Beleidsregel
De Regeling tegemoetkoming asbestslachtoffers 2014 (TAS 2014) heeft tot doel een uitkering te verstrekken aan personen die lijden aan de door asbest veroorzaakte ziekte maligne mesothelioom of asbestose en die ter zake vanin verband met die ziekte (nog) geen civielrechtelijke vergoeding van hun voormalige werkgever kunnen krijgen.
De TAS kent twee soorten uitkering: het voorschot en de eenmalige uitkering.
Op grond van de TAS 2014 heeft recht op een voorschot de persoon bij wie de ziekte maligne mesothelioom of asbestose is vastgesteld en die aannemelijk heeft gemaakt dat deze ziekte is veroorzaakt door blootstelling aan asbest tijdens het verrichten van arbeid als werknemer. De regeling hanteert de term voorschot. Juridisch gezien is van een voorschot geen sprake aangezien het besluit over de verlening van een voorschot geen voorlopige maar een definitieve vaststelling van het recht op uitkering behelstbetreft. Het voorschot behoeft derhalve niet te worden omgezet in een eenmalige uitkering om een definitief karakter te krijgen.
Het voorschot is bedoeld als een tegemoetkoming die voor zover mogelijk bij leven van de werknemer tot uitbetaling moet komenkomt. De SVB verlaatbaseert zich daarom in gevalbij de beoordeling van een voorschot bijde vraag of de beoordelingziekte asbestose is vastgesteld, op het oordeel van het Nederlands Asbestose Panel (NAP) zoals bedoeld in artikel 4.2 van het Protocol diagnostiek asbestose. Voor de vraag of de ziekte maligne mesothelioom is vastgesteld, opgaat de SVB uit van het voorlopig verslag van het Nederlands Mesotheliomenpanel (NMP) zoals bedoeld in artikel 3.2 van het Protocol diagnostiek maligne mesothelioom. Deze protocollen zijn als bijlagebijlagen gepubliceerd bij de TAS gepubliceerde Protocol diagnostiek maligne mesothelioom2014.
Recht op een eenmalige uitkering ingevolge de TAS bestaat indien de ziekte maligne mesothelioom is vastgesteld, de ziekte is veroorzaakt door blootstelling aan asbest tijdens het verrichten van arbeid als werknemer en de schade niet langs burgerrechtelijke weg kan of kon worden verhaald.
Een aanvraag om een eenmalige uitkering kan ingevolge artikel 7, derde lid TAS onder meer worden ingediend door de nabestaanden van de werknemer, mits de werknemer zich voor zijn overlijden voor bemiddeling had aangemeld bij het IAS en de aanvraag plaatsvindt binnen twaalf maanden na overlijden. Gezien het minder spoedeisende karakter van een aanvraag om eenmalige uitkering, beslist de SVB alleen op een dergelijke aanvraag nadat een definitieve diagnose is gesteld door het NMP conform het Protocol diagnostiek maligne mesothelioom.
De SVB geeft een letterlijke uitleg aanlegt het voorschrift dat de blootstelling aan asbest moet hebben plaatsgevonden tijdens het verrichten van arbeid als werknemer. Indien derhalve geen zo uit, dat sprake ismoet zijn geweest van loondienst tijdens de blootstelling aan asbest, dan bestaat geen recht op een voorschot of eenmalige uitkering.
De SVB acht in ieder geval een oorzakelijk verband aanwezig tussen de ziekte maligne mesothelioom en blootstelling aan asbest tijdens het verrichten van arbeid als werknemer als:
- de betrokkene ten minste zes maanden werkzaam is geweest in de primaire of secundaire asbestindustrie, of
- de betrokkene ten minste zes maanden werkzaam is geweest in een functie of beroep voorkomend op de beroepenlijst die deel uitmaakt van het advies van de Gezondheidsraad aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 15 april 1998 en op basis van zijn stellige verklaring aannemelijk is dat hij tijdens dit dienstverband aan asbest is blootgesteld.
Indien de functie ofIn andere situaties stelt het beroep waarin de aanvrager werkzaam is geweest niet voorkomt op de hiervoor aangehaalde beroepenlijstInstituut asbestslachtoffers (IAS) vast of indien de werkzaamheden minder dan zes maanden hebben geduurd, dient in het individuele geval te worden vastgesteld of sprake is geweest van een relevante blootstelling aan asbest tijdens het verrichten van arbeid alvorens kan worden overgegaan tot toekenning vanvoordat de SVB een voorschot toekent. De aanvrager kan een dergelijke blootstelling aantonen door overlegging van aanvullende informatie betreffende dete verstrekken over door hem verrichte taken en werkzaamheden, alsmede betreffende het gebruik van asbesthoudende materialen en de toepassing daarvan.
Indien een aanvraag om eenmalige uitkering wordt ingediend, wordt een volledig onderzoek ingesteld naar het arbeidsverleden van de werknemer. Als de werknemer meerdere werkgevers heeft gehad die aansprakelijk kunnen worden gesteld, dient ten aanzien van al deze werkgevers te worden vastgesteld dat de schade niet langs burgerrechtelijke weg kan worden verhaald alvorens tot toekenning van een eenmalige uitkering kan worden overgegaan.
De SVB laat zich bij de uitvoering van de TAS 2014 adviseren door het Instituut asbestslachtoffers (IAS). De SVB acht zich aan de adviezen van het IAS gebonden voor zover deze tot stand zijn gekomen overeenkomstig de hiervoor weergegeven beleidsregels tot stand zijn gekomen. Van. Adviezen die afwijken van deze beleidsregels afwijkende adviezen vormenleiden slechts aanleiding voor detot toekenning van een voorschot indien het IAS voldoende gemotiveerd aangeeftmotiveert waarom in het individuele geval van de beleidsregels moet worden afgeweken.
Grondslag
De tekst is afgesloten naar de stand van de wetgeving op 20 april 2009. De wijzigingen die samenhangen met de inwerkingtreding van de vierde tranche van de Algemene wet bestuursrecht zijn eveneens verwerkt.
artikel 3, onder a, artikel 6a10, onder a TAS 2014
Besluit beleidsregels SVB 20092016
Wet- en regelgeving