Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/0266/GB, 14 maart 2011, beroep
Uitspraakdatum:14-03-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 11/266/GB

Betreft: [klager] datum: 14 maart 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 24 januari 2011 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Lelystad afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 21 mei 2007 gedetineerd. Hij verbleef laatstelijk in de gevangenis van de locatie Zoetermeer. Op 11 oktober 2010 is hij overgeplaatst naar de gevangenis van de p.i. Hoogeveen, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Klager richt zijn beroep tegen de afwijzing van zijn verzoek om overplaatsing alsook tegen de vermelding van hem op de lijst van gedetineerden met een vlucht- en maatschappelijk risico (GVM-lijst) met de status verhoogd. Klager is van mening dat de
selectiefunctionaris geen goede belangenafweging heeft gemaakt bij zijn afwijzing. De selectiefunctionaris heeft onvoldoende rekening gehouden met de door klager in zijn verzoek aangevoerde gronden. Klager verwijst naar die gronden van het
verzoekschrift van 14 december 2010, dat hij heeft bijgevoegd.
Klager kan zich niet verenigen met zijn plaatsing op de GVM-lijst met de status verhoogd omdat hij zich na een ontvluchtingspoging in 2007 steeds voortreffelijk en goed heeft gedragen. Daarnaast is klager van mening dat de selectiefunctionaris klagers
status op die lijst niet als selectiecriterium mag gebruiken. Klager heeft in de afgelopen maanden slechts één keer bezoek ontvangen en dus niet zes keren zoals de selectiefunctionaris heeft aangevoerd. De door de selectiefunctionaris meegezonden
lijst heeft slechts betrekking op geplande bezoeken en niet op daadwerkelijke bezoekmomenten. Anders dan de selectiefunctionaris heeft aangevoerd is de afstand tussen Amsterdam, waar zijn bezoek vandaan moet komen, en Hoogeveen zodanig groot, dat dit
bezoek nagenoeg onmogelijk maakt. Klager vindt dit onaanvaardbaar. Klager verzoekt om toekenning van een tegemoetkoming.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Op 21 januari 2011 is namens klager een overplaatsingsverzoek ingediend. Klager is recent vanuit de locatie Zoetermeer overgeplaatst naar Hoogeveen in verband met een defect aan de beveiliging in Zoetermeer. Dit defect is – voor zover de
selectiefunctionaris heeft begrepen – nog steeds niet opgelost. Daarom kan klager niet worden teruggeplaatst naar Zoetermeer. Klager staat vermeld op de GVM-lijst met de status verhoogd en kan daardoor slechts in een beperkt aantal inrichtingen
geplaatst worden. De inrichting waarheen klager wenst te worden overgeplaatst, voldoet niet aan de beveiligingseisen die in dit kader moeten worden gesteld. Om die reden is zijn verzoek afgewezen. De selectiefunctionaris is, anders dan klager stelt,
van
mening dat de afwijzing van zijn verzoek voldoende is gemotiveerd. De selectiefunctionaris heeft begrip voor klagers situatie ten aanzien van zijn bezoek. De afstand tussen Amsterdam en Hoogeveen is weliswaar groot, maar niet zo onoverkomelijk dat hij
geen bezoek meer kan ontvangen. De bezoeklijst van klager toont dit ook aan. Het beroep zou daarom ongegrond moeten worden verklaard en de selectiefunctionaris acht daarom ook geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.

4. De beoordeling
4.1. Voor zover klager bedoelt beroep in te stellen tegen de beslissing om hem met de status ‘verhoogd’ op de GVM-lijst te plaatsen dan wel met zodanige status op die lijst te blijven vermelden, is geen sprake van een beslissing van de
selectiefunctionaris waartegen in het kader van deze procedure een rechtsmiddel openstaat. Klager kan daarom in zoverre niet worden ontvangen in zijn beroep.

4.2. Ten aanzien van de afwijzing van het verzoek om overplaatsing naar de p.i. Lelystad geldt dat vaststaat dat klager staat vermeld met de status verhoogd op de GVM-lijst. Voor de onderbrenging van gedetineerden met een dergelijke status komt
slechts een beperkt aantal inrichtingen in Nederland in aanmerking. De p.i. Lelystad is niet een zodanige inrichting. Gelet daarop kan de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in
aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Dat geldt temeer – zoals reeds is opgemerkt in de uitspraak van de beroepscommissie van 4 maart 2011 met kenmerk 10/3446/GB – nu klagers verblijf in de p.i. Hoogeveen een
tijdelijk karakter kan hebben.
Hetgeen klager heeft aangevoerd met betrekking tot de problemen voor zijn bezoek om hem in Hoogeveen te komen bezoeken, maakt dit oordeel niet anders.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep voor zover dit is gericht tegen zijn vermelding op de GVM-lijst met de status verhoogd en verklaart het beroep voor het overige ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema,
voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 14 maart 2011

secretaris voorzitter

Naar boven