Beleidsregel 
De Regeling tegemoetkoming asbestslachtoffers (TAS) heeft tot doel
        een uitkering te verstrekken aan personen die lijden aan de door asbest veroorzaakte ziekte
        maligne mesothelioom en die ter zake van die ziekte (nog) geen civielrechtelijke vergoeding
        van hun voormalige werkgever kunnen krijgen. 
De TAS kent twee soorten
        uitkering: het voorschot en de eenmalige uitkering. 
Op grond van de TAS
        heeft recht op een voorschot de persoon bij wie de ziekte maligne mesothelioom is
        vastgesteld en die aannemelijk heeft gemaakt dat deze ziekte is veroorzaakt door
        blootstelling aan asbest tijdens het verrichten van arbeid als werknemer. De regeling
        hanteert de term voorschot. Juridisch gezien is van een voorschot geen sprake aangezien het
        besluit over de verlening van een voorschot geen voorlopige maar een definitieve
        vaststelling van het recht op uitkering behelst. Het voorschot behoeft derhalve niet te
        worden omgezet in een eenmalige uitkering om een definitief karakter te krijgen. 
Het voorschot is bedoeld als een tegemoetkoming die voor zover mogelijk bij leven
        van de werknemer tot uitbetaling moet komen. De SVB verlaat zich daarom in geval van een
        voorschot bij de beoordeling van de vraag of de ziekte maligne mesothelioom is vastgesteld,
        op het voorlopig verslag van het Nederlands Mesotheliomenpanel (NMP) zoals bedoeld in
        artikel 3.2 van het als bijlage bij de TAS gepubliceerde Protocol diagnostiek maligne
        mesothelioom. 
Recht op een eenmalige uitkering ingevolge de TAS bestaat
        indien de ziekte maligne mesothelioom is vastgesteld, de ziekte is veroorzaakt door
        blootstelling aan asbest tijdens het verrichten van arbeid als werknemer en de schade niet
        langs burgerrechtelijke weg kan of kon worden verhaald. 
Een aanvraag om
        een eenmalige uitkering kan ingevolge artikel 7, derde lid TAS onder meer worden ingediend
        door de nabestaanden van de werknemer, mits de werknemer zich voor zijn overlijden voor
        bemiddeling had aangemeld bij het IAS en de aanvraag plaatsvindt binnen twaalf maanden na
        overlijden. Gezien het minder spoedeisende karakter van een aanvraag om eenmalige uitkering,
        beslist de SVB alleen op een dergelijke aanvraag nadat een definitieve diagnose is gesteld
        door het NMP conform het Protocol diagnostiek maligne mesothelioom. 
De
        SVB geeft een letterlijke uitleg aan het voorschrift dat de blootstelling aan asbest moet
        hebben plaatsgevonden tijdens het verrichten van arbeid als werknemer. Indien derhalve geen
        sprake is geweest van loondienst tijdens de blootstelling aan asbest, dan bestaat geen recht
        op een voorschot of eenmalige uitkering. 
De SVB acht in ieder geval een
        oorzakelijk verband aanwezig tussen de ziekte maligne mesothelioom en blootstelling aan
        asbest tijdens het verrichten van arbeid als werknemer als: 
- de
        betrokkene werkzaam is geweest in de primaire of secundaire asbestindustrie in een functie
        of beroep voorkomend op de beroepenlijst die deel uitmaakt van het advies van de
        Gezondheidsraad aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 15 april
        1998, en
- de bedoelde werkzaamheden ten minste zes maanden hebben
        voortgeduurd.
Indien de functie of het beroep waarin de
        aanvrager werkzaam is geweest niet voorkomt op de hiervoor aangehaalde beroepenlijst of
        indien de werkzaamheden minder dan zes maanden hebben geduurd, dient in het individuele
        geval te worden vastgesteld of sprake is geweest van een relevante blootstelling aan asbest
        tijdens het verrichten van arbeid alvorens kan worden overgegaan tot toekenning van een
        voorschot. De aanvrager kan een dergelijke blootstelling aantonen door overlegging van
        aanvullende informatie betreffende de door hem verrichte taken en werkzaamheden, alsmede
        betreffende het gebruik van asbesthoudende materialen en de toepassing daarvan. 
Indien een aanvraag om eenmalige uitkering wordt ingediend, wordt een volledig
        onderzoek ingesteld naar het arbeidsverleden van de werknemer. Als de werknemer meerdere
        werkgevers heeft gehad die aansprakelijk kunnen worden gesteld, dient ten aanzien van al
        deze werkgevers te worden vastgesteld dat de schade niet langs burgerrechtelijke weg kan
        worden verhaald alvorens tot toekenning van een eenmalige uitkering kan worden
        overgegaan. 
De SVB laat zich bij de uitvoering van de TAS adviseren door
        het Instituut asbestslachtoffers (IAS). De SVB acht zich aan de adviezen van het IAS
        gebonden voor zover deze overeenkomstig de hiervoor weergegeven beleidsregels tot stand zijn
        gekomen. Van deze beleidsregels afwijkende adviezen vormen slechts aanleiding voor de
        toekenning van een voorschot indien het IAS voldoende gemotiveerd aangeeft waarom in het
        individuele geval van de beleidsregels moet worden afgeweken. 
Grondslag 
De tekst is afgesloten naar de stand van zaken op 7 april 2008, met dien verstande dat het Maatregelenbesluit socialezekerheidswetten dat per 1 mei 2008 in werking is getreden wel is verwerkt. 
artikel 3, onder a, artikel 6a, onder a TAS 
Besluit beleidsregels SVB 2008