Beleidsregel
De aanspraken op grond van de AOW, Anw, AKW, de TOG 2000 en de
Remigratiewet zijn mede afhankelijk van de leeftijd van de aanvrager, de overleden
verzekerde, de (huwelijks)partner en de kinderen. Naast het bij wijze van voorbeeld
opgenomen artikel 7 AOW bevatten ook de overige bovengenoemde overige bepalingen van AOW,
Anw, AKW, TOG 2000 en Remigratiewet overeenkomstige leeftijdscriteria.
De
geboortedatum van een persoon wordt in de meeste gevallen gecontroleerd met behulp van de
Gemeentelijke Basisadministratie (GBA). Het komt ook voor dat de SVB de geboortedatum zelf
verifieert aan de hand van gelegaliseerde akten.
De bij de aanvraag om
uitkering aangegeven geboortedatum stemt meestal overeen met de datum die is geregistreerd
in de bevolkingsadministratie of die met behulp van een akte is
vastgesteld.
In een aantal gevallen kan onzekerheid bestaan over het
geboortejaar of de precieze geboortedatum. Hiervan kan sprake zijn als de betrokkene
afkomstig is uit een land waar ten tijde van zijn geboorte nog geen deugdelijke
bevolkingsregistratie werd gevoerd. Onzekerheid ten aanzien van het geboortejaar ontstaat
dan met name als bij de aanvraag een ander geboortejaar wordt opgegeven dan het geboortejaar
waarmee de betrokkene bij binnenkomst in Nederland werd geregistreerd. In dat geval wordt
een onderzoek ingesteld naar de juiste geboortedatum. Voor de vaststelling daarvan hanteert
de SVB de volgende in de jurisprudentie (zie onder meer de uitspraak van de CRvB van 23
maart 1988 en het arrest van het HvJ EG van 14 maart 2000) ontwikkelde
criteria:
- er wordt uitgegaan van de geboortedatum die bij
binnenkomst in Nederland bij een bevoegde instantie is
opgegeven;
- wanneer op basis van authentieke stukken die tot stand zijn
gekomen vóór de datum van binnenkomst in Nederland een andere geboortedatum wordt
aangetoond, kan deze datum worden aangehouden als de juistheid daarvan aannemelijker is dan
van die welke bij binnenkomst in Nederland is opgegeven (zie de uitspraken van de CRvB van
25 maart 1987 en 8 april 1987);
- met een buitenlands rechterlijk vonnis
over de geboortedatum wordt alleen rekening gehouden wanneer dit is gebaseerd op
controleerbare gegevens. De geboortedatum uit het vonnis kan worden aangenomen als de
onderliggende gegevens van doorslaggevende betekenis zijn (CRvB 1 november
1989);
- een medisch-deskundig oordeel over het juiste geboortejaar wordt
niet als bewijs aanvaard (CRvB 13 december 1989);
- er kan niet worden
afgegaan op de persoonlijke aanblik van betrokkene.
Als bij
wijziging van de geboortedatum na het onderzoek geen zekerheid is verkregen over de juiste
geboortedatum, gaat de SVB uit van de datum die bij binnenkomst in Nederland is
opgegeven.
In een uitspraak van de Arrondissementsrechtbank Amsterdam van
1 juli 1994 is bepaald dat een ‘copie-intégrale’ (een afschrift van een geboorteakte uit de
Marokkaanse geboorteregisters) kan worden aangemerkt als een document waarmee kan worden
aangetoond dat er sprake is van een andere geboortedatum dan die welke betrokkene bij
binnenkomst in Nederland heeft opgegeven. Nu de copie-intégrale slechts een afschrift is van
de originele geboorteakte, stelt de SVB bepaalde voorwaarden aan dit
document:
- De in de copie-intégrale genoemde geboortedatum moet
overeenstemmen met de in de oorspronkelijke geboorteakte vermelde
datum.
- De oorspronkelijke geboorteakte mag niet zijn opgemaakt op een
tijdstip dat nauw verband houdt met de migratie of de afgifte van de
copie-intégrale.
In sommige gevallen is het geboortejaar wel,
maar de precieze geboortedatum niet bekend. In dergelijke gevallen wordt een onderzoek
ingesteld naar de werkelijke geboortedatum. Wanneer de SVB deze niet kan achterhalen, gaat
zij uit van een fictieve geboortedatum. Is alleen het geboortejaar bekend dan hanteert de
SVB 1 juli als fictieve geboortedatum. Zijn het geboortejaar en de geboortemaand bekend,
maar de exacte datum niet dan hanteert de SVB de zestiende van de betreffende maand als
fictieve geboortedatum. De SVB baseert deze gedragslijn op de werkafspraken inzake de
vaststelling van geboortedata vastgelegd in de circulaire van de voormalige Sociale
Verzekeringsraad van 12 december 1986. De CRvB heeft in zijn uitspraak van 7 april 1995 deze
gedragslijn bevestigd.
De Remigratiewet stelt het recht op dan wel de
hoogte van een aantal voorzieningen afhankelijk van de vraag of een persoon minderjarig dan
wel meerderjarig is. De SVB beantwoordt deze vraag, ongeacht het woonland of de
nationaliteit van de betrokken persoon, op basis van artikel 1:233 van het Burgerlijk
Wetboek.
Grondslag
Deze Beleidsregels zijn gebaseerd op de volgende wetsartikelen, zoals die luidden op 4 april 2007.
artikel 7, artikel 8, lid 1 en artikel 9, leden 1 en 6 AOW, artikel 14, lid 1, artikel
15, lid 3, artikel 16, leden 1 en 2, artikel 22, lid 1, artikel 24, leden 1 en 2, artikel
26, leden 1 en 2, artikel 29, lid 2, artikel 67, leden 1 en 3, enartikel68, lid 1 Anw,
artikel 7, lid 1 AKW, artikel 2 TOG 2000, artikel 1, lid 1, onder h en artikel 2, lid 1,
onder a Remigratiewet
Besluit beleidsregels SVB 2007