Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/2796/GA e.v., 15 februari 2011, beroep
Uitspraakdatum:15-02-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 10/2796/GA, 10/2807/GA, 10/2808/GA, 10/2809/GA en 10/2810/GA

betreft: [klager] datum: 15 februari 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. L.E. Calis, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen vijf uitspraken van 13 september 2010 van de beklagcommissie bij de locatie Sittard,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraken waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak zijn gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 14 januari 2011, gehouden in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught, zijn gehoord klager en H. van Aken, plaatsvervangend vestigingsdirecteur bij de locatie Sittard.
Klagers raadsman, mr. M.F.M. Geeratz te Venlo, heeft schriftelijk laten weten niet ter zitting te zullen verschijnen omdat hij er vanuit ging dat klager niet ter zitting zou kunnen verschijnen. Om die reden heeft hij om aanhouding van de behandeling
verzocht.
Klagers raadsman is in de gelegenheid gesteld om schriftelijk een nadere toelichting op het beroep te geven. Van die gelegenheid heeft de raadsman geen gebruik gemaakt.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de beklagen en de uitspraak van de beklagcommissie
De beklagen betreffen:
a. het niet mogen invoeren of verkrijgen van een CPAP-apparaat in verband met klagers slaapapneu;
b. een disciplinaire straf van vijf dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel, wegens onheuse bejegening van het personeel van de medische dienst en het zich ten onrechte ziekmelden;
c. het niet mogen bellen met zijn advocaat op het moment dat klager daarom verzocht;
d. het afwijzen van een verzoek om incidenteel verlof om hem in staat te stellen zijn eigen CPAP-apparaat op te halen;
e. het niet mogen invoeren en onder zich mogen houden van een typemachine.

De beklagcommissie heeft de beklagen ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraken weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager is er niet mee bekend dat zijn raadsman vandaag niet zal komen en hij verzoekt om zijn raadsman in de gelegenheid te stellen alsnog zijn standpunt kenbaar te maken.
Ten aanzien van de beklagen onder a en d.
Klager heeft problemen met het aan hem ter beschikking stellen van een CPAP-apparaat. Hij heeft bij zijn binnenkomst in de locatie Sittard direct aangegeven over een eigen CPAP-apparaat te beschikken en daarvan gebruik te willen maken. De inrichting
heeft hem overigens toen geen ander apparaat aangeboden. Klager heeft verlof aangevraagd om dat apparaat uit zijn caravan op te halen. De beroepscommissie in verlofzaken heeft het beroep tegen de afwijzende beslissing van de directeur gegrond
verklaard.
Klager vindt het onjuist dat indertijd namens de directeur een negatief advies aan de selectiefunctionaris is uitgebracht over het verlof. Vervolgens heeft de inrichting achter klagers rug om alsnog een dergelijk apparaat aangeschaft en medische
informatie over klager opgevraagd bij de slaap- en waakkliniek. Klager wil in de gelegenheid worden gesteld om zelf zijn apparaat op te halen. Dat apparaat staat in klagers caravan op een camping. Niemand anders krijgt van de beheerder van die camping
toegang tot die caravan. Ook niet met machtiging van klager.
Ten aanzien van het beklag onder b.
Klager heeft zich gemeld bij de medische dienst en kreeg een opmerking toegevoegd door de inrichtingsarts waar klager niet van gediend was. Die arts zei dat klager niet kapot zou gaan aan zijn klachten. Klager wilde vervolgens weglopen bij de medische
dienst en kreeg te horen dat er een verslag zou worden opgemaakt. Toen klager terugkwam op de afdeling, werd hem opgedragen naar de arbeid te gaan. Klager gaf aan dat hem zojuist verslag was aangezegd en dat hij dus niet naar de arbeid mocht. Daarop
werd hem opnieuw verslag aangezegd. Klager heeft over deze klacht verder geen opmerkingen buiten dat hij een en ander graag een keer met het hoofd van de medische dienst van de locatie Sittard zou willen bespreken.
Ten aanzien van het beklag onder c.
Klager wilde omstreeks 14.00 uur bellen met zijn advocaat. Hem werd dat geweigerd. Hij mocht pas omstreeks 16.30 uur met zijn advocaat bellen. Klager heeft bij zijn verzoek om te bellen duidelijk aangegeven dat er een noodzaak was om met zijn advocaat
te spreken. Hij wilde overleggen over de omgangsregeling met zijn dochtertje. Daarover was een procedure bij de rechter aanhangig. Klager had eerder met zijn advocaat afgesproken dat hij hem rond 14.00 uur zou bellen. De advocaat zou dan op kantoor
aanwezig zijn. Op het moment dat klager wilde bellen, was hij ingesloten in zijn eigen cel.
Ten aanzien van het beklag onder e.
Klager wil graag de beschikking hebben over een typemachine in zijn cel om zijn levensverhaal op papier te zetten. Klager heeft zelf zo een machine maar hem werd de invoer daarvan geweigerd. De directeur gaf aan dat die weigering was gebaseerd op het
belang van de veiligheid en het overzichtelijk houden van de cel. Klager begrijpt dat niet. In de locatie Roermond is een typemachine wel toegestaan. Dat geldt ook voor de p.i. Zoetermeer. De typemachine zou worden ingevoerd door een dochter van
klager.
Klager mocht in Sittard de onderwijscomputer niet gebruiken om zijn verhaal op schrift te stellen. Klager mocht van de afdeling onderwijs de computer niet gebruiken. Hij heeft daar toen wel om gevraagd.
Klager is van mening dat hij in detentie als een klein kind wordt behandeld. In Sittard is hij door de inrichting geestelijk mishandeld. Hem wordt het stempel van woonwagenbewoner opgedrukt.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Ten aanzien van de beklagen onder a en d.
Duidelijk is dat klager een CPAP-apparaat nodig heeft. Hem is ook toestemming verleend tot invoer van zijn eigen apparaat. Klager wenst uitsluitend van zijn eigen apparaat gebruik te maken. Hij heeft, om dat apparaat op te kunnen halen, incidenteel
verlof aangevraagd. Dat verzoek is door de selectiefunctionaris afgewezen. Klagers advocaat heeft getracht dat apparaat op te halen uit klagers caravan. Hem is de toegang tot het terrein geweigerd door de beheerder. Ook is er overleg geweest met de
dochters van klager en de directeur heeft aangeboden de kosten voor het ophalen van het apparaat te vergoeden. Zijn dochters hebben kennelijk eveneens dat apparaat niet kunnen ophalen. Uiteindelijk heeft de inrichting zelf een CPAP-apparaat aangeschaft
voor klager. Hij wenst daar, als gezegd, geen gebruik van te maken. De aanschaf van dat apparaat is geschied in overleg met de medische dienst.
Ten aanzien van het beklag onder b.
Het personeel voelde zich onheus bejegend door klager. Klager was niet arbeidsongeschikt. Hij heeft, nadat hem was opgedragen naar de arbeid te gaan, aan die opdracht geen gevolg gegeven. Daarvoor is hem een verslag aangezegd. Dat verslag heeft geleid
tot een disciplinaire straf van vijf dagen opsluiting in de eigen cel.
Ten aanzien van het beklag onder c.
Klager verblijft in een regime van algehele gemeenschap. De in de locatie Sittard in dat regime verblijvende gedetineerden mogen tijdens het dagprogramma te allen tijde bellen. De directeur kan zich daarom niet voorstellen dat aan klager geweigerd is
hem te laten bellen met zijn raadsman.
Ten aanzien van het beklag onder e.
Het onder zich houden van een typemachine is niet verboden in de huisregels. In de locatie Sittard worden typemachines echter niet toegestaan. Zaken die niet op de lijst van verboden of toegestane voorwerpen staan, worden zoveel als mogelijk geweerd.
Daarbij wordt dan steeds een belangenafweging gemaakt. Volgens de directeur was er in dit geval geen sprake van een zwaarwegend belang dat tot die toestemming zou moeten leiden. Voor klager waren er andere alternatieven. Hij zou pen en papier hebben
kunnen gebruiken of hij had gebruik moeten maken van een van de computers op de onderwijsafdeling. Over dat laatste alternatief waren afspraken te maken met de onderwijsafdeling. Daarbij zou hij dan wel gebonden zijn aan de maximale onderwijstijd, te
weten vier uren per week.

3. De beoordeling
De beroepscommissie zal de beroepen van klager om proceseconomische redenen afdoen in één uitspraak. De beroepscommissie zal het door de raadsman voorafgaande aan de zitting namens klager gedane verzoek om aanhouding afwijzen. Dat verzoek was immers
gebaseerd op de veronderstelling dat klager niet zou verschijnen. Klager is echter wel ter zitting van de beroepscommissie verschenen. De raadsman is vervolgens mede gelet op een daartoe strekkend verzoek van klager in de gelegenheid gesteld zijn
standpunt alsnog kenbaar te maken. Van die mogelijkheid heeft de raadsman geen gebruik gemaakt.

Hetgeen in beroep ten aanzien van de beklagen onder a en b is aangevoerd kan - voor zover dat is komen vast te staan - naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal
derhalve in zoverre ongegrond worden verklaard, met bevestiging van de betreffende uitspraken van de beklagcommissie.
Ten aanzien van het beklag onder c geldt dat de beroepscommissie aannemelijk acht dat klager op de betreffende dag om 14.00 uur niet met zijn advocaat heeft mogen bellen, terwijl hij daags tevoren met de advocaat een afspraak had gemaakt om deze dan te
bellen. Onweersproken is dat klager ten tijde van het verzoek in zijn cel verbleef en dus zelf niet in staat was van de in algehele gemeenschap bestaande ruime mogelijkheden om te telefoneren gebruik te maken. Nu er sprake was van een afspraak om zijn
advocaat op een bepaald moment terug te bellen en niet naar voren is gekomen dat er goede redenen waren om klager het telefonisch contact te weigeren, beoordeelt de beroepscommissie die weigering als onredelijk en onbillijk. Deze uitspraak van de
beklagcommissie kan daarom niet in stand blijven en het beklag dient ten aanzien van dit onderdeel alsnog gegrond te worden verklaard.
De beroepscommissie acht ten aanzien van deze gegrondverklaring termen aanwezig voor het toekennen van een financiële tegemoetkoming en zal de hoogte daarvan vaststellen op € 5,=.

Ten aanzien van het beklag onder d geldt dat dit gericht is tegen het namens de directeur door het bureau selectie en detentiebegeleiding opgestelde negatieve advies aan de selectiefunctionaris, met betrekking tot het verzoek om incidenteel verlof. Een
dergelijk advies levert evenwel geen beslissing op als bedoeld in artikel 60, eerste of tweede lid, van de Pbw. Bezwaren tegen de inhoud van een dergelijk advies kunnen naar voren worden gebracht in de beroepsprocedure tegen een negatieve beslissing
van
de selectiefunctionaris op dat verzoek. Van die mogelijkheid heeft klager overigens ook gebruik gemaakt. Nu dit een afzonderlijke, met voldoende waarborgen omkleedde, rechtsgang betreft, had klager ten aanzien van dit onderdeel van het beklag niet
mogen
worden ontvangen. Deze uitspraak van de beklagcommissie zal daarom worden vernietigd en klager zal in zoverre alsnog niet-ontvankelijk worden verklaard in zijn beklag.

Een typemachine behoort noch tot de algemeen verboden voorwerpen als bedoeld in artikel 4.5.1.1. van de huisregels noch tot de toegestane voorwerpen als bedoeld in artikel 4.5.1.2 van de huisregels. Op de toelating van voorwerpen die niet worden
bestreken door beide bedoelde bepalingen uit de huisregels is artikel 45, tweede lid, van de Pbw van toepassing. Toestemming om een voorwerp in de verblijfsruimte te plaatsen kan worden verleend voor zover zich dit verdraagt met de handhaving van de
orde of veiligheid in de inrichting of de aansprakelijkheid van de directeur voor de voorwerpen. Hierbij dient een afweging tussen de hier genoemde belangen en het persoonlijke belang van klager te worden gemaakt. Onvoldoende is aannemelijk geworden
dat
de directeur een deugdelijke belangenafweging heeft gemaakt. Dat maakt dat de bestreden beslissing van de directeur, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, als onredelijk en onbillijk moet worden aangemerkt. Deze uitspraak van de
beklagcommissie kan daarom niet in stand blijven en dit onderdeel van het beklag dient daarom alsnog gegrond te worden verklaard.
De beroepscommissie acht ten aanzien van deze gegrondverklaring termen aanwezig voor het toekennen van een financiële tegemoetkoming en zal de hoogte daarvan vaststellen op € 20,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie wijst het verzoek om aanhouding af.
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond ten aanzien van de beklagen onder a en b en bevestigt de uitspraken van de beklagcommissie.
Zij verklaart het beroep gegrond ten aanzien van de beklagen onder c en e. Zij vernietigt deze uitspraken van de beklagcommissie en verklaart de beklagen alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager ter zake van die gegrondverklaringen een tegemoetkoming toekomt van in totaal € 25,=.
Zij vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie inzake het beklag onder d en verklaart klager in zoverre alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 15 februari 2011

secretaris voorzitter

Naar boven