Beleidsregel
Op basis van artikel 6, eerste lid, onder a van de AOW en
AKW, en artikel 13, eerste lid, onder a van de Anw is een ingezetene verplicht verzekerd,
behoudens als hij niet onvoorwaardelijk tot Nederland is toegelaten, dan wel als er sprake
is van één van de uitzonderingen opgesomd in KB 746. Ingezetene is degene die in Nederland
woont (artikel 2 AOW en AKW en artikel 6 Anw). Waar iemand woont of waar een lichaam
gevestigd is, wordt naar de omstandigheden beoordeeld (artikel 3 AOW en AKW en artikel 7
Anw). Hetgeen gesteld is in Zeelieden, baggeraars en loodsen, SB2137 van Deel II ten aanzien
van werknemers die werkzaam zijn in de baggerbranche en in de off-shore, vindt
overeenkomstige toepassing met betrekking tot de hierboven opgenomen bepalingen.Mede op
grond van de - omvangrijke - jurisprudentie heeft de SVB met betrekking tot ingezetenschap
het volgende beleid ontwikkeld.
Voor de beantwoording van de vraag of
iemand binnen Nederland woont, is van belang of er tussen de betrokkene en Nederland een
persoonlijke band van duurzame aard bestaat. Hierbij moet volgens vaste jurisprudentie
worden vastgesteld of de betrokkene het middelpunt van zijn maatschappelijk leven in
Nederland heeft (zie hiervoor onder meer CRvB 29 april 1998).
Het
onderzoek ter beoordeling of iemand het middelpunt van zijn maatschappelijk leven in
Nederland heeft, spitst zich toe op feitelijke omstandigheden. Voor de beoordeling is
doorslaggevend in welke mate betrokkene een juridische binding, een economische binding en
een sociale binding met Nederland heeft. In sommige gevallen is één van deze bindingen zo
sterk dat deze op zichzelf reeds tot ingezetenschap leidt. In andere gevallen is geen van
deze bindingen op zichzelf beschouwd voldoende sterk om tot ingezetenschap te leiden, maar
moet op grond van het complex van factoren toch tot ingezetenschap worden geconcludeerd.
Bij de beoordeling is tevens van belang of en in hoeverre er (nog)
sprake is van binding met een ander land dan Nederland. In principe kan gesteld worden dat
de band met Nederland sterker is naarmate de band met een ander land, zoals het land van
herkomst, zwakker is. Het onderzoek vindt plaats aan de hand van de criteria in de
onderliggende paragrafen.
Het totaalbeeld van de feitelijke
omstandigheden moet uitwijzen of de betrokkene het middelpunt van zijn maatschappelijk leven
in Nederland heeft en er dientengevolge sprake is van een persoonlijke band van duurzame
aard met Nederland. Deze band wordt na aankomst in Nederland in het algemeen geleidelijk
opgebouwd maar kan ook direct aanwezig worden geacht. Bij de beoordeling hiervan worden de
beleidsregels ten aanzien van het verlies van ingezetenschap na vertrek uit Nederland (zie
Deel I, Einde verplichte verzekering na vertrek uit Nederland, SB1027) naar analogie
toegepast.
Voor zover bepalingen inzake de detachering van werknemers
zoals opgenomen in internationale regelingen (zie Deel II, Detachering, SB2139) niet anders
bepalen, wordt de verzekeringspositie van gezinsleden van gedetacheerde personen beheerst
door de Nederlandse nationale criteria inzake het ingezetenschap.
Grondslag
De tekst van de beleidsregels internationaal is afgesloten naar de stand van de wetgeving en jurisprudentie op 1 mei 2012. De tekst van de overige delen van de beleidsregels (het deel AOW, Anw, AKW, Remigratiewet, MKOB, TOG, TAS en TNS, en de delen Awb en Overige onderwerpen) is niet aangepast.
artikel 2, artikel 3 en artikel 6,eerste lid, onder a, en tweede lid AOW en AKW,
artikel 6, artikel 7 en artikel 13 Anw
Besluit beleidsregels internationaal SVB 2012