bestaat. De SVB kan zonder nader besluit de betaling van kinderbijslag aanhouden tot het einde van het 'betaalkwartaal', als daarvoor aanleiding is. Dit doet de SVB bijvoorbeeld als onduidelijkheid bestaat over een rechtsbepalend feit.

Artikel 45, eerste lid Participatiewet bepaalt dat de AIO-aanvulling per kalendermaand wordt vastgesteld en betaald. Ook regelt dit artikellid dat de vakantie-uitkering jaarlijks wordt betaald in de maand juni over de aan die maand voorafgaande twaalf maanden. Indien het recht op een AIO-aanvulling is beëindigd, vindt de betaling van de vakantie-uitkering echter plaats binnen drie maanden volgend op de maand waarin de AIO-aanvulling is beëindigd.

De SVB past deze bepaling zodanig toe dat de betaling van de AIO-aanvulling zo veel mogelijk aansluit bij de betaling van ouderdomspensioenen op grond van de AOW. Dit betekent voor de betaling van de maandelijkse AIO-aanvulling en de vakantie-uitkering het volgende. De SVB betaalt de AIO-aanvulling in de laatste week van de maand. Als ook recht bestaat op een ouderdomspensioen betaalt de SVB de AIO-aanvulling en het ouderdomspensioen in een bedrag uit. In afwijking van artikel 45, eerste lid Participatiewet betaalt de SVB de vakantie-uitkering jaarlijks in de maand mei. Dit is ook het geval als het recht op een AIO-aanvulling is beëindigd, maar het recht op een ouderdomspensioen nog bestaat.

Grondslag

artikel 19, eerste lid AOW, artikel 46, eerste lid Anw, artikel 18, eerste lid AKW,  artikel 45, eerste lid Participatiewet en artikel 4:87 Awb

Besluit beleidsregels SVB 2016

Naar boven