Ga direct naarInhoudofMenu
Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.
Onderstaande relaties zijn gevonden bij “document”. Bij klikken wordt een externe website met een relatieoverzicht geopend op overheid.nl.
Uit de toelichting op KB 746 blijkt dat van studie in de zin van artikel 20 sprake is indien de voor werkzaamheden beschikbare tijd grotendeels in beslag wordt genomen door het volgen van onderwijs of van een beroepsopleiding. Aan deze voorwaarde wordt volgens beleid van de SVB voldaan als meer dan de helft van de voor werkzaamheden beschikbare tijd, berekend op basis van een 38-urige werkweek, besteed wordt aan onderwijs in de zin van de AKW (zie hierover Deel I, § 1.3.7). Voor de beoordeling van het aantal uren dat wordt besteed aan het volgen van onderwijs worden schooluren, huiswerkuren alsmede de reistijd in verband met het volgen van het onderwijs in aanmerking genomen.
Indien een persoon 19 uren of meer per week studeert, dient te worden bezien of de reden waarom de persoon in Nederland verblijft uitsluitend bestaat uit het volgen van onderwijs. Een persoon wordt in ieder geval niet geacht uitsluitend wegens studieredenen in Nederland te wonen indien hij arbeid gaat verrichten, met uitzondering van arbeid ten behoeve van de studie zoals een stage. Tot deze regel concludeert de SVB naar analogie van artikel 8 van KB 746 (niet opgenomen in deze bundel), waarin het verrichten van arbeid in het buitenland leidt tot beëindiging van de verzekering van tijdelijk buiten Nederland studerende personen. In die bepaling - waarvan artikel 20 het spiegelbeeld vormt - wordt geen voorwaarde gesteld aan de omvang van de arbeid.
Deze Beleidsregels zijn gebaseerd op de volgende wetsartikelen, zoals die luidden op 4 april 2007.
artikel 20
Besluit beleidsregels SVB 2007
Huidige versie: 1