Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/1403/TA, 12 november 2010, beroep
Uitspraakdatum:12-11-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 10/1403/TA

betreft: [klager] datum: 12 november 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 12 mei 2010 van de beklagcommissie bij het forensisch psychiatrisch centrum Dr. S. van Mesdag te Groningen, verder te noemen de inrichting, voor zover daarbij aan klager geen tegemoetkoming is toegekend,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft het hoofd van de inrichting in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagcommissie heeft klager op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven geen tegemoetkoming toegekend ondanks de gegrondverklaring van het beklag betreffende het ontvangen van een antibioticakuur anderhalve maand nadat de inrichting
er
de beschikking over kreeg zijn.

2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Klager heeft aangevoerd graag in hoger beroep te willen gaan tegen de beslissing van de beklagcommissie.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het volgende aangevoerd, voor zover in klagers beroep van belang.
Klager heeft de gronden van zijn beroep niet toegelicht en is daarin om die reden niet-ontvankelijk.

3. De beoordeling
Uit artikel 67, eerste lid, Bvt volgt dat het beroep tegen een uitspraak van de beklagcommissie met redenen omkleed dient te zijn.
Door klager is enkel gesteld dat hij in beroep wil gaan tegen de beslissing van de beklagcommissie.
De reactie namens het hoofd van de inrichting, inhoudende dat klager de gronden van zijn beroep niet heeft aangegeven, is tevens aan klager toegezonden. Nu klager zijn beroep niet alsnog met redenen heeft omkleed en uit de stukken niet blijkt dat dit
niet van hem verwacht zou kunnen worden - klager heeft namelijk een duidelijk gemotiveerd klaagschrift ingediend - zal de beroepscommissie klager niet kunnen ontvangen in zijn beroep.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in het beroep.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. S.L. Donker, voorzitter, mr. A.M. van Woensel en drs. G.A.M. Mensing, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 12 november 2010

secretaris voorzitter

Naar boven