Onderwerp: Bezoek-historie

Sociale binding (SB1025)
Geldigheid:03-06-2007 t/m 14-06-2008Versie:vergelijk Status: Was geldig

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Beleidsregel

Indicaties voor het al of niet aannemen van een sociale binding zijn:

  • de aanwezigheid van het gezin van betrokkene in Nederland;
  • een in Nederland wonend familielid dat reeds geruime tijd in Nederland woont en/of werkt;
  • het feit dat de kinderen een Nederlandse school bezoeken;
  • het volgen van een cursus om de Nederlandse taal machtig te worden of van een beroepsopleiding;
  • het aangesloten zijn bij een kerkgenootschap, verenigingen en dergelijke in Nederland;
  • aanwijzingen die erop duiden dat de betrokkene binnen afzienbare tijd of in de toekomst Nederland zal verlaten en zich elders zal vestigen.

In bepaalde gevallen zijn er indicaties aanwezig die wijzen op een (nog) bestaande binding met een ander land en die daarom pleiten tegen het aannemen van een juridische, economische of sociale band met Nederland. Factoren die daarbij een rol spelen zijn onder meer:

  • of de betrokkene met een enkele reis of met een retourbiljet naar Nederland is gekomen;
  • de aantekeningen inzake het vertrek uit het land van herkomst en het verblijf in Nederland, gesteld in het paspoort van betrokkene;
  • het motief voor vertrek vanuit een ander land naar Nederland (bijvoorbeeld studieredenen of een om andere redenen vooropgezet tijdelijk verblijf);
  • of de betrokkene nog woonruimte, huisraad of eigendommen van belang in het land van herkomst heeft (is het huurcontract opgezegd of het huis verkocht);
  • het feit dat het gezin van betrokkene, waarmee hij regelmatig contact onderhoudt, niet in Nederland verblijft. In deze situatie is het echter ook mogelijk dat de betrokkene geacht wordt een dubbele woonplaats te hebben (zie Deel I, § 2.2.7).

Het totaalbeeld van de feitelijke omstandigheden moet uitwijzen of de betrokkene het middelpunt van zijn maatschappelijk leven in Nederland heeft en er dientengevolge sprake is van een persoonlijke band van duurzame aard met Nederland. Deze band wordt bij vestiging in Nederland in het algemeen geleidelijk opgebouwd en kan bij vertrek uit Nederland geleidelijk worden verbroken.

Voor zover bepalingen inzake de detachering van werknemers zoals opgenomen in internationale regelingen (zie Deel II, § 1.2.8) niet anders bepalen, wordt de verzekeringspositie van gezinsleden van gedetacheerde personen beheerst door de Nederlandse nationale criteria inzake het ingezetenschap.

Naar boven