Onderwerp: Bezoek-historie

Vaststelling leeftijd, meerderjarigheid en minderjarigheid (SB1001)
Geldigheid:03-06-2007 t/m 14-06-2008Versie:vergelijk Status: Was geldig

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Beleidsregel

De aanspraken op grond van de AOW, Anw, AKW, de TOG 2000 en de Remigratiewet zijn mede afhankelijk van de leeftijd van de aanvrager, de overleden verzekerde, de (huwelijks)partner en de kinderen. Naast het bij wijze van voorbeeld opgenomen artikel 7 AOW bevatten ook de overige bovengenoemde overige bepalingen van AOW, Anw, AKW, TOG 2000 en Remigratiewet overeenkomstige leeftijdscriteria.

De geboortedatum van een persoon wordt in de meeste gevallen gecontroleerd met behulp van de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA). Het komt ook voor dat de SVB de geboortedatum zelf verifieert aan de hand van gelegaliseerde akten.

De bij de aanvraag om uitkering aangegeven geboortedatum stemt meestal overeen met de datum die is geregistreerd in de bevolkingsadministratie of die met behulp van een akte is vastgesteld.

In een aantal gevallen kan onzekerheid bestaan over het geboortejaar of de precieze geboortedatum. Hiervan kan sprake zijn als de betrokkene afkomstig is uit een land waar ten tijde van zijn geboorte nog geen deugdelijke bevolkingsregistratie werd gevoerd. Onzekerheid ten aanzien van het geboortejaar ontstaat dan met name als bij de aanvraag een ander geboortejaar wordt opgegeven dan het geboortejaar waarmee de betrokkene bij binnenkomst in Nederland werd geregistreerd. In dat geval wordt een onderzoek ingesteld naar de juiste geboortedatum. Voor de vaststelling daarvan hanteert de SVB de volgende in de jurisprudentie (zie onder meer de uitspraak van de CRvB van 23 maart 1988 en het arrest van het HvJ EG van 14 maart 2000) ontwikkelde criteria:

  • er wordt uitgegaan van de geboortedatum die bij binnenkomst in Nederland bij een bevoegde instantie is opgegeven;
  • wanneer op basis van authentieke stukken die tot stand zijn gekomen vóór de datum van binnenkomst in Nederland een andere geboortedatum wordt aangetoond, kan deze datum worden aangehouden als de juistheid daarvan aannemelijker is dan van die welke bij binnenkomst in Nederland is opgegeven (zie de uitspraken van de CRvB van 25 maart 1987 en 8 april 1987);
  • met een buitenlands rechterlijk vonnis over de geboortedatum wordt alleen rekening gehouden wanneer dit is gebaseerd op controleerbare gegevens. De geboortedatum uit het vonnis kan worden aangenomen als de onderliggende gegevens van doorslaggevende betekenis zijn (CRvB 1 november 1989);
  • een medisch-deskundig oordeel over het juiste geboortejaar wordt niet als bewijs aanvaard (CRvB 13 december 1989);
  • er kan niet worden afgegaan op de persoonlijke aanblik van betrokkene.

Als bij wijziging van de geboortedatum na het onderzoek geen zekerheid is verkregen over de juiste geboortedatum, gaat de SVB uit van de datum die bij binnenkomst in Nederland is opgegeven.

In een uitspraak van de Arrondissementsrechtbank Amsterdam van 1 juli 1994 is bepaald dat een ‘copie-intégrale’ (een afschrift van een geboorteakte uit de Marokkaanse geboorteregisters) kan worden aangemerkt als een document waarmee kan worden aangetoond dat er sprake is van een andere geboortedatum dan die welke betrokkene bij binnenkomst in Nederland heeft opgegeven. Nu de copie-intégrale slechts een afschrift is van de originele geboorteakte, stelt de SVB bepaalde voorwaarden aan dit document:

  • De in de copie-intégrale genoemde geboortedatum moet overeenstemmen met de in de oorspronkelijke geboorteakte vermelde datum.
  • De oorspronkelijke geboorteakte mag niet zijn opgemaakt op een tijdstip dat nauw verband houdt met de migratie of de afgifte van de copie-intégrale.

In sommige gevallen is het geboortejaar wel, maar de precieze geboortedatum niet bekend. In dergelijke gevallen wordt een onderzoek ingesteld naar de werkelijke geboortedatum. Wanneer de SVB deze niet kan achterhalen, gaat zij uit van een fictieve geboortedatum. Is alleen het geboortejaar bekend dan hanteert de SVB 1 juli als fictieve geboortedatum. Zijn het geboortejaar en de geboortemaand bekend, maar de exacte datum niet dan hanteert de SVB de zestiende van de betreffende maand als fictieve geboortedatum. De SVB baseert deze gedragslijn op de werkafspraken inzake de vaststelling van geboortedata vastgelegd in de circulaire van de voormalige Sociale Verzekeringsraad van 12 december 1986. De CRvB heeft in zijn uitspraak van 7 april 1995 deze gedragslijn bevestigd.

De Remigratiewet stelt het recht op dan wel de hoogte van een aantal voorzieningen afhankelijk van de vraag of een persoon minderjarig dan wel meerderjarig is. De SVB beantwoordt deze vraag, ongeacht het woonland of de nationaliteit van de betrokken persoon, op basis van artikel 1:233 van het Burgerlijk Wetboek.

Grondslag

Deze Beleidsregels zijn gebaseerd op de volgende wetsartikelen, zoals die luidden op 4 april 2007.

artikel 7, artikel 8, lid 1 en artikel 9, leden 1 en 6 AOW, artikel 14, lid 1, artikel
15, lid 3, artikel 16, leden 1 en 2, artikel 22, lid 1, artikel 24, leden 1 en 2, artikel
26, leden 1 en 2, artikel 29, lid 2, artikel 67, leden 1 en 3, enartikel68, lid 1 Anw,
artikel 7, lid 1 AKW, artikel 2 TOG 2000, artikel 1, lid 1, onder h en artikel 2, lid 1,
onder a Remigratiewet

Besluit beleidsregels SVB 2007

Naar boven