Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/2513/GA, 1 maart 2011, beroep
Uitspraakdatum:01-03-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 10/2513/GA

betreft: [klager] datum: 1 maart 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 23 augustus 2010 van de beklagcommissie bij de locatie Zoetermeer,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van de locatie Zoetermeer in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het zoekraken in de inrichting van de identiteitskaart van klagers vriendin.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.
Klager heeft zijn vriendin gevraagd wat er daadwerkelijk met haar identiteitskaart is gebeurd en zij heeft hem verteld dat zij na het bezoek haar legitimatie heeft afgegeven om zich uit te schrijven. Vervolgens heeft zij haar spullen uit de locker
gepakt en is ze, zonder er bij na te denken, meegelopen met andere bezoekers zonder haar identiteitskaart.
Klager weet dat dit niet helemaal met zijn klaagschrift overeenkomt.
Er dient € 65,= vergoed te worden.

De directeur heeft het standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
De beroepscommissie is van oordeel dat het beklag geen jegens klager genomen beslissing van de directeur betreft als bedoeld in artikel 60, eerste lid, Pbw en derhalve zal zij de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen en klager alsnog
niet-ontvankelijk te verklaren in het beklag.

Niet klager, maar zijn vriendin zou zich met een verzoek om schadevergoeding kunnen richten tot de directeur.

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.P. Balkema en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 1 maart 2011

secretaris voorzitter

Naar boven