Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/2600/GA, 21 maart 2011, beroep
Uitspraakdatum:21-03-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 10/2600/GA

betreft: [klager] datum: 21 maart 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de locatie Zoetermeer,

gericht tegen een uitspraak van 30 augustus 2010 van de beklagcommissie bij voormelde locatie, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 10 januari 2011, gehouden in de locatie Zoetermeer, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. J.W. van Leeuwen en [...], plv. vestigingsdirecteur penitentiaire inrichtingen (p.i.) Haaglanden.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
De beklagcommissie heeft een tegemoetkoming van € 15,= toegekend vanwege de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende het feit dat klager op 9 juli 2010 geen luchtmoment is geboden, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
In verband met een recent veranderd dagprogramma was een groepswerker vergeten om de activiteit luchten aan te bieden. De groepswerker heeft direct na constatering van zijn vergissing excuus gemaakt aan klager en een ander luchtmoment aangeboden.
Klager
wilde geen compensatie en heeft beklag ingesteld. Op verzoek van de commissie van toezicht heeft de directeur met klager gesproken en zijn nogmaals excuses aangeboden. Voorts is een hele middag extra luchten aangeboden. Klager wilde echter geen
compensatie, maar nogmaals een excuus van de betreffende groepswerker. De betreffende groepswerker heeft opnieuw met klager gesproken. Ter zitting van de beklagcommissie heeft klager aangegeven dat hij een drietal taarten voor de gehele afdeling een
passende compensatie zou vinden.
De klacht betreft niet een klager betreffende beslissing door of namens de directeur zoals genoemd in artikel 60, eerste lid Pbw en de klacht is derhalve niet-ontvankelijk.
Voorts zijn er diverse pogingen gedaan om de schade te compenseren.

Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De betreffende p.i.w.-er heeft alleen en plein public excuses aangeboden en niet apart aan de groep gedetineerden. De directie had meer druk moeten uitoefenen op deze p.i.w.-er. Het is voor klager een principekwestie. Ter compensatie is de volgende dag
een luchtmoment aangeboden, maar dit kon niet doorgaan omdat de luchtplaats vol was.

3. De beoordeling
Vaststaat dat het luchtmoment op 9 juli 2010 niet is doorgegaan, omdat een personeelslid zich had vergist in het tijdstip daarvan. De inrichting heeft van meet af aan erkend dat er een fout is gemaakt. De betreffende medewerker en de directie hebben
daarvoor hun excuses aangeboden en als compensatie is de gedetineerden een extra luchtmoment de volgende dag aangeboden. De beroepscommissie acht dit een passende tegemoetkoming. Klager heeft de tegemoetkoming geweigerd en beklag ingesteld.
Nu vaststaat dat van de gemaakte vergissing in voldoende mate excuses zijn gemaakt en aan klager een passende compensatie is aangeboden, welke door hem echter niet is aanvaard, acht de beroepscommissie het toekennen van een tegemoetkoming thans niet
meer op zijn plaats. Het beroep van de directeur is dus gegrond.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond voor zover het de toegekende tegemoetkoming betreft, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie en bepaalt dat aan klager geen tegemoetkoming toekomt.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. F.G. Bauduin, voorzitter, prof. mr. P.A.M. Mevis en mr. C.J.G. Bleichrodt, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 21 maart 2011

secretaris voorzitter

Naar boven