Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/3559/GB, 2 maart 2011, beroep
Uitspraakdatum:02-03-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 10/3559/GB

Betreft: [klager] datum: 2 maart 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. A.J.D.D. Burhenne, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 24 november 2010 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar een zeer beperkt beveiligde inrichting (z.b.b.i.) in de buurt van Amsterdam afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 29 oktober 2009 in Nederland gedetineerd. Hij verbleef in de beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) van de locatie Westlinge te Heerhugowaard. Op 11 november 2010 is hij geplaatst in de z.b.b.i. van de locatie Roermond.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager heeft verzocht om overplaatsing in de Randstad omdat hij uit de omgeving van Amsterdam komt en zijn vriendin, vrienden en kennissen daar wonen. Hij heeft daar recht op en belang bij. Klager heeft lang moeten wachten voordat hij in de z.b.b.i.
van
de locatie Roermond werd geplaatst. Hij heeft de indruk dat hij niet op de eerst beschikbare plaats is terechtgekomen. Klager staat sinds 2005 ingeschreven voor een huurwoning in Amsterdam en reageert voortdurend op huurwoningen. De verwachting is dat
hij spoedig in aanmerking komt voor een woning in Amsterdam, maar dat hij deze niet kan accepteren omdat hij gedetineerd is in Roermond. De reis naar Amsterdam is langdurig, zwaar en duur. In Amsterdam heeft klager meer kans op werk en inkomsten. Het
is
ook in het algemeen belang dat klager wordt overgeplaatst. Voorts wordt nog verwezen naar informatie van de Reclassering.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager heeft verzocht om vanuit een beperkt beveiligde inrichting zo snel mogelijk overgeplaatst te worden naar een z.b.b.i. Klager is op 4 oktober 2010 geselecteerd voor de z.b.b.i. van de locatie Roermond. Hij is daar op 11 november 2010 geplaatst.
Daarmee is tegemoetgekomen aan de wens van klager. Inhoudelijk wordt verwezen naar de selectiebeslissing en het selectieverzoek. Nadat klager een week verbleef in de z.b.b.i. Roermond, heeft hij verzocht om overgeplaatst te worden naar een z.b.b.i. in
de buurt van Amsterdam. Er zijn geen nieuwe feiten bekend waarvoor een overplaatsing naar een andere z.b.b.i. noodzakelijk zou zijn. Tevens was klager op de hoogte van het feit dat een snelle plaatsing in een z.b.b.i. kon inhouden dat er een
reisafstand
naar Amsterdam zou zijn.

4. De beoordeling
In de dossierstukken bevindt zich het selectieadvies van 28 september 2010 van de locatie Westlinge te Heerhugowaard. Uit dat advies volgt dat klager heeft aangegeven dat hij de voorkeur heeft voor plaatsing in een z.b.b.i. waar hij zo snel mogelijk
geplaatst kan worden. De selectiefunctionaris heeft met de wens van klager rekening gehouden wat ook volgt uit de inhoud van de selectiebeslissing van 4 oktober 2010. Gezien de taak van de selectiefunctionaris – onder meer het optimaal benutten van de
voorhanden zijnde celcapaciteit – en het feit dat klager is geplaatst in een z.b.b.i. waar hij snel geplaatst kon worden, kan de op de onder 3.2. genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking
komende belangen en omstandigheden, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Hetgeen namens klager is aangevoerd over onder andere het bezoek, de reistijd en -kosten is onvoldoende zwaarwegend om tot een ander oordeel te kunnen komen. Enig
ongemak voor een gedetineerde hierin kan inherent zijn aan de detentiesituatie. De beroepscommissie zal het beroep dan ook ongegrond verklaren.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van
mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 2 maart 2011

secretaris voorzitter

Naar boven