Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/2825/TA, 9 februari 2011, beroep
Uitspraakdatum:09-02-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Post  v

Uitspraak

nummer: 10/2825/TA

betreft: [klager] datum: 9 februari 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. D.W.H.M. Wolters, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 24 september 2010 van de alleensprekende beklagrechter bij FPK Oldenkotte te Rekken, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft het hoofd van de inrichting in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman mr. D.W.H.M. Wolters om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft het op 31 maart 2010 uitreiken van en pas dan kunnen beschikken over de op 27 maart 2010 door de inrichting ontvangen buikspiertrainer van klager.

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Volgens klager was zorgplanner P. op de hoogte van de aankoop. Klager heeft voorafgaand aan de bestelling toestemming van deze zorgplanner gekregen voor aanschaf van de buikspiertrainer. Deze zorgplanner en klager hebben samen gebeld en de bestelling
geplaatst. Dit blijkt uit klagers telefoonrekening, die hij overlegt.
Klager vindt het dan ook onredelijk dat het apparaat een aantal dagen na ontvangst door de inrichting is uitgereikt. Klager heeft via telefonisch contact met het bedrijf gehoord dat het apparaat allang door de post in de inrichting was bezorgd.

Het hoofd van de inrichting heeft in beroep verwezen naar het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt.

3. De beoordeling
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagrechter. Hierbij is in aanmerking genomen dat de inrichting in redelijkheid de op 27 maart 2010 ontvangen
buikspiertrainer op 31 maart 2010 aan klager heeft kunnen uitreiken.
In het licht van de verklaring van de inrichting dat men niet op de hoogte was van de aanschaf van de buikspiertrainer door klager en hij daarvoor geen toestemming had, is klagers andersluidende verklaring niet aannemelijk. De door klager overgelegde
telefoonrekening - die ziet op contact met eenzelfde telefoonnummer op 13 en 19 oktober 2009 en met een ander telefoonnummer op 9, 10, 15 en 16 november 2009 - kan niet tot een ander oordeel leiden. Hieruit blijkt immers geenszins dat klager tijdens
één
van die belmomenten samen met zijn zorgplanner P. heeft gebeld met het bedrijf dat de buikspiertrainer heeft geleverd.

Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. drs. F.A.M. Bakker, voorzitter, mr. S.L. Donker en drs. G.A.M. Mensing, leden, in tegenwoordigheid van mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 9 februari 2011

secretaris voorzitter

Naar boven