Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/3406/TB, 18 maart 2011, beroep
Uitspraakdatum:18-03-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 10/3406/TB

betreft: [klager] datum: 18 maart 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. S. Koster LL.M, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een beslissing van 8 november 2010 van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, verder te noemen de Staatssecretaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw mr. S. Koster LL.M om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft het verzoek van klager tot overplaatsing naar een FPA in Amsterdam afgewezen.

2. De feiten
Klager is bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak van 21 november 1995 ter beschikking gesteld (tbs) met bevel tot verpleging van overheidswege. Klagers tbs is op 6 december 1995 aangevangen. Klager is op 7 mei 1997 geplaatst in FPC De
Kijvelanden te Poortugaal (hierna De Kijvelanden). Klager is op 19 maart 2002 in het kader van woonverlof opgenomen in de FPK De Meren te Amsterdam. Op 14 maart 2008 is klager opgenomen in de FPA Heiloo om van daar uit verder te resocialiseren richting
verblijf in een psychiatrische instelling.
Bij verlengingsadvies van 7 oktober 2010 heeft De Kijvelanden geadviseerd klagers tbs niet te verlengen onder gelijktijdige afgifte van een rechterlijke machtiging voor verblijf in de FPK Heiloo.
Bij brief van 18 oktober 2010 heeft klager verzocht om overplaatsing naar een inrichting in Amsterdam.
De Staatssecretaris heeft dit verzoek bij brief van 8 november 2010 afgewezen.

3. De standpunten
Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Volgens de beslissing van de Staatssecretaris van 8 november 2010 betreft het verblijf in Heiloo een interne aangelegenheid van De Kijvelanden en de FPA Heiloo en dient klager zijn verzoek bij die inrichtingen in te dienen. Klager had dat al gedaan
voordat hij het verzoek bij de Staatssecretaris indiende. Beide inrichtingen zijn van mening dat klager in Heiloo moet blijven. Het probleem is juist dat geen enkele onafhankelijke instantie de vurige wens van klager en de afwijzing daarvan door zijn
behandelaars kan toetsen. Dit klemt te meer nu klager volgens de behandelaars al jarenlang gestabiliseerd is en geen relevant recidiverisico meer oplevert.
Klager is ten einde raad. Hij stemt in met voortzetting van behandeling in een begeleid kader, maar wil dit heel graag in Amsterdam voortzetten, zodat hij in de buurt van zijn familie kan zijn en activiteiten kan ondernemen die hij nu moet ontberen.
Klager denkt daarbij onder meer aan het naar de Albert Cuyp markt gaan, het bezoeken van platenwinkels en het wandelen in het Vondelpark. Uit het oogpunt van resocialisatie mag klagers wens niet genegeerd worden. Niet kan voor hem bepaald worden dat
hij
de rest van zijn leven in Heiloo moet blijven wonen. Dit klemt te meer nu klager geen rechtsgang wordt geboden, waarin de opvattingen van de behandelaars op hun redelijkheid getoetst kunnen worden.
De Staatssecretaris had dan ook een beslissing op het verzoek moeten geven. Het beroep richt zich tegen het uitblijven daarvan.

Namens de Staatssecretaris is inzake het beroep het volgende standpunt naar voren gebracht.
Klager is in het kader van proefverlof in Heiloo geplaatst. Dit is een aangelegenheid van De Kijvelanden en als zodanig niet vatbaar voor beroep. Klager kan daarom niet in het beroep worden ontvangen.
Indien de beroepscommissie anders oordeelt, moet het beroep ongegrond worden verklaard. De Kijvelanden heeft geadviseerd klagers tbs niet te verlengen en zijn verblijf in Heiloo voort te zetten middels een rechterlijke machtiging om hem van daaruit
verder te resocialiseren richting verblijf in een psychiatrische instelling.
Klager wordt voorbereid op plaatsing op een resocialisatieafdeling waar hij permanent zou kunnen verblijven, ook in het kader van een Bopz-maategel. De keuze van De Kijvelanden voor klagers verblijf in FPA Heiloo berust op behandelinhoudelijke
argumenten. Klager gedijt het beste in een rustige omgeving zonder te veel prikkels. Deze omgeving kan hem vanuit FPA Heiloo worden geboden.
Overplaatsing naar Amsterdam houdt het risico in dat klager wordt overvraagd en daardoor een terugval zal krijgen. Dit is destijds ook de reden geweest om klager vanuit de FPK De Meren over te plaatsen naar FPA Heiloo. Klager heeft met die
overplaatsing
ingestemd.
De afwijzing van het overplaatsingsverzoek is in het licht van het vorenstaande gerechtvaardigd.

4. De beoordeling
De bestreden beslissing van 8 november 2010 kan niet anders worden opgevat dan als een afwijzende beslissing op klagers verzoek om overplaatsing van de FPA Heiloo naar een FPK in Amsterdam.

Als onweersproken staat vast dat klager in het kader van proefverlof in de FPA Heiloo verblijft en administratief onder de sterkte van De Kijvelanden valt. Om die reden heeft De Kijvelanden het verlengingsadvies van 7 oktober 2010 opgesteld.
Ten aanzien van patiënten die met woon-/proefverlof in een instelling buiten de tbs-inrichting worden geplaatst, beslist de tbs-inrichting over de plaatsing en terugplaatsing in het kader van dat verlof. Dit valt onder de interne plaatsing, waartegen
krachtens de Bvt geen rechtsmiddel openstaat, tenzij beroep wordt gedaan op strijd met een in de wet neergelegd recht. Daarvan is naar het oordeel van de beroepscommissie geen sprake. De beroepscommissie is ook niet bevoegd te treden in de door een
tbs-inrichting voorgestane tbs-behandeling, laat staan de behandeling krachtens verblijf in een psychiatrische instelling krachtens een rechterlijke machtiging.
Klager kan daarom niet in het beroep worden ontvangen.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in het beroep.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. drs. F.A.M. Bakker, voorzitter, mr. S.L. Donker en drs. G.A.M. Mensing, leden, in tegenwoordigheid van mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 18 maart 2011

secretaris voorzitter

Naar boven